Selecteer een pagina

Na een lange bootreis word ik afgezet op de luchthaven van Sorong. Ik ben hier niet alleen, maar samen met Christiane, John en Stephanie. We wachten even en kletsen. Vervolgens vliegen we door naar Jakarta, waar we afscheid nemen. Zij reizen naar de VS voor een optreden van Stephanie, terwijl ik nog een nacht in Jakarta blijf voordat ik verder reis.

Mijn stop in Jakarta bestaat uit een kort bezoek aan een enorme shoppingmall. Omdat de zool van mijn schoen, sinds de klim op de rotsen van Wajag, losligt, heb ik nieuwe nodig. Na wat zoeken slaag ik erin een paar sneakers in maat 40,5 te vinden. De uitdaging was de maat, aangezien het lijkt alsof iedereen hier maat 37 heeft. Ik ben ook gevallen voor de mooie crème kleur, al heb ik het sterke vermoeden dat het geen praktische kleur is voor op reis.

De mall zelf is een heftige ervaring. Ik was vergeten dat het vandaag eerste kerstdag is, en in Indonesië is naar de mall gaan dan een groot ding. Het resultaat: een ruimte vol veel te harde kerstmuziek, veel te veel mensen en enorm veel lawaai. Met mijn nieuwe schoenen aan, loop ik snel de mall uit, terwijl mijn oude schoenen zielig achterblijven in de winkel.

Jakarta. De laatste keer dat ik hier was, was in 2019. Ik loop naar Café Batavia voor een lekker bord nasi (ja ik ben hier heel erg af als Vegan met alle eieren die ik eet) en verken een tijdje het plein voor het oude gouverneurshuis. Er hangt een gezellige sfeer op straat: overal zitten mensen te eten en te lachen. Er zijn bandjes die optreden, het is erg feestelijk. Ik ga op tijd terug naar mijn hotel, want morgen word ik om 5 uur opgehaald om naar de luchthaven te gaan.

Na 26 dagen Indonesië neem ik met pijn in mijn hart afscheid. Ik hou van Indonesië. Vanaf Jakarta vlieg ik naar Singapore en vervolgens door naar Cambodja. Ik had me nooit verdiept in Cambodja, maar toen ik mijn reisplannen maakte, besloot ik hier kort heen te gaan. Ik heb gekozen om het land niet verder te doorkruisen, maar wel om twee dingen te bezoeken: het tempelcomplex van Angkor Wat en een van de killing fields in Phnom Penh, om meer te leren over de geschiedenis van dit land.

In Siem Reap valt het me meteen op hoe schoon alles is. Ik zie nauwelijks afval, wat in Azië uitzonderlijk is.
Siem Reap is de tweede grootste stad van Cambodja. De stad heeft Franse koloniale en Chinese architectuur in de oude Franse wijk en rond de oude markt. Er zijn musea, traditionele Apsara-dansvoorstellingen, een Cambodjaans cultureel dorp, souvenirwinkels, zijdeboerderijen, rijstvelden op het platteland, vissersdorpjes, een vogelreservaat bij Tonlé Sap, en een kosmopolitische drink- en eetcultuur. Siem Reap, de thuisbasis van de beroemde Angkor Wat-tempels, werd uitgeroepen tot ASEAN City of Culture voor de periode 2021-2022 tijdens de 9e vergadering van de ASEAN Ministers Responsible for Culture and Arts (AMCA), gehouden op 22 oktober 2020.

Siem Reap was nauwelijks meer dan een dorp toen Franse ontdekkingsreizigers, zoals Henri Mouhot, Angkor in de 19e eeuw “herontdekten”. Europese bezoekers hadden de tempelruïnes echter al veel eerder bezocht, waaronder António da Madalena in 1586. In 1901 begon de École française d’Extrême-Orient (EFEO) een langdurige samenwerking met Angkor, waaronder het financieren van een expeditie naar Siam naar de Bayon. De EFEO nam de verantwoordelijkheid voor het opruimen en restaureren van de site. In hetzelfde jaar arriveerden de eerste westerse toeristen in Angkor, zo’n 200 in slechts drie maanden. Angkor werd “gered” uit de jungle en nam zijn plaats in de moderne wereld in. Na de Franse overname van Angkor in 1907, na een Frans-Siamees verdrag, begon Siem Reap te groeien. Het Grand Hotel d’Angkor opende in 1929 en de tempels van Angkor werden een van de belangrijkste trekpleisters van Azië tot eind jaren 60, toen de burgeroorlog toeristen weghield. In 1975 werd de bevolking van Siem Reap, net als alle andere Cambodjaanse steden en dorpen, door de Rode Khmer naar het platteland verdreven.

