India, officieel de Republiek India is met 1.326.093.247 (2020) geregistreerde inwoners na de Volksrepubliek China het grootste land ter wereld naar inwonertal. Wetenschappers verwachten dat India tussen 2020 en 2030 het land met het hoogste inwonertal ter wereld zal worden.
India ligt op het Indisch subcontinent en is voor het grootste deel een schiereiland, dat in het westen en zuiden grenst aan de Indische Oceaan en in het oosten aan de Golf van Bengalen. In het noorden grenst het land (van west naar oost) aan Pakistan, China (voornamelijk Tibet), Nepal, Bhutan, Myanmar en Bangladesh. Ten zuidoosten van India in de Indische Oceaan ligt de eilandstaat Sri Lanka en ten zuidwesten ervan liggen de Maldiven.
India is een federale republiek onderverdeeld in 28 staten en 8 unieterritoria (waaronder het nationaal hoofdstedelijk territorium).
De hoofdstad is New Delhi, maar de grootste stad van het land is Mumbai.
Mumbai (tot 1996 Bombay en door velen nog zo genoemd) is de grootste stad van India en de hoofdstad van de deelstaat Maharashtra. De stad is gevestigd op het eiland Salsette, gelegen aan de Arabische Zee. Samen met de voorsteden is Mumbai een van ’s werelds grootste stedelijke agglomeraties. In Mumbai wonen er ongeveer 19,4 miljoen geregistreerde inwoners. Het totaal van geregistreerd en ongeregistreerd wordt geschat op 22,5 miljoen.
De Griekse cartograaf Ptolemaeus vermeldde in de tweede eeuw n.Chr. de stad als Heptanesia, wat Oudgrieks is voor “een plaats van zeven eilanden”. Mumbai bestaat namelijk uit 7 aan elkaar verbonden eilanden. De Portugezen noemden het ‘Bom Bahia’, ‘Buon Bahia’ of ‘Bambain’, Portugees voor ‘Goede Baai’. In 1538 noemden zij het ook wel Boa-vida, ‘het eiland van het goede leven’. Toen later de Britten de controle over India verwierven werd de naam verengelst naar Bombay hoewel Marathi- en Gujarati-sprekers (de eerste inwoners van Mumbai) de stad als Mumbai kenden. In 1996 werd de naam officieel gewijzigd in Mumbai, conform het streven om Indiase steden te hernoemen naar de originele Indiase benamingen.
Mumbai is het culturele en commerciële hart van India. Het huisvest een boel belangrijke financiële instellingen en vele Indiase bedrijven hebben er hun hoofdkantoor. Vanwege de hogere levensstandaard worden immigranten van over heel India aangetrokken, de stad is daarom ook een smeltkroes van verschillende Indiase culturen.
Behalve om de industrie is Mumbai ook bekend om zijn filmproducties. Mensen uit de hele wereld komen hierheen om te acteren en te werken in Bollywood, een samentrekking van de oude naam Bombay en Hollywood.
Paardrijden in India is een nieuwe sport (ik heb het dan over springen en dressuur. Racen en polo bestaat hier al langer). Tot een jaar of 10 geleden zag je hier enkel het inheemse ras de marwari. De marwari is een zeldzaam paardenras uit de Indiase regio Marwar in de deelstaat Rajasthan. De marwari stond in het verleden vooral bekend als een uitmuntend krijgspaard. Een in het oog springend kenmerk van het ras bestaat in de typische, naar binnen gekrulde, kleine oren. Het huidige marwaripaard stamt af van de cavaleriepaarden die de regerende families en krijgers in de geschiedenis van het feodale India onafgebroken dienden sinds het begin van de raszuivere fokkerij rond 1200.
Het paard werd ook gebruikt als licht trekpaard in de landbouw en als lastpaard. Het kan gebruikt worden als tuigpaard in de mensport en als rijpaard voor springen en dressuur. Sommige worden gebruikt voor polo. Veel exemplaren van het ras vertonen een natuurlijke aanleg voor telgang.
Sinds 10 jaar worden er paarden geïmporteerd. De paarden komen voornamelijk uit Nederland (paarden is een van Nederlands grootse exportproduct), Duitsland en België. Dit is alleen weggelegd voor de aller-aller rijksten in de samenleving. Van de meer dan 1 biljoen mensen die in India wonen rijden er slechts 20.000 paard. Het niveau van rijden in India is laag. Er is weinig tot geen goede instructie aanwezig. De rijke mensen kopen hele dure paarden (vanaf 20.000 euro), importeren deze naar India en zitten er vervolgens op. Na enige tijd ontstaat er gedoe tussen ruiter en paard omdat het paard niet getraind wordt en zijn souplesse niet behoudt. De ruiter die het paard niet kan trainen vindt het paard onhandelbaar. Soms worden paarden op deze wijze afgedankt en doorverkocht en wordt er een nieuwe geïmporteerd. Het ego van de ruiter zit het levensgeluk van een paard altijd in de weg. Naast paarden worden er tegenwoordig ook ruiters en trainers uit Europa gehaald voor hun kennis en kunde. In sommige gevallen (zoals het gezin waar ik zal verblijven) gaan de ruiters zelfs een tijdje in Europa trainen.
Dinsdag 29 november
Om 13.25 lokale tijd (ik leef vanaf nu een 4.5 uur voor op Nederland) land ik in Mumbai. Op het moment dat ik opsta om het vliegtuig uit te lopen krijg ik van de stewardessen complimenten dat ik zo lang heb geslapen. Ik heb het opstijgen in Heathrow (daar had ik een overstap) niet meer meegekregen en zo ik werd 7.5 uur later wakker. Er zijn weinig plekken waar ik zo diep kan slapen als in een vliegtuig. Voordat ik in slaap val maak ik nog kennis met een mevrouw die naast mij zit. Deze mevrouw gaat 3 weken naar India om in een ashram te mediteren. Ze is 83 en komt al sinds 1990 een paar keer per jaar naar India om dit te doen. Haar witte haren vallen rond haar schouders. Ik vind haar inspirerend. Niet per se vanwege de ashram en wel vanwege het feit dat ze zo ondernemend is. Dat is wat ik ook graag voor mijzelf wens bij het ouder worden.
