Pas in 1866, onder koning Norodom I, vestigde de regering zich permanent in Phnom Penh. In dezelfde periode werd het Koninklijke Paleis gebouwd, wat de groei van de stad tot een belangrijke metropool in gang zette. Onder de Franse koloniale invloed werden er kanalen aangelegd om moerassen rond de stad te draineren, en er werden wegen en een haven gebouwd.
Phnom Penh is inmiddels een bruisende, hippe stad. Overal vind je gezellige plekjes om te eten, koffie te drinken, taartjes te proeven en een drankje te doen. De stad is schoon en ruim opgezet. Er is nog relatief weinig toerisme, en het grootste deel van de toeristen dat ik tegenkom, zijn Fransen. Ik verblijf in een heerlijk hotel met een zwembad op het dak.
De belangrijkste redenen voor mijn bezoek aan Phnom Penh zijn:
Het Koninklijke Paleis
Het Sleng-museum, beter bekend als het Genocide Museum
Choeung Ek, beter bekend als de Killing Fields.
Voordat ik aan mijn excursies begin, besluit ik, na veel interne discussie (met mezelf), afweging en overleg met Anneke, een bloedonderzoek te laten doen in een kliniek. Ik voel me al een paar dagen misselijk, ben niet fit en vermoed ook verhoging. Dit wordt bevestigd nadat ik een thermometer koop. Omdat ik in malaria-gebieden ben geweest en vaak ben gestoken door muggen zonder consequent muggenwerende spray te gebruiken, wil ik dit toch graag uitsluiten. Na ruim tweeënhalf uur, 220 dollar en enkele onderzoeken krijg ik de uitslag: geen malaria, geen dengue, maar wel een gewone griep. Met dat nieuws, niet helemaal fit maar ontzettend opgelucht, stap ik de kliniek uit.
Op oudjaarsdag ga ik op excursie naar Choeung Ek en het Tuol Sleng-museum. Voordat ik meer over deze plekken vertel, wil ik je kort meenemen in de geschiedenis van Cambodja.
Cambodja was van augustus 1863 tot november 1953 een Franse kolonie, eerst als Frans protectoraat en later, vanaf 1887, als onderdeel van de Franse kolonie ‘Unie van Indochina’. Toen het land op 9 november 1953 onafhankelijk werd, werd koning Norodom Sihanouk de leider. In 1975 werd Sihanouk door de Rode Khmer van zijn troon gestoten en kwam de macht in handen van Pol Pot. Pol Pot werd op 19 mei 1925 geboren als Saloth Sar, het achtste kind in een gezin van negen kinderen. Het gezin woonde in het vissersdorpje Prek Sbauv. In 1949 begon Pol Pot elektrotechniek te studeren in Parijs, maar keerde in 1953 terug naar Cambodja nadat zijn studiebeurs was ingetrokken vanwege zijn politieke activiteiten. In 1956 werd hij leraar en trouwde met een collega die hij in Parijs had ontmoet. In 1960 sloot hij zich aan bij de Communistische Partij van Cambodja en drie jaar later werd hij secretaris van het centraal partijcomité.
In 1963 vluchtte Pol Pot de bergen in met zijn handlangers, waar hij vanuit de jungle de guerrillaoorlog van de Rode Khmer leidde. Gedurende deze tijd had hij verschillende geheime ontmoetingen met Mao Zedong in China, die hem zowel ideologisch als materieel steunde.
De opkomst van het Rode Khmer-regime moet worden begrepen tegen de achtergrond van de Koude Oorlog. Van 1969 tot 1973 voerde de VS zware bombardementen uit in Cambodja, wat leidde tot een burgeroorlog tussen de aanhangers van koning Sihanouk en de door de Amerikanen gesteunde generaal Lon Nol. Na de terugtrekking van de Verenigde Staten uit Vietnam in 1975, bleef Cambodja zonder politieke steun, wat de Rode Khmer in staat stelde om de macht over te nemen.
Op 17 april 1975 viel de Rode Khmer Phnom Penh binnen en ontruimde de stad in slechts drie dagen. De bewoners werden gedwongen naar het platteland te verhuizen om deel te nemen aan de agrarische revolutie die de Rode Khmer voor ogen had. Vrouwen die onderweg bevielen werden gedood, baby’s en kleine kinderen werden doodgeslagen, en ouderen en mensen met een beperking die niet konden lopen werden ter plekke geëxecuteerd. De stad werd leeggeroofd, de Tuol Svay Prey Hogeschool werd omgevormd tot de beruchte gevangenis Tuol Sleng (S-21), en het land bevond zich in duisternis.
