Maandag 2 januari
Vanmorgen train ik de paarden. Dinesh en Jai kijken toe.
Eerst losrijden, dan een klein sprongetje (om te voelen hoe ze zijn) en dan mag Jai erop. Kazaar vindt het lastig om al zijn 4 benen in de juiste volgorde over de hindernis te krijgen.
Carna springt geweldig. Het hoogtepunt is dat Carna geen ninja-schop-in-de-lucht maakt wanneer je van de ene galop naar de andere galop gaat (zonder terug in draf te gaan). Hoewel dit nog niet helemaal bevestigd is (ik help Carna mee door mijn gewicht op het juiste moment naar voren te verplaatsen en niet te blijven zitten in het zadel maar half staande), is dit al een enorm fijn resultaat. Voorheen deed Carna standaard een ninja-schop-in-de-lucht bij het maken van een wissel (ander woord voor van de ene galop naar de andere galop zonder in draf te gaan). Dit is een teken dat Carna niet goed aan de hulpen is en niet lekker in haar lijf zit qua souplesse. Het is zo fijn deze verbetering te zien en ook te voelen.
Dinesh (stalruiter voor de overige paarden) komt vandaag kijken om te leren. Hij stelt, heel erg fijn, veel vragen. In gesprek met Dinesh heb ik het gevoel dat hij het theoretische gedeelte erg goed meester is en morgen ga ik kijken hoe hij dit in de praktijk brengt. Ik merk dat ik weerstand voel om hem les te geven en zodra ik bij hem aangeef dat ik morgen zal toekijken, notities maak en hem daarna feedback geef ik een bepaalde druk bij mijzelf eraf haal (hierover straks meer).
Als ik het huis binnenloop voor het ontbijt staat Kay op en loopt naar mij toe. ‘Mag ik je een knuffel geven als excuses omdat ik tegen je geschreeuwd heb gisteren?’, vraagt ze? ‘Ja natuurlijk’, antwoord ik. Shwetambara moet glimlachen. We kletsen met zijn drieën aan tafel en na het ontbijt vertrekt de familie naar Mumbai.
Voordat de familie werkelijk vertrekt loop ik nog snel naar de keuken om Mala een knuffel te geven. We drinken samen een kopje chai op een bankje voor de keuken. Mala vertelt dat ze Kundan Valley erg mooi vindt en het heerlijk vindt om eten uit de moestuin te plukken. Mala komt uit een plaatsje wat op een uur rijden ten noorden van Bhopal ligt. Hier heeft ze een huis en een hotel. Ze heeft twee kinderen (een meisje en een jongen) die beide getrouwd zijn en ook uit huis. Haar zoon studeert hotelmanagement. Haar man is vorig jaar overleden aan een hartaanval en sindsdien werkt ze fulltime in plaats van parttime, want ze heeft veel tijd over. Mala vertelt trots dat zij en haar man uit liefde getrouwd zijn. In een land waar gearrangeerde huwelijken nog steeds plaatsvinden was dit in haar tijd modern en bijzonder. Mala mist haar man enorm. Mala laat mij foto’s zien van haar man, haar kinderen, haar hond (ze is dol op dieren), haar huis en haar hotel. Daarna vertelt Mala trots dat ze voor verschillende beroemdheden heeft gewerkt als kokkin. Vanmiddag gaat ze bij een bekende Bollywood acteur en zijn gezin koken en ze baalt een beetje dat ze nu nog niet vertrokken zijn. Het is lastig zegt ze, als je soms zo afhankelijk bent van de grillen van een ander. Mala is via deze acteur weer bij Dilprit terecht gekomen omdat zij hele goede vrienden zijn en de kinderen zelfs beste vrienden.
Ik dobber vandaag een paar uur in het zwembad. Ik voel dat mijn badpak strakker zit dan gewoonlijk en bedenk mij dat ik wel weer mag gaan sporten. In de maand december heb minimaal drie keer per dag grote hoeveelheden zeer lekker eten in mijn mond geduwd. Daarnaast was het de afgelopen 8 dagen ook drie keer per dag taart. En ook niet een stukje maar meer. Ik voel in ieder geval de behoefte om weergezonder te eten.