De zenuwen die enorm aanwezig waren voor vertrek zijn verdwenen op het moment dat ik geland ben. Ik merk dat ik zin heb. Zin in een nieuw avontuur wat dit ook mag gaan zijn.
In Mumbai ben ik binnen 15 minuten door de immigratie. Een simkaart halen duurt langer. In de rij voor de simkaart ontmoet ik een Duitser die zich voorstelt als Eddie. Hij is hier voor zaken, hij werkt voor een bedrijf wat in de clean-air technologie zit. Omdat we lang moeten wachten (35 minuten) raken we aan de praat. Op het moment dat ik aan de beurt ben blijkt dat ik niet met mijn kaart kan betalen. De 2 pinautomaten geven geen geld. De Duitser schiet het voor. Ik geef hem mijn nummer zodat ik hem online terug kan betalen. Even later appt hij mij dat het goed is. Het is een klein bedrag en wel met de voorwaarde dat als ik iemand tegenkom die stoeit ik diegene zal helpen. Dat vind ik een heel mooi gebaar.
Buiten staat Shankar op mij te wachten met een bordje waar mijn naam op staat. In de auto kom ik erachter dat hij Nepalees is en de hoofd chauffeur/assistent van Dilprit (de vader van het gezin waar ik bij verblijf). Shankar wil graag zijn Engels oefenen dus we kletsen gezellig. Ik zal snel leren dat dit niet bij iedereen zo gaat want niet iedereen spreekt overtuigd Engels.
Shankar vertelt dat hij vorig jaar met de familie mee geweest is naar België. Daar heeft de familie een tijd gewoond vanwege Jai (de jongen die ik ga trainen) zijn aspiratie om zich te ontwikkelen in de springsport.
Shankar heeft in België, Londen en ook Parijs autogereden. De ophef over De Peripherique in Parijs snapt hij niet. ‘Het is niks vergeleken met Mumbai’, zegt hij. Dat snap ik wel als ik hem zo tussen het verkeer in Mumbai ziet manoeuvreren. Ik ben trouwens voorin gestapt en Shankar kijkt mij verbaasd aan. ‘Madam in the back?’, vraagt hij. ‘No, I’m okay here’, antwoord ik. Dit zal de laatste keer zijn dat ik voorin zit.
Dan komen we aan op Carter Road in Bandra. Deze wijk is volgens de Lonley Planet hip and happening. Het appartementencomplex is aan de buitenkant oud. De eerste 3 etages zijn dichtgespijkerd. Etage 4 en 5 zijn immens groot en goed onderhouden zo ook als etage 6 waar ik verblijf. Het appartement is van binnen groot. Een ruime woonkamer met een balkon waar je uitkijkt over de Arabische zee. Over de volle breedte staat de schuifpui open en een heerlijke bries waait binnen. In Mumbai een huis met direct zeezicht is zeldzaam en extreem kostbaar.
Shankar doet een deur open die aan de huiskamer grenst. Ik heb een kamer met eigen badkamer (dat hebben alle kamers in dit huis kom ik later achter) en op mijn nachtkastje staan veel flesjes water. Daar zit ik dan. Ik heb ondertussen een enorm heftige hoofdpijn. Na 2 paracetamol, 5 minuten liggen en mijzelf wat opgefrist te hebben besluit ik van mijn kamer af te gaan. Shankar vraagt of ik zo wil lunchen en dat lijkt mij heerlijk. Op dat moment komen Dilprit, Jai en Shwetambara (de moeder) binnen. Aan tafel krijg ik uitgelegd wat ik eet en hoe ik eet (met de rechterhand maar bestek mag ook) en het eten is GODDELIJK!
Shwetambara geeft aan dat ze zoveel mogelijk groente uit haar groentetuin haalt (van hun farm house) en verder alles zo min mogelijk bewerkt. Ik ben vooral onder de indruk van de kruiden. Daarna krijg ik een instructie wat betreft het water. De eerste paar dagen mag ik alleen uit de flesjes water drinken en na een paar dagen (als mijn westerse buik het goed doet) mag ik over op gefilterd water. Verder is de mededeling van nooit het drinkwater drinken duidelijk (al ging dit vanmorgen bij het tandenpoetsen helaas al helemaal mis maar gelukkig lukt het mij nog om het uit te spugen).
Aan tafel klets ik wat met Jai en we kijken filmpjes van zijn paard en zo vormt bij mij al een beeld waar we aan kunnen werken. Ik voel me op mijn gemak met Shwetambara. Ze vertelt dat ze psychologe is en vooral gezinnen en koppels begeleid. Ze vertelt mij ook meer over hun avontuur in België vorig jaar waar ze ook een huis hebben. Ze zou graag willen dat Jay straks in de Verenigde Staten of Nederland rechten gaat studeren. Ze heeft een voorkeur voor Europa ze vindt dit een heel fijn continent. Ook met het oog op Jay zijn ambitie in de paarden is Europa een fijne keuze. De kinderen zitten op een privéschool en hierdoor hoeven ze geen uniform te dragen. Ook is deze school erg internationaal georiënteerd.
Van Jai hoor ik een paar dagen later dat hij liever naar Zwitserland gaat.
Aan het einde van de middag besluit ik een uurtje buiten te gaan wandelen over de boulevard. India ruikt als geen ander land ruikt. Heerlijke etensgeuren en ook verrotting. Er vliegen veel havik soortige vogels in de lucht. Ze cirkelen boven de zee. Mensen zijn aan het joggen of zitten te kletsen op bankjes. Ik word veel en intens aangestaard. De boulevard zelf is vrij schoon en alles daarbuiten is vol plastic, etensresten en afval.
Wanner ik weer thuis ben ontmoet ik de ouders van Shwetambara. Zij wonen in Kota in de provincie Radjastan (in het noorden). Ze vertelt dat ze hier 3 weken is geweest en dat haar andere dochter ook was overgekomen uit Florida. Ze vertelt dat ze ruim 45 jaar gynaecoloog is geweest en sinds 3 jaar met pensioen is. Haar man is ook arts en samen staan ze aan het hoofd van een kliniek. De vraag die al binnen 2 minuten valt is: ‘Are you married, and do you have children?’ Daarna volgt de vraag: ‘why not?’