Pol Pot was van 1963 tot 1997 de dictator van de Rode Khmer, de communistische partij van Cambodja. Van 1975 tot 1979 was hij de leider van het land, waar hij dood en verderf zaaide. Pol Pot wordt samen met andere gruwelijke dictators zoals Jozef Stalin, Adolf Hitler, Benito Mussolini en Mao Zedong genoemd. In zijn jaren van heerschappij, van 1975 tot 1979, stierven naar schatting 1,7 miljoen Cambodjanen door honger, executies, dwangarbeid en slechte medische zorg. Dit was meer dan 21% van de totale bevolking van acht miljoen mensen.
Met deze achtergrond begint onze gids de excursie naar Choeung Ek, de Killing Fields.
Gevangenen die vastzaten in onder andere Tuol Sleng werden naar deze velden gebracht om gedood te worden. Ze waren geboeid en geblinddoekt. Om kogels te besparen, werden kinderen vaak tegen bomen doodgeslagen, en ouderen of zwakkeren kregen zware klappen op hun hoofd met geweren of bamboestokken. De methoden waren meedogenloos: doodbloeden werd vaak toegepast, en er werd geprobeerd om hele families uit te roeien, zodat er niemand zou overleven om wraak te nemen. Er was zelfs een uitspraak: “Liever één onschuldige vermoorden dan één schuldige missen.” De soldaten die hier werkten waren vaak zelf nog kinderen en daardoor gemakkelijk te hersenspoelen. Regelmatig werd de oude groep soldaten zelf geëxecuteerd door een nieuwe groep kindsoldaten, zodat er geen informatie zou uitlekken over de gruweldaden die op deze velden werden gepleegd.
Tussen 1975 en 1979 werden minimaal 20.000 mensen vermoord op Choeung Ek, begraven in 129 massagraven. Sommige van deze graven zijn geopend, maar velen blijven onaangeroerd door het gif dat in de graven werd gegooid. Dit gif had twee doelen: de overgeblevenen in de graven te vermoorden en de ontbinding van de lichamen te vertragen. De geur van de ontbindende lichamen mocht geen andere gevangenen afschrikken, dus werden luidsprekers geplaatst om de geluiden van de graven te overstemmen. Overlevenden die later deze massagraven openden, stierven vaak aan de gevolgen van het gif. Daarom wordt het opgraven van de graven nu niet meer gedaan, en in het regenseizoen komen nog vaak kledingstukken of botten aan de oppervlakte.
Choeung Ek is slechts één van de 384 Killing Fields in Cambodja. In een monument, een witte toren (stupa) met glazen ramen, liggen duizenden schedels, gesorteerd op leeftijd en geslacht, en gemarkeerd met kleurcodes die aangeven welk moordwapen werd gebruikt. Dit alles dient ter nagedachtenis aan de slachtoffers.
Op dit moment is slechts 10% van de Cambodjaanse bevolking ouder dan 55 jaar. Dit is een directe gevolg van de massale vervolging van volwassenen met een hoger onderwijsniveau. Het rondlopen op de Killing Fields is een indrukwekkende ervaring, helemaal als we bij de uitgang Sum Rithy ontmoeten die een overlevende is. Hij verteld over de martelingen die hij heeft moeten doorstaan. Opgeknoopt worden aan een stuk touw om vervolgens ondersteboven in een ton met uitwerpselen gedipt te worden. De oneindige slagen die hij krijgt met alles wat voor handen is. Hij heeft vaak gewenst dat hij zou mogen sterven en toch is hij nu hier. Terwijl ik dit typ komt mijn maag in omhoog als ik denk aan zijn verhaal.
Na ons bezoek aan de Killing Fields rijden we door naar het Tuol Sleng-genocidemuseum, gelegen in het centrum van Phnom Penh. Wat nu als museum fungeert, was tijdens het regime van de Rode Khmer de beruchte gevangenis “Security Office 21” (S21), een plaats die staat voor de gruwelen die hier plaatsvonden.
In die tijd was Phnom Penh een stad die leeggeroofd was van zijn bewoners. Het werd een spookstad, maar in de gruwelijke gebouwen van S21 werden duizenden mensen vastgehouden – mensen die volgens het regime een bedreiging vormden voor hun nieuwe agrarische utopie. Leraren, wetenschappers, zakenmensen, journalisten, en praktisch iedereen die op een of andere manier opgeleid was, werd gezien als een vijand van de staat. Zelfs het dragen van een bril kon al reden zijn om gearresteerd te worden. En niet alleen de zogenaamde verdachten werden gevangen genomen; ook hun familieleden en kennissen werden gearresteerd, simpelweg voor hun “associatie met de vijand”.