Over gezonder eten gesproken ik ben dus dol op kokosnoten. Ik krijg er elke dag 1 te drinken en daarna lepel ik hem helemaal uit. Iets wat ik voorheen vies vond en nu heerlijk is de papaya. Blijkbaar heb ik de keren dat ik papaya heb gegeten melige versies gegeten en gaver wat was dat ranzig. Nu zijn ze heerlijk zoet en sappig en kan ik er geen genoeg van krijgen.



Jai en ik maken de laatste week telkens meer grapjes met elkaar. Jai vindt het ontzettend raar dat ik graag in het zwembad dobber en dan ook nog het liefste in de zon zodat mijn huid verkleurd. Hij moet ook lachen dat ik in een korte broek en topje rondloop (dat doe ik alleen hier op Kundan Valley en niet in de stad). Hij vertelt ook dat hij het raar vindt dat ik bruine duimpjes per whatsapp stuur in plaats van een wit duimpje. Als ik naar het waarom vraag zegt hij dat het zo witte-mensen-achtig is. Is dit een ding vraag ik? Hij zegt dat er wel heel anders naar witte mensen wordt gekeken en vooral in India. Er is een standaard, soort van, bijna-verafgoding voor witte mensen. Ik vind dit heel raar want als ik in de geschiedenis van de witte mens kijk voel ik vooral schaamte voor alle landjepik, onderdrukkingen, uitmoorden van hele volkeren, landverdeling van landen die niet eigen zijn, veroveringen, ellende en ga zo maar door. Ik besluit er wat meer over op te zoeken.
Wit zijn is in India (en andere Aziatische landen) een ding. Er worden hier, meer dan ergens anders op de wereld, crèmes verkocht waar chemische huidbleekmiddelen inzit. Grote merken zoals Nivea en L’Oréal spelen hier ook massaal op in. De Indiase obsessie met een lichte huidskleur lijkt wortels te hebben die zelfs kunnen worden getraceerd naar het tijdperk van Heer Krishna. Duizenden jaren geleden vroeg Heer Krishna volgens een bhajan (religieus lied), aan zijn moeder Yashoda waarom hij een bruine huidskleur heeft terwijl zijn geliefde, Radha (door hindoes aanbeden als de godin van de liefde, tederheid, mededogen en toewijding), een witte huidskleur heeft. Onderzoekers zijn er zeker van dat in die tijd de gora (wit) of lichte huidskleur werd gekoesterd en gewaardeerd, maar tegelijkertijd werd er nooit neergekeken op de bruine kleur, zoals dit ergens in de afgelopen paar eeuwen is begonnen en nu alom aanwezig is.
Ik word hier door de Indiërs soms ook gora genoemd wat je kan vertalen naar wit persoon. Het is vergelijkbaar met hoe de Indonesiërs je Blanda noemen. Het ligt aan de persoon en het gesprek of dit met een vervelende ondertoon gaat of dat het slechts gebruikt wordt omdat zonder verdere bijbedoelingen. Shwetambara gebruikt het bijvoorbeeld in gesprekken met haar vrienden en kennissen om aan te duiden dat ze het spannend vond om in Meerut met mij op straat te lopen in het donker omdat dit zoveel aandacht trok. Ze gebruikt het woordje gora in deze zinnen.
In India wordt er tegenwoordig erg neergekeken op mensen met een huidskleur die donker is. Hoe donkerder hoe meer kan je hebt om met racisme in aanraking te komen. Vooroordelen op grond van geslacht en kleur maken al heel lang deel uit van de mentaliteit van de samenleving. Wanneer een baby wordt geboren, zijn de mensen nieuwsgierig of het een jongen is of niet (een echo waar het geslacht bekend wordt gemaakt is in India bij wet verboden). Ze kijken ook naar de huidskleur van de pasgeborene. Ook moeders zijn zich bewust van de huidskleur van hun jongen of meisje en gebruiken al vanaf de geboorte huismiddeltjes om de huidskleur van het kind te verbeteren als deze niet blank is. India wordt ook wel een van de meest racistische Aziatisch landen genoemd.