Tja terwijl ze dit vraagt komen er in mijn hoofd ontelbaar veel antwoorden voorbij.
ik ben al een keer getrouwd geweest.
Ik ben de juiste niet tegen gekomen.
Ik weet het zelf niet.
Ik besluit het niet al te ingewikkeld te maken en te antwoorden dat ik mijn leven anders wil inkleuren. Er volgt een mooi gesprek. Zij geeft aan dat India ontzettend conservatief is m.b.t. vrouwen en het huwelijk. Als een meisje op 25-jarige leeftijd nog niet getrouwd is dan wordt er over haar gesproken dat er vast iets mis met haar moet zijn. Ik moet hier een beetje om grinniken want volgens mij gebeurt dit in Nederland ook nog steeds. Hoewel wij in Nederland natuurlijk meer stappen hebben gemaakt wat betreft emancipatie is het vaak ook nog om te huilen hoezeer trouwen en kinderen krijgen de (heteronormatieve) norm is. En dat de hele maatschappij hier ook op ingericht is. Wat ook weer bizar is gezien in 2050 de helft van de Nederlanders single zal zijn. Vasthouden aan dingen in een maatschappij alleen maar omdat er gezegd wordt: ‘We hebben dit altijd zo gedaan’ en ‘het is traditie’, is niet genoeg. Want hoe mooi is het als we in kunnen zien dat als we flexibeler zijn en mee veranderen en hier open voor staan wij ons als mens ontwikkelen. In plaats vasthouden aan iets wat niet meer van deze tijd is. Daarbij, wij als mens sterven (gelukkig maar) na een gemiddelde tijd van 83 (wat weinig!) jaar en dan geven wij de wereld door aan de volgende generatie van wie wij de wereld lenen dus laten we het mooier en opener doorgeven.
Terug naar de moeder van Shwetambara zij kreeg haar eerste kind met 21 en de tweede met 25 en daarna heeft ze keihard gewerkt. Als ik haar vraag hoe het voor haar was om kinderen te combineren met een carrière kijkt ze mij een beetje vreemd aan. Ze legt uit dat dit goed te doen is omdat je mensen in dienst hebt die voor je kind en het huis zorgen.
Hierna ontmoet ik Aryatara. Arya is 5 jaar en het jongere zusje van Jai. Ik zou haar kunnen omschrijven als een klein meisje met een grote persoonlijkheid. Ze vertelt dat ze op de farm house een pony heeft met de naam Ginger. Ze vertelt over school en over dat ze niet kan wachten tot hun nieuwe huis met zwembad klaar is en dat ze dit oude huurhuis kunnen verlaten. Terwijl Arya kletst komt haar nanny haar halen voor bad en bed. Aan de interactie te zien is dit niet haar favoriete moment. Ze negeert de nanny eerst en valt daarna uit. De nanny loopt achter haar aan als ze haar haren moet borstelen. De nanny ruimt alle rommel op die Arya in een spoor achter laat. De nanny loopt met een bakje fruit achter haar aan om haar te voeren. Shwetambara grijpt alleen in als Arya te brutaal is. Ik zal mij hier de komende tijd nog geregeld over verbazen.
Om 20.30 gaan we aan tafel. Over het eten kan ik elke dag, 3 keer per dag hetzelfde melden namelijk dat het ontzettend lekker is en ik de namen van de gerechten niet kan onthouden. Elke dag is anders en elke dag is ook vers met veel groente en smaak.
Er word een plan gemaakt voor morgenochtend zodat ik naar de paarden kan en blijkbaar gaan we (ik dus ook) op reis. We gaan een dag paarden testen in New Delhi en een paar dagen op wedstrijd in Bhopal. En daarna naar de farm house. Ik laat het allemaal gebeuren.
Na het eten is het tijd om naar bed te gaan. Mijn hoofd loopt over van alle indrukken.
Ik moet wennen aan de temperatuur, andere tijden en een ander ritme. Ik moet wennen aan het constante geluid van buiten, de geuren en de kleuren. Het is geweldig en ook overweldigend.






Om 6.30 gaat de wekker (dat is lang geleden) en ik word compleet gedesoriënteerd wakker. De gordijnen blijken dicht te zitten, die laat ik vanavond open. Terwijl ik aan de eettafel schuif voor een kopje thee is het personeel bezig in de keuken en zie ik dienbladen naar de slaapkamers verdwijnen. De slaapkamers van het gezin zijn in een andere vleugel.
Om 7uur staat Pradeep beneden klaar (medewerker van Dilprit die normaal op kantoor werkt) hij gaat met mij mee naar stal. Rajesh is onze chauffeur. Onderweg is erbuiten veel te zien. Ik zie veel hardlopers en een paar fietsers. Op een dor veldje wordt er cricket gespeeld.
De paarden staan in de stallen bij de Mahalakshmi renbaan. Het rijden zelf gebeurt bij ARC: De Amateur Riders ‘Club. Deze werd in 1942 opgericht door mensen die paarden bezaten die werden gestald bij de lijfwachten van de gouverneur.
Na 1945 werd een stallencomplex gehuurd van HH The Maharaja of Gwalior. De Club kocht 4 eigen paarden en biedt sinds 1954 paardensportfaciliteiten aan haar leden en traint ook studenten van het Bombay Veterinary College. De eerste bereden sporten werden gehouden in Matheran in de zomer van 1943 en sindsdien worden ze elk jaar in Mumbai gehouden, samen met polotoernooien, Gymkhana-races en andere paardensportactiviteiten. De club ging een nieuwe fase in haar activiteiten in met de komst van de onafhankelijkheid van India.
Tegenwoordig is de Amateur Riders ‘Club een van de belangrijkste instellingen in zijn soort in het land. Het huidige stallencomplex werd in januari 1977 in gebruik genomen. De club is tegenwoordig de grootste civiele paardensportorganisatie in India met ongeveer 1400 leden. Dit is tevens de enige accommodatie in Mumbai wat paarden betreft.