Ik boek een fietstour door de stad met een gids. JR, 30 jaar en leraar Engels, vertelt op een boeiende manier over de stad. We bezoeken verschillende tempels, een killing field, verborgen koffiebarretjes en een atelier van een lokale kunstenaar. JR deelt ook veel over het leven in Cambodja. Hij vertelt dat zijn ouders het regime van Pol Pot hebben overleefd door toeval. Ze leerden zich stil en onopvallend te houden. Zijn moeder verloor haar broer: op een dag was hij weg en sindsdien is er nooit meer iets van hem vernomen. JR vertelt dat er veel ontevredenheid is over de huidige regering, maar dat de generatie van zijn ouders stil is, uit angst dat het weer mis kan gaan. JR wil juist wel praten, protesteren en veranderen. Ik heb hier bewondering voor. Het vergt moed om anders te denken dan anderen, en om voor verandering op de barricade te staan.

Zelf ben ik niet zo’n fan van fietsen, maar het is wel een leuke manier om de stad snel te leren kennen. Siem Reap is een fijne stad: een mooie mix van authentiek en westerse invloeden. Wat me opvalt, is hoeveel Fransen ik hier hoor. Na meer dan vijf uur fietsen in de hitte heb ik vooral behoefte aan eten en rust.

De wekker gaat vroeg, om 4.15 uur. Een korte douche, tas inpakken, en om 4.30 word ik opgehaald door mijn gids. Het is nog donker als we in de auto stappen, maar onderweg begint mijn gids al enthousiast te vertellen over de geschiedenis van Angkor Wat. Zijn passie voor het verhaal van deze tempel maakt me meteen nieuwsgierig.

Angkor Wat is het grootste religieuze monument ter wereld, met een indrukwekkende oppervlakte van 162,6 hectare. Oorspronkelijk gebouwd als een hindoetempel voor het Khmer-rijk, werd het tegen het einde van de twaalfde eeuw getransformeerd tot een boeddhistische tempel. De tempel werd in de vroege twaalfde eeuw opgericht door koning Suryavarman II in Yasodharapura, de toenmalige hoofdstad van het Khmer-rijk. Dit bouwwerk, gewijd aan Vishnu, brak met de Shaivistische traditie van eerdere Khmer-koningen en diende uiteindelijk ook als praalgraf van de koning.

Wat Angkor Wat uniek maakt, is dat het als enige tempel in de regio nooit volledig werd verlaten. Hoewel het in de 16e eeuw in verval raakte, bleef het een belangrijk religieus centrum. De Portugese monnik Antonio da Madalena, een van de eerste westerlingen die de tempel bezocht, beschreef het in 1586 als “een constructie zo prachtig dat het niet met een pen te beschrijven is.” In de 17e eeuw bleef het tempelcomplex functioneren als een boeddhistisch heiligdom, getuige de inscripties die aantonen dat Japanse boeddhistische pelgrims hier verbleven naast de lokale Khmer.

In de 19e eeuw trok de tempel opnieuw westerse aandacht. De Franse ontdekkingsreiziger Henri Mouhot noemde Angkor Wat “groter dan alles wat ons nagelaten is door de Grieken of Romeinen.” Hij vond het moeilijk te geloven dat de Khmer dit meesterwerk gebouwd hadden. Pas later werd, dankzij archeologisch onderzoek en herstelwerk, de ware geschiedenis van Angkor Wat gereconstrueerd.

In de 20e eeuw had het complex veel te lijden onder oorlogen en plunderingen. De Rode Khmer gebruikte het monument als schuilplaats, en er ontstond schade door granaatinslagen en schietpartijen. Daarnaast werden in de jaren 80 en 90 vele standbeelden onthoofd door kunstdieven. Desondanks bleef Angkor Wat een krachtig symbool voor Cambodja. Het prijkt zelfs op de nationale vlag en is een bron van trots en nationale identiteit.