De meeste mensen die tussen 1975 en 1979 in S21 gevangen zaten, werden uiteindelijk naar de Killing Fields van Choeung Ek gestuurd om daar geëxecuteerd te worden. Phnom Penh werd in 1979 bevrijd door het Vietnamese leger. Het was de Vietnamese oorlogsfotograaf Hồ Văn Tây die S21 ontdekte. Hij en zijn collega’s volgden de geur van rottende lichamen naar het voormalige schoolgebouw. De indringende foto’s die hij die dag maakte, zijn nog altijd te zien in het museum. Slechts twaalf mensen overleefden de gevangenis, waaronder vier kinderen.
S21 was gehuisvest in wat ooit de Tuol Svay Prey middelbare school en de Tuol Sleng basisschool waren. Het terrein was afgesloten met prikkeldraad en binnen werden de klaslokalen omgebouwd tot krappe cellen en gruwelijke martelkamers. Naar schatting werden hier tussen 1975 en 1979 circa 20.000 mensen gevangen gehouden. Bij hun aankomst in S21 werden de gevangenen gefotografeerd en onderworpen aan brute ondervragingen. Meestal hadden de gevangenen geen idee waarom ze waren opgepakt. De meeste beschuldigden werden aangeklaagd voor verraad tegen de partij en de revolutie. De ondervragers gebruikten extreme marteltechnieken om een bekentenis af te dwingen: gevangenen werden geëlektrocuteerd of vastgebonden, waarna heet water over hun gezicht werd gegoten. En dit was slechts een kleine greep uit de vele wrede martelpraktijken die hier werden toegepast. In het museum lees ik meer over de afschuwelijke technieken die de Rode Khmer gebruikten om hun slachtoffers te breken.
Zodra de gevangenen hun “bekentenis” hadden afgelegd, werden ze veroordeeld tot de dood.
De Rode Khmer waren niet alleen gewetenloze massamoordenaars, ze documenteerden ook hun gruweldaden. Alle gevangenen werden gefotografeerd, en deze foto’s zouden later dienen als bewijs tegen de leiders van de Rode Khmer tijdens hun tribunaal. Paspoorten en identiteitsbewijzen werden echter niet bewaard, waardoor de foto’s van de gevangenen cruciaal bleken voor de families die later naar hun geliefden zochten.
7 volwassen mannen en 4 kinderen hebben deze gevangenis overleefd. De man op de eerste foto helemaal aan de rechterkant is in de 90 en hij leeft nog. Hij heeft het overleefd doordat hij technisch was en de kapotte typmachine van de directeur kon maken. Hij heeft een standje in het museum waar hij zijn boek verkoopt en verteld over vroeger. Op de laatste foto zie je hem nu.
Na het bezoek aan de Killing Fields en het museum ben ik diep geraakt. De beelden van de gruwelijkheden en de verhalen van de overlevenden hebben iets in mij losgemaakt dat moeilijk te beschrijven is. Hoe is het mogelijk dat we als mensheid zulke gruwelijkheden hebben gepleegd? En waarom leren we er niets van? Het gevoel van machteloosheid is groot, en ik vraag me af hoe vaak de geschiedenis zich nog zal herhalen aangezien het tot op de dag van vandaag doorgaat. De rest van de dag breng ik door op het dakterras van mijn hotel, liggend in de zon met een koud drankje, terwijl mijn gedachten blijven malen over alles wat ik zojuist heb gezien.
Vandaag bezoek ik het Koninklijk Paleis, een relatief jong bouwwerk als je het in historisch perspectief plaatst. Tot het begin van de 15e eeuw was het hart van het Khmer-rijk namelijk gevestigd in Angkor. In 1434 werd de hoofdstad echter verplaatst naar het huidige Phnom Penh, om enkele jaren later, in 1494, alweer te worden verplaatst naar Basan, en later naar Oudong, op zo’n 40 km van de huidige hoofdstad. Hier zou de hoofdstad voor de komende 250 jaar blijven. Het was koning Norodom die in 1865 besloot om de hoofdstad opnieuw naar Phnom Penh te verhuizen. In 1866 liet hij het Koninklijk Paleis bouwen en de beroemde Zilveren Pagode werd een belangrijk onderdeel van het complex. Het paleis werd in de daaropvolgende jaren uitgebreid met nieuwe gebouwen. In 1873 kreeg het paleis zijn opvallende gele ommuring en werd het Napoleon-paviljoen, een gift van de Franse koninklijke familie, toegevoegd. Dit paviljoen staat er nog steeds.
Na 1900 werd het terrein verder verrijkt met enkele prachtige zalen, waaronder de troonzaal die we vandaag de dag nog kunnen bewonderen. De Zilveren Pagode onderging in 1962 een ingrijpende renovatie; oorspronkelijk gebouwd van hout, werd de vloer van de pagode toen bedekt met maar liefst 5329 massieve zilveren tegels, wat de naam “Zilveren Pagode” verklaart. De huidige koning woont nog steeds in het paleis, en er worden regelmatig belangrijke ceremoniële gebeurtenissen gehouden.