Rondom de renbaan zit een sloppenwijk waar mensen wonen die horen bij de mensen die de paarden verzorgen. De auto stopt bij een onverharde weg. Samen met Pradeep loop ik naar de stal. Het is een hele ouderwetse stal en helemaal passend voor hier. De paarden staan er brandschoon bij. Geen spinnenwebje te vinden. Hier ontmoet ik de 2 grooms. Elke groom heeft een paard om voor te zorgen. Ze slapen boven de stallen. Als Jai op wedstrijd gaat dan gaan de grooms met de paarden mee. Helaas spreken ze beperkt Engels en gelukkig kan Pradeep vertalen. Ik wil zowel Carna als Kazaar graag longeren en daarna wil ik Kazaar rijden. Ik kijk toe hoe de paarden worden klaargemaakt. Als ik Carna van de groom wil overnemen wordt het even ongemakkelijk. Het is hier niet de bedoeling dat ik zelf wat doe. Om te verbinden met het paard wil ik haar toch zelf meenemen. We lopen 2 kilometer van de stal naar de accommodatie waar ik aan het werk kan. Onderweg is het een surreëel. Ik zie overal stal gebouwen waar mannen aan het werk zijn. Ik zie magere kleine jochies op vurige kleine paarden terugkomen van de renbaan. Ik zie een oerwoud aan bomen en het is zo ontzettend groen. Ondertussen voel ik dat het warm gaat worden en loopt het zweet over mijn rug.
In het midden van de renbaan is de accommodatie van de Amateur Riding Club. De grap is dat op de renbaan paarden getraind worden in de cirkel naast de renbaan mensen aan het hardlopen zijn of sportklasjes. Er gebeurt, ook hier, heel erg veel.
Ik longeer Carna eerst en daarna Kazaar. Carna is het toppaard van Jai. Ze is vorig jaar aangekocht in België en ze is een junioren paard geweest. Voor de niet kenners dat is een heel ervaren paard wat veel wedstrijden door heel Europa heeft gereden en veel heeft gezien en ook hoog heeft gesprongen. Het contrast is er ook omdat Jai hier wedstrijden rijdt op slechts 90 cm.
Kazaar rij ik ook even en dat is een uitdaging. Het is een ex-renpaard dat net zo lenig is in zijn lijf als ik. We stoeien samen en pas na 20 minuten wordt hij zachter.
Ik heb wat om over na te denken en om te bespreken met zowel Jai als Dilprit.
Weer thuis tref ik Shwetambara en haar ouders aan het ontbijt. Ik schuif aan. Ik krijg de Indiaanse versie van havermout, het is een rijst van hele kleine korrel zacht gekookt met kruiden. Hier doe ik pittige korrels over (ziet eruit als beige hagelslag) die alles een bite geven. Daarnaast eet ik wat fruit en drink ik chai.
Chai betekent thee en het is een kruidige (kaneel, kardemom, kruidnagel, gember, peper) zoete thee met melk.
Ik ben hier in India vegetarisch (en geen eieren) en niet vegan. Alles wordt klaargemaakt in Ghee. Ghee wordt meestal bereid door boter te laten sudderen, die wordt gekarnd uit room waarbij vervolgens het heldere vloeibare vet te gieten en vast te houden terwijl het overige wordt weggegooid. Ruim 30% van de Indiërs is vegetariër en dat betekent dat de gerechten hier prima bij aansluiten.
In de middag tref ik Shwetambara. Ze geeft aan dat er naast de chauffeurs ook 2 mensen in de keuken werken en 2 mensen in het huishouden, de honden uitlaten en die ook weer bedienen met eten. Daarnaast is er de nanny en 1 vrouw die veegt en dweilt. Het personeel slaapt hier ook in huis en als ik iets nodig heb moet ik dit aan ze vragen. Ze geeft aan dat zij het fruit voor mij op een schaal legt en dat dit ook gewassen is met water uit flesjes. En als ik iets anders wil ik dit moet vragen.



Zowel op donderdag als op de vrijdag begin ik mijn dag om 7.15 met een yogales. De yoga school is op 15 minuten lopen en de lessen worden druk bezocht. Het is een hele pittige power yogales van ook een hele pittige lerares. Tijdens de yoga voel ik hoe stijf ik ben. Mijn spieren voelen kort en pijnlijk aan. De docent duwt mij af en toe wat dieper. ‘Bend deeper Natalia’, zegt ze terwijl haar hand op een stuk lichaam duwt wat protesteert. Ik voel hoe lucht uit mijn lijf geperst wordt. Ook al is het echt afzien het gevoel erna is heerlijk.
Tijdens de yoga is er ook veel aandacht voor het ademhalen. We oefenen verschillende technieken en ik vind dit leuk om te leren. Tijdens de lessen moet ik wel eens zacht grinniken als ze bij een mede student langsloopt en hem of haarstreng aanpakt. Omdat het bijna absurd is. Ik vind de lerares persoonlijk wel een beetje eng en ze is wel een van de betere docenten die ik ooit heb gehad. Ze gaat voor mij zitten zodat ik kan opefenen met de ademhalingen en ze geeft iedereen goed aandacht.
Ik wandel voor het eerst door de wijk. De dagen zijn qua temperatuur allemaal hetzelfde en qua beleving anders. Het maakt een enorm verschil uit of er een briesje vanuit zee komt. Zoveel inwoners in een stad, dat doet wat met een stad. De geuren zijn indringend en aanwezig. Ik ben nog niet geland als in dat ik een ritme heb. Waar ik thuis in Nederland om 21 uur al lang in bed lig wordt er hier rond die tijd pas gegeten. Er is altijd geluid en er zijn altijd mensen. Vanuit mijn bestaan in Dieren waar ik mij terug kon trekken zoals ik het wil naar waar ik nu ben is een grote overgang. Ik probeer lief voor mijzelf te zijn en ik word ook een beetje onrustig
Na de yoga bezoek ik samen met Dilprit het nieuwe huis. Het is een enorm hoog appartementencomplex wat zuidelijker ligt en op slechts 10 minuten van stal.
Het verkeer in Mumbai is dus zo heftig dat ik s ’avonds van stal naar huis vaak meer dan een uur in de auto zit omdat het overal vaststaat. Zonder verkeer doe je er 25 minuten over. Dichterbij wonen maakt dat je minder lang in de auto hoeft te zitten en dat is heel erg fijn.