De gids zet me af aan de rand van de slotgracht. Het is nog schemerdonker, maar langzaam begint de zon op te komen. Het silhouet van de iconische tempeltorens tekent zich af tegen de hemel. Het moment is magisch: de reflectie in het water, de stilte, en het besef van de geschiedenis die deze plek ademt.

Zodra de zon boven de horizon is verschenen, begint mijn excursie. Ruim twee uur verkennen we het uitgestrekte tempelcomplex. Ik ben diep onder de indruk van de ongelooflijke details in de reliëfs en architectuur. Hier en daar zijn nog sporen van kleur te zien – blauw, groen, geel, roze en rood – die een glimp geven van hoe kleurrijk dit heiligdom ooit moet zijn geweest. Het contrast tussen de vergane kleuren en de imposante stenen structuren maakt het alleen maar indrukwekkender.

Angkor Wat is niet alleen een tempel; het is een symbool van kunst, religie en nationale trots. De combinatie van grootsheid en verfijning, van geschiedenis en mysterie, maakt een bezoek aan deze plek onvergetelijk. Terwijl ik door de gangen loop, voel ik me klein in vergelijking met de grootsheid van wat hier ooit was. Angkor Wat is een plek die je niet alleen ziet, maar voelt – een herinnering aan de kracht en pracht van het verleden.

Na ons bezoek aan Angkor Wat rijden we door naar Ta Prohm, een van de meest bijzondere tempels in het Angkor-gebied. Deze tempel is vooral bekend geworden door de film Tomb Raider, waarin Angelina Jolie een iconische scène speelt tussen de eeuwenoude ruïnes. Maar Ta Prohm is veel meer dan een filmlocatie. Het is een plek waar geschiedenis en natuur op indrukwekkende wijze samenkomen.
Wat Ta Prohm uniek maakt, is dat het grotendeels is behouden zoals men het aantrof bij de herontdekking: volledig vergroeid met de jungle. Waar andere tempels vaak uitgebreid zijn gerestaureerd, heeft men hier bewust gekozen om de natuur haar werk te laten doen. Het verwijderen van de bomen en wortels zou namelijk meer schade aan de eeuwenoude structuren veroorzaken. Het resultaat is een fascinerende balans tussen de kracht van de natuur en de grootsheid van de menselijke architectuur.

Terwijl ik door Ta Prohm loop, word ik telkens verrast door het spectaculaire beeld van gigantische bomen die zich als een levend netwerk over de tempelstructuren hebben gewikkeld. Wortels kronkelen over muren en dakconstructies, alsof ze de tempel beschermen en tegelijkertijd proberen over te nemen. Het is een tempel waar de natuur zichtbaar haar gang heeft kunnen gaan, zonder dat de jungle de structuren volledig heeft verwoest. Enkele delen zijn gerestaureerd, maar het grootste deel is in oorspronkelijke staat gelaten, wat de plek een mysterieuze en bijna magische sfeer geeft.

In de tijd van Jayavarman VII, de grote Khmer-koning die ook verantwoordelijk was voor de bouw van Angkor Thom (daar ga ik straks heen), was Ta Prohm niet alleen een tempel, maar een levendig religieus en sociaal centrum. Rond de tempel woonden zo’n 12.500 mensen, waaronder achttien hoge priesters en meer dan zeshonderd danseressen die in de tempel dienden. In de omliggende dorpen leefden nog eens ruim 80.000 mensen die verbonden waren aan de tempel, bijvoorbeeld als arbeiders, boeren of ambachtslieden. Deze cijfers geven een indruk van de enorme betekenis die Ta Prohm had binnen het Khmer-rijk.

Voor mij is Ta Prohm een van de mooiste plekken in het Angkor-gebied. Het contrast tussen de verweerde stenen en de levendige kracht van de natuur maakt het een bijna surrealistische ervaring. Het laat zien hoe de natuur en de tijd zelfs de meest indrukwekkende menselijke prestaties kunnen overnemen, en toch een betoverende schoonheid achterlaten.

Angkor Thom, de “Grote Stad,” zoals de naam in het Khmer betekent, is een van de meest fascinerende hoofdstukken in de geschiedenis van het Khmer-rijk. De oorsprong van de naam ligt in het Sanskriet: Nagara Dharma, wat “de grote of prachtige hoofdstad” betekent. In de loop der tijd werd dit verbasterd tot Nokor en uiteindelijk Angkor Thom. Maar officieel heette de stad Yasodharapura, “de stad die glorie schenkt.”