Terug naar de witte huid, wit zijn en racisme in India. Net als Duitse efficiëntie en Britse humor heeft Indiase gastvrijheid een internationale reputatie opgebouwd. Westerse bloggers zwijmelen positief. “Ik was verbaasd over de glimlachen die ik in India heb gezien, die me een enorme les hebben geleerd over menselijke interactie, familie en gemeenschap”, schrijft iemand. “Het respect en de wens om van dienst te zijn was ook opmerkelijk en de begroetingen en afscheidsberichten van ‘Namaste’ waren zo oprecht”, meldt een ander. Iedereen was zo aardig; ze vonden het niet erg dat hun gasten geen woord van een Indiase taal spraken; en ze zorgden er zelfs voor dat het eten niet te pittig was. Ja, voor buitenlanders is India best goed. In ieder geval voor buitenlanders zoals ik. Dat wil zeggen blanke buitenlanders.
Zwarte buitenlanders die uit India komen, vertellen waarschijnlijk verschillende verhalen over Indiase gastvrijheid. Imran Uba zal, wanneer hij terugkeert naar Nigeria van zijn studie in Noida, zijn familie en vrienden waarschijnlijk vertellen hoe een woedende menigte, ervan overtuigd dat Afrikaanse studenten een Indiase klasgenoot hadden opgegeten, hem zo hard sloeg dat hij in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Maxwell Orji, een andere Nigeriaanse student, kan zijn dierbaren thuis trakteren op verhalen over hoe Indiërs op hem spuugden en hem racistische namen noemden. “Indiërs hebben een slechte indruk van buitenlanders”, vertelde Orji in april aan de Financial Times. “Ik word de hele tijd lastiggevallen, uitgelachen, uitgescholden.”
Masonga Kitanda Olivier, een Congolese vreemde talenleraar, kan geen verhalen delen over zijn tijd in India. Hij stierf vorig jaar nadat drie mannen hem met stenen en stenen sloegen, niet tevreden om hem simpelweg te beledigen met racistische beledigingen.
Ik ben hier niet om stenen te werpen. Mijn eigen land is tenslotte ook zo racistisch als maar kan. De geschiedenis van Nederland is verre van schoon en tegenwoordig schaam ik mij nog geregeld DIEP voor de mensen die medemensen niet welkom heten in Nederland, kortzicht reageren op racisme (niet erkennen dat een ander iets ervaart wat je als wit mens nooit kan ervaren) en het gescheld op straat naar de medemens op basis van hun afkomst.
De discussie over zwarte piet (wat geen discussie zou moeten zijn) waarbij mensen aan alles en iedereen voorbijgaan door te zeggen dat het traditie is. Vriendelijke reminder: traditie betekent niet dat iets goed is. Traditie is niks als je er anderen mee kwetst. Als mens hebben we de plicht om onze hersenen goed te gebruiken en te luisteren naar anderen en te erkennen hoe iets is voor een ander zonder iets kleiner te maken. Hoe kan ik als wit persoon nou in godsnaam iets zeggen over zwarte piet? Het is maar goed dat wij op gemiddeld 83-jarige leeftijd overlijden zodat de nieuwe generaties die al het nieuwe wel tot eigen maken zorgen voor groei.
Onze eigen regering geeft natuurlijk het meest belabberde voorbeeld ooit. Geen excuses maken en als ze dit eindelijk doen gaat het gepaard met veel gedoe. Geschiedenis moet erkend worden. Excuses moeten gemaakt worden. Het maakt nooit uit hoe lang dit geleden is. Het is te idioot voor woorden dat Nederlanders wel vinden dat elke Nazi nog vervolgd mag worden ongeacht zijn of haar leeftijd en het onzin vinden dat Nederland zijn excuses aanbiedt voor het Slavernijverleden. Tot zover mijn brein dump en het onderwerp racisme.
Aan het einde van de dag werk ik met de paarden in de roundpenn. Ik laat de grooms eerst 20minuten oefenen met hun paard en neem het daarna over. Dinesh komt ook kijken en ik leg uit wat ik doe. In gesprek hoor ik dat hij zeer sceptisch was over deze manier van paarden trainen en omdat hij het resultaat ziet met rijden kan hij er wel naar luisteren. Ik hoor hem en ik snap hem ook. Ik leg uit dat ik zelf ook deze switch heb moeten maken in mijn hoofd en dat dit niet alleen een paard trainen is voor resultaat maar ook dat het paard en jij samen gaan werken.