Als we aankomen rijden lijkt het eerder een hotel. Een meneer doet open en buigt. De lobby is gigantisch groot met overal marmer, beige, walnoothout en goud qua tinten en accenten. Er is beneden een restaurant, cafetaria, bibliotheek, squashbaan, zwembad (buiten) en ook een glijbaan in het zwembad. Er is een muziekkamer, golfkamer, spa en er wordt nu een baan aangelegd zodat je kan joggen.
Het huis waar ze gaan wonen is hoog gelegen (ik weet even niet meer welke etage) en het eerste wat mij opvalt is dat je het verkeer niet hoort. Complete rust. Behalve dan dat er overal gerenoveerd wordt. De vloeren en alle badkamers lijken allemaal marmerachtig te zijn. Dilprit loopt met een keukenbouwer, aannemer en architect door het huis. Er moeten wijzigingen worden aangebracht. Het is de bedoeling dat ze de gastenkamer als eerste in orde gaan maken zodat ik hier volgend maand mijn intrek kan innemen. Dan ga ik op mijzelf wonen en dat lijkt mij ook heerlijk. Hier ontmoet ik ook Maria ook in het echt, ze is de Persoonlijke Assistente van Dilprit.
Op donderdag komt Bobin dineren. Bobin is de trainer van Jai hier in Mumbai. Verder schijnt Jai ook een trainer te hebben bij de farm house. Dan heeft hij Anneliese in België en ben ik hier om hem ook wat uit te leggen. Bobin werkt sinds zijn 13e in de paarden. Hij is verbonden aan het ARC als coach en gaat ook mee naar wedstrijden. Hij regelt het vervoer, zorgt dat iedereen op tijd vertrekt en regelt alles van de transport tot de stallen. Ook organiseert hij de wedstrijden op ARC zelf. Bobin heeft veel ervaring en weet goed hoe het in India werkt. Ik vind het wel lastig dat in de gesprekken het heel erg over de ruiter gaat qua prestatie en er weinig ruimte is voor de paarden. Gesprekken waarin Bobin zegt dat Jai volwassener moet worden als hij wat wil bereiken in de sport. ‘Wat betekent dit?’, vraag ik wanneer Bobin dit 3 heeft herhaald.
Bobin zegt dat dit betekent dat hij beter moet luisteren in de lessen en hij zich meer moet inzetten.
Bobin geeft aan dat Jai over een paar jaar India kan vertegenwoordigen op nationale wedstrijden in de eventing.
Er wordt niet gesproken over dat Jai moet leren paarden trainen in plaats van erop te zitten en mee te liften. Dat dit niks te maken heeft met volwassen worden (ik vind volwassen zijn echt 1 grote grap) maar enkel met ervaring, tijd en de juiste begeleiding. Hij is pas 12 heeft medium talent (niks mis mee als je ook hard kan werken) en hij moet kilometers maken. Leuke van paardrijden je wordt er altijd beter in, nooit slechter.
Aan tafel zijn er ook gesprekken over kostscholen waarbij het standpunt gedeeld wordt dat jongens daar echte mannen worden. Ik ben het hier niet mee eens en dit is ook niet mijn wereld.
Tijdens het gesprek komt ook naar voren dat Dilprit Sikh is. Ik ben verbaasd omdat hij geen tulband draagt. Ik vraag hiernaar. Hij zegt dat hij het Sikhisme in zijn hart belijdt maar niet meer in het uiterlijk. Zijn vader vond het heel moeilijk toen zijn tulband af ging en hij zijn haar en zijn baard eraf heeft gehaald. En zijn vader heeft hem wel deze ruimte gegeven. Als oudste was Dilprit altijd voorbestemd om het bedrijf van zijn vader over te nemen en hij geeft aan dat het niet openlijk voor je godsdienst uitkomen veel vrijheid en meer kansen met zich meebrengt.
Als ik op vrijdag na de yoga terug thuis ben is de familie is vertrokken voor een lang weekend naar de Malediven. Een exotische vorm van een weekendje Texel zullen we maar zeggen. Hoewel ze echt ontzettend vriendelijk zijn merk ik ook dat eigen ruimte hebben en alleen zijn mij beter past. Ik kan mij dan meer ontspannen. Het huispersoneel heeft dat gevoel blijkbaar ook. Normaal hoor je ze niet en nu praten en lachen ze hardop. Er worden telefoontjes gepleegd terwijl ze aan het werk zijn. Ze zitten in het zicht op de grond. Ze zijn duidelijk meer aanwezig. Ik vind dit heel erg leuk om te zien.
Ik vraag chauffeur Radeshj om mij naar Linking Road market te brengen. Wanneer we aankomen wil hij per se met mij meelopen. Na hevig aandringen en naar de auto wijzen gaat hij weer terug. Radesj spreek consequent geen Engels tegen mij of soms per app het woordje ok. Hij doet wel constant de hoofdknik. Deze hoofdknik is heel typisch voor iedereen in India. Toen ik bij Spark in dienst was werkte ik daar met Shagun en Gopika. Beide komen ze uit India en beide doen ze ook de hoofdknik. Hiervoor heb ik geen enkele ervaring met mensen uit India en gewoontes. De eerste keer dat ik met Shagun in een gesprek was deed hij dat hele tijd terwijl ik aan het praten was. In mijn hoofd dacht ik alleen maar: waarom doet hij dat? Is hij het er niet mee eens? Is hij er wel mee eens? Wat is dit?
Later in gesprek heb ik wel eens gezegd: ‘Je wiebelt de hele tijd met je hoofd, is dat een ja of een nee of een bevestiging, ik kan dit niet lezen’. En toen moesten we lachen. Ook met Gopika heb ik wel eens gevraagd: ‘Is dit dat je luistert of een ja of een nee?’ Ook daar werd wat afgelachen. Beide gaven ook direct aan dat de hoofdknik zo intrinsiek aan de Indiase cultuur is dat de lokale bevolking nauwelijks beseft dat ze het doen of hoe verwarrend het kan zijn voor iemand die er niet mee bekend is.
Toen leerde ik over de hoofdknik dat het een kruising is tussen een ja en nee (voor ons) en dat het van alles kan betekenen. Terug naar Radeshj op de Linking Road market ik merk dat ik langzaam aan het verschik bij hem ga zien tussen een ja en nee. Even later krijg ik een berichtje van Dilprit of alles okay is omdat ik er alleen op uit ben. Blijkbaar had Dilprit hem geïnstrueerd om op mij te passen.