De geschiedenis van Angkor Thom begon rond het jaar 900, toen koning Yasovarman – wiens naam “Glorie is mijn schild” betekent – de hoofdstad van het Khmer-rijk stichtte. De stad, die een oppervlakte van vier bij vier kilometer besloeg, was niet ommuurd, maar omgeven door dijken en grachten. Binnen deze grenzen bevonden zich rijstvelden, boomgaarden en houten huizen op palen, waardoor slechts sporen van het oorspronkelijke stadsleven bewaard zijn gebleven. Het middelpunt van de stad was een monumentale tempelberg met vijf terrassen en torens, het enige bouwwerk dat van steen en baksteen was gemaakt.
Het ontwerp van Yasodharapura was niet Indiaas, zoals men misschien zou verwachten, maar geïnspireerd door de klassieke Chinese steden. Deze steden waren rechthoekig, met een schaakbordpatroon van straten en een paleis in het noorden. Ook in Yasodharapura lag het koninklijk paleis, dat helaas volledig van hout was en nu verdwenen is. In de eeuwen die volgden, bouwden verschillende koningen nieuwe tempelbergen, vaak in het centrum van de stad. Hierdoor verschoof de ligging van Yasodharapura regelmatig. In totaal ontstonden er zeven versies van de stad, elk op een iets andere locatie.

Na 1180, na de verwoesting door de Cham (uit het huidige Vietnam), kreeg de stad haar definitieve vorm onder leiding van koning Jayavarman VII. Hij versterkte Angkor Thom met stenen muren van drie bij drie kilometer en gaf de stad vijf grote poorten. Deze nieuwe hoofdstad stond via een netwerk van heirwegen in verbinding met Zuidoost-Cambodja, Vietnam en zelfs Thailand. De beroemde Victory Gate, gelegen aan de oostelijke muur, was een strategisch belangrijke toegangspoort, onder andere voor militaire campagnes.
Hoewel Angkor Thom een toonbeeld van macht en grandeur was, begon het rijk na verloop van tijd te verzwakken. Vanaf het noorden bedreigden de Thai de Khmer-staat. Zij vielen Angkor tweemaal binnen en plunderden de stad. Rond 1435 werd het politieke centrum van het Khmer-rijk verplaatst naar het veiligere Phnom Penh. De invloeden van Angkor Thom bleven echter voortleven, met geroofde kunstschatten die de Thaise hofcultuur van Ayutthaya en Bangkok inspireerden.

De Victory Gate is een van de meest bijzondere overblijfselen van Angkor Thom. Deze poort, die rechtstreeks naar het Koninklijk Paleis en het Olifantenterras leidde, speelde een belangrijke rol in de militaire triomfen van het Khmer-rijk. Hier marcheerden legers naar de strijd en keerden ze zegevierend terug. De balustrades bij de poort zijn versierd met beelden van goden en demonen, hoewel veel sculpturen beschadigd zijn. Toch is het prachtig, vooral als ik de top van de stadsmuren beklim voor een uitzicht op de poort, omlijst door de jungle.

In het midden van Angkor Thom verrees de Bayon-tempel gewijd aan de Boeddha. Deze tempel is beroemd vanwege zijn bijna tweehonderd gebeeldhouwde portretkoppen, waarvan wordt aangenomen dat ze de Boeddha, de bodhisattva Lokesvara, of zelfs koning Jayavarman VII zelf voorstellen. Rondom de Bayon-tempel strekte zich een netwerk van kanalen, tuinen en huizen uit. De stad kende op haar hoogtepunt enkele honderdduizenden inwoners.

Na ruim 8uur tempels kijken en in de hitte rondlopen lig ik er helemaal af. De rest van de dag lig ik aan het zwembad en in de avond ga ik nog even naar de foodmarkt. Ik merk dat ik niet helemaal lekker ben en ik hoop dat dit met een goedenacht slaap en wat rust snel overgaat.

Ik vind Siem Reap vanaf het eerste moment dus echt heerlijk. De mensen zijn ontzettend vriendelijk. De stad is schoon en voor Aziatische begrippen rustig. Ik snap dat mensen hier langer dan gepland blijven. Cambodja heeft met tot nu toe ontzettend verrast!