De mooiste tempel op het terrein is zonder twijfel de Zilveren Pagode, ook wel bekend als Wat Preah Keo of de Tempel van de Smaragden Boeddha. Niet te verwarren met Wat Phra Kaew in Bangkok, hoewel je duidelijk ziet dat deze tempel in zijn architectuur door datzelfde Thaise ontwerp is geïnspireerd. Een indrukwekkende marmeren trap leidt je naar de ingang, waar je direct verrast wordt door de glimmende zilveren vloer. Helaas mag je er niet op lopen, maar het is toch adembenemend om van een afstand te zien.
Binnen in de tempel is er een enorm gouden Boeddhabeeld, bezaaid met meer dan 2000 diamanten, dat je blik ongetwijfeld zal trekken. De muren zijn verder versierd met schilderingen die indrukwekkende historische verhalen uit de Cambodjaanse cultuur vertellen. Wat de Zilveren Pagode zo bijzonder maakt, is dat het een van de weinige tempels is die de vernietigingen van het Rode Khmer-regime heeft doorstaan zonder ernstige schade. Helaas is er tijdens die donkere jaren veel van het interieur geplunderd of beschadigd, maar de pracht van de tempel blijft intact.
Na mijn bezoek aan het paleis loop ik de stad in. Het is een drukte van belang, maar de sfeer is gezellig. Overal hoor je muziek en parades, en jong en oud is zichtbaar aanwezig, van gezinnen die genieten van het straatleven tot jonge mensen die door de stad flaneren. De straten zijn afgesloten voor verkeer, wat bijdraagt aan sfeer midden in de stad.
Reizen is niet altijd alleen maar plezier en avontuur. En ik deel daar eigenlijk niet altijd alles over. Dit heeft te maken dat ik gewend ben om mijn schouders eronder te zetten en een situatie die niet loopt zoals ik wil aan te passen of mij erin te voegen. En toch wil ik hier ook meer over delen omdat dit ook een kant van het reizen is. Op dit moment voel ik me beroerd, en eerlijk gezegd, er zijn weinig dingen die erger zijn dan ziek zijn terwijl je ver van huis bent. Om de situatie nog wat ingewikkelder te maken, had ik besloten om na mijn tijd in Cambodja door te reizen naar Vietnam. Maar op 1 januari besef ik plotseling dat ik voor Vietnam een visum had moeten aanvragen – iets wat ik compleet over het hoofd had gezien. In heel Azië krijg ik normaal gesproken een visum on arrival, behalve voor Vietnam en Myanmar. Dus, ik ga meteen in actie en vraag mijn visum aan, maar ik realiseer me ook dat mijn vlucht naar Ho Chi Minh City morgen waarschijnlijk niet doorgaat want de wachttijd voor het visum is ongeveer een week. Er is dus geen kans dat ik binnenkom zonder dat visum, en ik word dan zeker teruggestuurd. In plaats van me direct op de vlucht te storten, besluit ik eerst nog in Phnom Penh te blijven om even bij te komen. Ik neem de tijd om uit te rusten en om mijn opties te overwegen. Dus waar ik tijdens de volgende blog ben is nog een verassing!
Cambodja is voor mij echt de grootste verrassing van deze reis. Wat me het meest opvalt, is de ongelooflijke vriendelijkheid van de mensen. De cultuur, het enthousiasme en de warmte waarmee je wordt ontvangen, maken het echt bijzonder. Ook de eet- en drinkplekjes zijn fantastisch – overal vind je gezellige en smakelijke opties. Ik ben onder de indruk van hoe schoon en goed onderhouden alles is. De steden zijn ruim opgezet en er heerst een rustige sfeer. Er zijn niet te veel toeristen, wat betekent dat de plekken die ik bezoek nog niet volledig zijn overspoeld door massa’s reizigers. Het is heerlijk om deze kanten van Cambodja te ontdekken, zonder de drukte van andere populaire bestemmingen.
Wat leuk je reis weer zo te volgen. Trip down memorylane ook. Cambodja heeft ons hart ook vervoverd en ook wij waren ontzettend ondaan van de killingfields. Herken zo wat je schrijft. Wanneer gaan we leren van de geschiedenis? Veel plezier nog met je reis en hopelijk knap je snel weer op
Hi Mariëlle, dankjewel voor je berichtje! Wat mooi om de herkenbaarheid te lezen ook. Dankjewel! XXX
Wat een indrukwekkend verhaal . Hoop dat je gezondheid weer aan het verbeteren is .
Wat een verschrikkelijk regime was dat . Gelukkig ben je niet ziek meer.