Linking Road market is een straat met allemaal winkeltjes en kraampjes waar je kan shoppen. Als ik na een klein uurtje uitgewandeld ben zie ik de chauffeur slapen in de auto. Ik voel me bezwaard en tik dan toch voorzichtig op de ruit en hij schiet overeind. Vervolgens vraag ik Radesj mij naar Juhu beach kan brengen. Juhu beach is daar waar de lokale mensen op het strand samen komen voor picknick of een beetje hangen. Hier word ik intens aangestaard en ook door een paar lokale mannen lastiggevallen. Een jongen wil een selfie eerst zeg ik nee en als hij aub zegt ga ik toch overstag. Verder probeer ik geen oogcontact te maken, niet te lachen en er heel hautain voorbij te lopen. Het is een muur en het helpt ook al hoor ik ook iemand bitch roepen als ik niet naar hem reageer.
Ik voel mij niet per se heel erg veilig als vrouw alleen. Ik wil nog even uitzoeken en de tijd nemen wat dit voor mij betekend hier in India. Misschien groeit het nog. Het is wel een andere soort onveiligheid die ik ervaar dan in een machocultuur (Zuid-Amerika) want dat is India niet. Die mannetjes zijn zo klein die kan ik wel aan (denk ik) en ik denk dat dit meer ligt in het feit dat een vrouw hier zo weinig waard is. Dat er buitengewoon veel wreedheden naar vrouwen gebeuren.
Ik merk dat het mij goed doet om wat te ondernemen ook al zijn dit kleine dingetjes. Ik ben erg graag actief ook al is het warm.
Onderweg naar huis klamp een straatkindje zich vast aan de auto. Het is een meisje van hooguit 8 jaar met de blik van een 18-jarige. Dat is iets heel eng om te zien omdat het niet past. Dit meisje is al heel lang geen kind meer. De chauffeer doet gelijk de deuren dicht en hij gaf duidelijk aan (NO NO) dat ik het raampje niet open mocht doen om wat te geven.
Armoede en honger recht in de bek aankijken en niks doen laat mij slecht voelen. Ik vind dat je altijd kan geven.
Vandaag ben ik om 17.00 uur op stal. Ik ben vooral druk bezig de groom uit te leggen dat ik dingen zelf wil doen (geef mij mijn paard) en dat hij mij niet over het hele terrein hoeft te achtervolgen. Dat hij mag zitten en chillen en als ik iets wil ik naar hem toe kom en het hem vraag. Soms is dat alsnog grappig dan zie ik hem stiekem 250 meter achter mij aan lopen. Google translate helpt hierin wel. Kazaar is trouwens een schatje en ik ben ontzettend onder de indruk dat hij alles zo snel oppakt.
Omdat iedereen de deur uit is eet ik rond 20.00 uur en daarna niks meer.









In de ochtend ga ik met Yash op pad. Yash komt uit de bekende Dharavi sloppenwijken (hierover morgen meer) en neemt mij vandaag mee (als gids) door het oudste gedeelte van Mumbai: Colaba. Yash rijdt met mij en de chauffeur mee naar het centrum. Onderweg begint hij al uitgebreid te vertellen over de geschiedenis van Mumbai en Bandra. In Bandra zijn de Portugese invloeden ontzettend goed zichtbaar in de vorm van gekleurde huizen en de vele kerken.
Yash vraagt hoe het Nederlandse gezondheidssysteem werkt en hier volgt een interessant gesprek. In India heb je dus de ziekenhuizen van de overheid die gratis (consult gratis operatie moet je alsnog betalen kosten 2.000 roepie) zijn voor iedereen en je weet nooit wanneer je geopereerd gaat worden of de privéklinieken (kosten voor dezelfde operatie gemiddeld 20.000 roepie).
Hij wijs het duurste woonhuis ter wereld aan (Antilia) waar Mukesh Ambanie woont. Mukesh Ambani is een Indiase miljardair en zakenman. Volgens Forbes en Bloomberg Billionaires Index wordt Ambani’s nettowaarde geschat op $ 93,8 miljard op 29 november 2022, waarmee hij de op een na rijkste persoon in Azië is na Gautam Adani en de 8e rijkste ter wereld.
Antilia is een wolkenkrabber-herenhuis, met 27 verdiepingen, 173 meter hoog, meer dan 37.000 vierkante meter (400.000 vierkante voet), en met voorzieningen zoals drie helikopterplatforms, een 168-car garage, een balzaal, 9 hogesnelheidsliften, een theater met 50 zitplaatsen, terrastuinen, een zwembad, een spa, een gezondheidscentrum, een tempel en een sneeuwkamer die sneeuwvlokken uit de muren spuwt. Het architectonisch ontwerp van Antilia is vormgegeven langs de lijnen van de lotus en de zon. De bovenste zes verdiepingen van het gebouw zijn gereserveerd als privéwoning op de volledige verdieping. Het is ook ontworpen om een aardbeving met een kracht van 8 te weerstaan.
Ratan Tata, voormalig voorzitter van de Tata Group, zei dat Antilia een voorbeeld is van het gebrek aan empathie van rijke Indiërs voor de armen. Tata zei: “De persoon die daar woont, moet zich zorgen maken over wat hij om zich heen ziet en vragen hoe hij een verschil kan maken. Als hij dat niet kan, dan is dat triest, want dit land heeft mensen nodig die een deel van hun enorme rijkdom moeten besteden aan het vinden van manieren van het verzachten van de ontberingen die mensen hebben. Ik vraag me af waarom iemand dat zou doen. Daar zijn revoluties van gemaakt.
Ratan Tata staat aan het hoofd van Tata Sons, hij is ook een van de grootste filantropen ter wereld en heeft ongeveer 60-65% van zijn inkomen aan een goed doel geschonken.