Als ik klaar ben komt Kazaar naar mij toe en blijft hij zo aandoenlijk achter mij aan lopen. Ik voel dan zo’n euforisch gevoel dat ik wel kan janken van blijdschap.



Dinsdag 3 januari
Na een hele beroerde nacht waarbij ik zo ontzettend vaak wakker was en verder onrustig geslapen heb ben ik even helemaal klaar met mijzelf. Rijden zit er vanmorgen niet in en ik besluit met de paarden een flinke wandeling te maken gevolgd door werken in de roundpenn.
In overleg met de keuken pas ik mijn dieet aan en vooral de hoeveelheden (8 chiapati’s per maaltijd is ook wel een beetje gortig). Suiker gaat ook uit de chai en als de smaak niet went ga ik wel weer aan de koffie (daar begin ik nu stiekem langzaam ook weer naar te verlangen). Ik heb vandaag ook mijn eerste workout sinds, sinds, sinds, nou sinds een hele lange tijd en dat ga ik morgen zeker voelen.
Vandaag zie ik Dinesh rijden op Karan. Dinesh heeft het paardrijden zelf aangeleerd en dit is absoluut bewonderingswaardig. Hij doet alles absoluut met de beste intenties en hoewel hij het in theorie goed weet te vertellen zie ik in de praktijk dingen die niet geheel vriendelijk zijn naar het paard toe. Het grootste probleem is dat hij zijn handen vastzet op zijn bovenbeen (letterlijk) en hiermee van alles blokkeert bij het paard. Hij dwingt het paard op een bepaalde manier te lopen in plaats van dat hij het paard vanuit ontspanning uitnodigt. Hierdoor zie ik een paard wat keihard weg wil rennen en dit ook doet als Dinesh zijn handen ook maar een beetje ontspant. Een paard wil van je weg als het pijn heeft (vluchtdieren) of angstig is. Terwijl Dinesh aan het rijden is maak ik aantekeningen en na afloop ga ik met hem in gesprek. Ik merk dat als ik met hem in gesprek ga ik niet precies weet hoe ik gevoelig en toch ook direct kan zijn. Ik geef bij Dinesh aan dat ik heel graag de ruimte wil om heel direct te zijn en hij zegt dat dit mag. Ik probeer wel de woorden: “not good” en “not correct” te vermijden. Ik merk dat dit goed lukt en ik de boodschap kan overbrengen dat dingen anders kunnen en vanuit ontspanning waarbij het voor beide leuker en vooral fijner zal zijn. Het enige wat NOT ALLOWED is, zijn die handen op de bovenbenen. Mag niet, kan niet, geen optie.
Toen Dinesh mij vroeg om hem te helpen voelde ik dus enorme weerstand. Ik haal dan in mijn hoofd: ik wil niet lesgeven, ik kan dit niet, ik vind dit stom, het lukt hem toch niet, hij heeft een stom paard, ik verdoe mijn tijd, ik wil niet, ik wil gaan lezen en in het zwembad spelen. Als ik deze gedachten even toe kan laten en ook toe kan laten dat ik niet hoef te presteren (en dus ook kan ontspannen in het falen) en deze leergierige man tips ga geven zodat hij fijner gaat rijden en dat de paarden het beter hebben kan ik ontspannen. Als ik het “moeten” los kan laten kan ik er mee omgaan. Als ik “moet” dan schiet ik in triggers waarbij ik mijzelf helemaal blokkeer en het allemaal stom vindt.
Het is de natuurlijk ook de grap van de eeuw dat ik gecertificeerd paardrij-juf ben en gecertificeerd yoga-juf en dat ik het lesgeven eigenlijk helemaal niet leuk vindt. Of dat ik mijzelf het verhaal vertel dat ik het lesgeven niet leuk vindt. Als ik dit zo opschrijf denk ik ook hoe fijn het leven is dat ik mijn eigen verhaal mag herschrijven.