De tour begint bij de Gateway of India. De Gateway werd gebouwd om het bezoek van Koning George V van het Verenigd Koninkrijk en Koningin Mary van Teck aan toen nog Bombay in 1911 te herdenken. Het duurde nog dertien jaar totdat het monument klaar was. Toen het monument net gebouwd was, was het vaak het eerste object dat bezoekers die per boot aankwamen zagen. Toen de laatste Britse soldaten op 28 februari 1948 India verlieten, liepen ze symbolisch onder de boog door. Vanaf de Gateway vertrekken diverse veerboten richting nabijgelegen eilanden. Het beroemde Taj Mahal Palace & Tower-hotel ligt op een steenworp afstand.
Van de tour vind ik de openbare wasplaats het indrukwekkendste. De Mahalakshmi Dhobi Ghat is een wasplaats in de open lucht. De wasmachines, bekend als dhobi’s (dit zijn dus de mensen), werken in de open lucht om kleding en beddengoed van de hotels en ziekenhuizen in Mumbai schoon te maken. Er staan ook een paar zelfgemaakte wasmachines maar op de hand wassen heeft de voorkeur. Er leven hier ongeveer 200 geregistreerde families en dit werk gaat over van generatie op generatie.
Aan het einde van de dag ga ik naar Kazaar. Ik longeer hem eerst, doe wat grondwerk en daarna rij ik hem. Kazaar heeft tijd nodig om sterker te worden en om dikker te worden. Hij was vandaag ontspannen. En er is tegelijkertijd zoveel om aan te werken. Ik merk wel dat ik er telkens meer lol in krijg. Ik heb namelijk alle tijd om 1 paard te doen en een groom die hem poetst en opzadelt. Na het rijden wandel ik fijn nog een poosje aan de hand. De groom vraagt vandaag 11 keer of hij het niet moet doen. Ik zeg 11 keer dat ik het zelf wil doen.
Ik zit elke dag gemiddeld 1 1/2 tot 2 1/2 uur in de auto. Vanwege de afstanden en vooral vanwege de drukte. Ik kan het niet anders uitleggen dat er in deze stad non stop file is, er non stop getoeterd wordt en er non stop verkeer is. Je hoort het overal. Ook als ik aan het rijden ben of in huis ben. Nu zit ik in de auto en rijden we weg bij de paarden. Thuis is daar de geweldige kokin. Ze geeft mij chapati die ik samen eet met een mengsel van pompoen en aardappel en daarna eet ik nog rijst en dahl.
En als ik daarna vraag om een kopje chai thee zegt ze dat ze deze al aan het maken is.
Ik moet zeggen dat ik een eigen kok wel graag zou willen hebben want ik eet nu voor het eerst elke dag uitgebreid en gezond. De laatste thuis lukte het mij niet om te koken en snaaide ik veel. Hier heb ik 3 waanzinnige maaltijden en geen enkele behoefte aan iets anders. Het is echt een cadeautje dat ik eten niet hoef te koken. Ik heb soms een bevlieging in de keuken die een maand duurt (en dat is lang) voordat ik weer aan de wraps ga.












Zondag 4 december
Bij het ontbijt praat ik met de kokin. Ik vraag of ze alles kan koken en ja zegt ze ik kan alles koken. Ik vraag of ze hier al lang werkt en ze geeft aan een tijdje. Ze vraagt of ik uit Amerika kom. Nee ik kom uit Nederland. Ik hoor een teleurstellende: ‘oh.’
‘Ik heb altijd naar Amerika gewild’, zegt ze. ‘Ik heb begrepen dat een visum voor Amerika erg lastig is.’ ‘Ik heb wel vroeger voor een Punjab gezin in Japan gewerkt.’ ‘Dat was leuk.’ ‘Ik heb helaas niet zoveel gereisd als ik zou willen en ik hou ervan om dingen te zien en te ondernemen.’
We maken een selfie.
Ze verwent mij met eten.
Haar zou ik graag in dienst willen hebben.
Vanmorgen werd ik net na half 7 wakker. Lekker ik hoef er nog niet uit. Als ik mijn telefoon open zie ik eerst een bericht van een paardentrainer dat ik tot 18.30 niet kan rijden i.v.m. race wedstrijden. Heel even ben ik geïrriteerd en dat is daarna ook weer weg. De ochtend kan wel zegt hij. Tja daar is het nu te laat voor. Dat wordt een een latertje vanavond. Om 9.00 uur heb ik een tour door de sloppenwijken van Dharavi. Pooja is mijn gids. Ze is de eerste (en tot op heden ook de enige) vrouwelijke gids in de stad. Ze is 21 en de oudste van 5. Zij werkt naast haar studie om haar ouders te helpen. Zij draagt bij aan de kosten voor de studie van haar broertjes en zusjes. Studie is hier alles zegt ze. Ze is geboren en opgegroeid in Dharavi en ze wordt gesponsord door een Amerikaans stel. Zij betalen al jaren de school en elk maand een vast bedrag voor onderhoud. Over 2 jaar vertrekt ze naar de Verenigde Staten. Daar gaat ze bij dit stel wonen en zal haartoekomst daar liggen. Ze kijkt er erg naar uit en ze geeft ook dat ze het heel spannend gaat vinden. Nu is ze aan het sparen voor de bruiloft van haar zusje dat kost veel geld. Mijn zusje gaat trouwen zegt ze dan, terwijl ik ouder ben. Vind je dat lastig vraag ik. Soms zegt ze. Er gaat voor haar gezorgd worden en ik wil eigenlijk ook niet trouwen want ik wil naar Amerika. Ben jij getrouwd? Deze erg populaire vraag krijg ik hier gemiddeld dagelijks. Voor iedereen op straat ben ik getrouwd en zwaai ik met een ring aan mijn vinger. Met pooja heb ik een ander gesprek.
De stad kent vele sloppenwijken. 43 procent van de bevolking leeft in sloppenwijken en andere informele nederzettingen. De bekendste is Dharavi, met zo’n 1 miljoen inwoners, een van de grootste sloppenwijken van Azië. Alleen Orangi Town in Karachi is groter.
De Dharavi sloppenwijk is bekend geworden na de film Slumdog Millionaire. Die hier gedeeltelijk is opgenomen. Als ik Pooja vraag wat ze ervan vindt is ze gematigd. Ze zegt: ‘ de film laat ons armer en naargeestiger lijken dan dat het is.’ ‘Het heeft met waardigheid te maken’, zegt ze.
De economie van Dharavi is gecentreerd rond pottenbakken, textielindustrie (thuisbedrijfjes) en het verwerken van herbruikbaar afval uit andere delen van Mumbai. Naar schatting telt Dharavi ongeveer 15.000 een-kamerfabriekjes. De jaarlijkse omzet van heel Dharavi wordt geschat op ergens tussen de 500 miljoen en ruim 650 miljoen dollar. Dharavi is een stad binnen een stad. Als ik Pooja vraag of zij hier net als Yash uit weg zou willen zegt ze nee. Dit is mijn thuis. Mijn baan en opleiding maakt dat ik geld verdien en dat ons leven aangenamer wordt en ik hoef hier niet weg. Ik ben hier ook gelukkig. Pooja benadrukt aan het einde: we are not Poor. We are very proud about what we do and how we contribute. It is not always easy and we all need to contributie bus we have a house, food and water.
Ze laat we zien hoe mensen het plastic sorteren. Ze horen aan het tikken met het stuk plastic op de grond in welke van de 7 categorieën het valt. Ik zie waar de gele regenjassen gemaakt worden (als er ooit India op staat is de kans groot dat het hier vandaan komt). En ze laat zien waar koffers gemaakt worden. Sommige verkopers zijn direct verbinden met Amazon en zo maakt een koffer al een hele reis voordat hij op bestemming aankomt.
De woorden van Pooja blijven bij mij hangen. We are not poor. Ik zie wel het verschil tussen de mensen in de slum en mensen die op de straat slapen. Op matjes onder de brug of op een bed aan de rand van de straat of op een kleedje op de straat. Hele gezinnen. Bij het verkeerslicht sta ik stil en zie ik een vrouw haar kind ontluizen met de hand. Ik zie een andere vrouw met water en een stuk steen haar voeten schoon schrapen. De mensen in de sloppenwijken zijn arm door de ogen van westerse mensen en door de ogen van die mensen zijn deze mensen arm. Armoede is er in vele gradaties en het heeft vele gezichten. De armoede hier is niet te vergelijken met de armoede die wij ook in Nederland hebben. Het is anders en ook hetzelfde. Armoede brengt stres met zich mee en het houdt je klein. Ook als je opgroeit kan er altijd een stres achterblijven.
Vandaag rij ik naast Kazaar ook Carna voor het eerst. Aan alles is voelbaar dat dit, kwalitatief, een paard is van een ander kaliber. En ik merk ook dat ze erg scheef is en tegen het been. Wat betreft de paarden heb ik twee hele leuke paarden om te trainen en genoeg werk om te doen. Vandaag ben ik in plaats van met de auto met de motor. Op de motor door de stad is een hele spannende ervaring. Het voordeel is dat ik veel meer zie dan vanuit de auto het nadeel is natuurlijk dat ik kwetsbaarder ben. Pradeep is mijn chauffeur en hij rijdt goed. Op de weg terug rijdt hij langs het werk van zijn broertje om mij aan hem voor te stellen. Het broertje werkt in een bedrijf die dure auto’s van extra coating voorziet zodat de lak minder snel beschadigd in dit heftige verkeer. Daarna laat Pradeep mij de grootste markt van Mumbai zien. Waar je schouder aan schouder door de menigte heen beweegt. Ik vind dit heerlijk en ik kijk mijn ogen uit.
Op de motor door de stad vind ik dus geweldig en tegelijkertijd ook vreselijk spannend. Het liefst zou ik mijn armen om de chauffeur heen willen slaan en hem fijn knijpen terwijl ik hem met mijn benen in een heup-been-klem zet. Hoewel ik graag onaangepast door het leven ga snap ik ook dat dit geen optie is. Daar zit ik dan op de motor achter de chauffeur met gepaste afstand mijn hand-met-witte-knokkels houden zich vast aan een stukje motor aan de zijkant en de andere hou ik op de rugtas van de chauffeur. Mijn benen hou ik in een ongemakkelijke hoek zodat de chauffeur niet in mijn heup-been-klem terecht kom en ondertussen voel ik een lichte kramp in het rechter gedeelte van mijn been. Ik vind echt dat wanneer je halverwege de 30 bent je je lichaam in zou moeten kunnen ruilen voor een 16 jarig exemplaar. Hoe doen mensen dit? Ontspannen achterop de motor zonder gelijk in het lichaam van een ander te kruipen of kramp te krijgen? Als Pradeep toch een keer wat plotseling moet remmen schrik ik een beetje en heb ik hem vast in mijn heup-been-klem. ‘Oei’, zegt hij. ‘Sorry’, mompel ik wat beschaamd.












Het is een krankzinnige eerste week geweest. Ik woon bij extreem rijke mensen waarbij ik een leven ben binnengestapt die niet het mijne is. En ook een leven die ik niet zou willen al is onbeperkt geld hebben wel makkelijk. Ik ben in een land waar het verschil tussen arm en rijk extreem groot is en het is hartverscheurend wat er buiten op straat allemaal te zien is. Kinderen van 8 met een blik van een 18 jarige met hongerige, wilde blikken. Mensen die hun behoefte op straat doen tussen de honden en het vuil en waar 2 meter verder iemand zich staat af te spoelen met een emmer water. Er rijden Bentlys door de stad enhet duurste woonhuis ter wereld staat hier ook. Mumbai is de stad van de allerrijksten en de allerarmsten. Het is een stad waar de mensen heen trekken om hun dromen waar te maken in Bollywood en om rijk te worden. In Mumbai is er altijd lawaai en zijn er altijd mensen. Het is een wereld op zichzelf. En voor mij is het een hele, hele ervaring!
Wat een avontuur weer Nathalie. Heel boeiend om te lezen.W.J
Dankjewel lieve papa
Prachtig verslag Nathalie. Leuk om je belevenissen te kunnen volgen. Kijk al uit naar je volgend bericht.
Hoi Lieve Tante,
Dankjewel, heel erg lief!
XXX
Wat maak je weer veel mee Nathalie. Een hele belevenis.
Hoi Lieve Tante,
Ja het is hier wel constant van de ene belevenis naar de andere :-).
Liefs!