Ik had met yoga de illusie dat ik de wereld over zou kunnen reizen en dan alsnog inkomsten hebben. De werkelijkheid is dat ik yoga echt heel erg leuk vind om te doen (vooral power yoga) en dat ik mijzelf niet goed genoeg vindt om les te geven. Als ik samen met iemand yoga doe vind ik het wel weer heel erg leuk om te helpen. En waarbij ik bij de paarden mijzelf staande kan houden op heel erg veel ervaring heb ik dat weer niet met yoga. Ik ben dan heel erg bewust van mijzeflf en in plaats van te leren en beter te worden ga ik het uit de weg.
Ik denk dat er een groot stuk zit dat ik niet helemaal op mijzelf vertrouw en mij verschuil achter het stuk dat ik wel iemand kan en wil helpen en niet les wil geven. Zoals ik het terug lees heb ik hierin een mooi stuk uit te zoeken wat er bij mij aan de binnenkant allemaal gebeurt. Interessant om dit zo bij mijzelf te observeren en tegelijkertijd ook bloed irritant natuurlijk.
Ik volg sinds juni een opleiding organisatiepsychologie en hier heb ik precies helemaal niks nog aan gedaan. Ook hier heb ik vandaag een begin gemaakt door hoofdstuk 1 en 2 te lezen, een toets te maken en huiswerk in te leveren bij de docent.
Verder geeft Kay vandaag aan dat ze binnenkort vertrekt want ze vindt dat ze haar tijd hier verdoet. Dilprit geeft bij mij aan dat hij Kay gevraagd heeft te vertrekken omdat het niet werkt. Dilprit geeft aan dat hij Kay hierheen heeft gehaald en dat dit ook de reden is dat ze hier mag blijven. Hij betaalt haar 300 euro per maand en daar hoeft ze nu niks voor te doen want ze is van de paarden afgehaald. Kay verteld dat zij eerst alle paarden deed (Natural Horsemanship) en toen ze naar België ging (voor Dilprit) Dinesh de paarden over heeft genomen en ook alle regels op stal heeft veranderd. Bij terugkomst klinkt het niet tussen Dinesh en Kay en zo wordt Kay van de paarden gehaald. Dilprit wil wel de stallen voor haar afmaken (naast de roundpenn) zodat ze probleempaarden hier in training kan hebben. Kay heeft veel kennis en ik vind haar heel erg goed met de paarden en de manier waarop ze haar informatie deelt is onhandig. Ze is hierin vrij agressief en niet flexibel. Terwijl ik Jitu (groom van Kazaar) met Kazaar laat longeren gaat het natuurlijk nog helemaal niet zo perfect. Kazaar luistert niet direct naar Jitu en ik denk dat Jitu vooral vertrouwen moet krijgen dat hij dit mag doen en kilometers moet maken. Hij wil namelijk wel graag en hij is ontzettend lief met Kazaar. Kay staat dan naast mij en zegt dan dat Jitu zijn hand lager moet houden, anders moet gaan staan, de zweep anders moet vasthouden en ga zo maar door. Ik hoor Kay aan. Ik denk ook even na over mijn antwoord. Ik zeg dat Kay helemaal gelijk heeft en dat ze dit heel erg goed ziet en dat als ik al deze informatie nu met Jitu deel dit hem te veel is. Ik begraaf hem dan in informatie die hij toch niet kan onthouden. Waarom zal ik dit nu allemaal zeggen? Dat lijkt mij namelijk niet goed voor zijn zelfvertrouwen en juist dat moet beter worden. Als het echt slecht gaat grijp ik heus wel in. De grooms moeten hier erg hard werken voor weinig geld en het zijn vooral klusjes die ze moeten doen. Ze willen erg graag leren en meestal krijgen ze kans niet. En nu hebben ze een kans en er is tijd en rust nodig om dit ze eigen te maken.
Ik merk dat het bij Kay ontzettend hoog zit dat ze weg moet al zegt ze dat ze ook graag weg wil. Ik snap dat dit heel pijnlijk is en ook rot (ik ben namelijk zelf een tijdje terug ontslagen). Ik krijg de hele dag door filmpjes van haar doorgestuurd over wat ze hier met de paarden heeft bereikt en gedaan en hoewel ik het ook heftig vind merk ik dat dit Kay goed doet. Ik word in de avond alleen wel heel erg naar dat het alleen over paarden gaat. Ik vraag tijdens het eten of we van onderwerp kunnen veranderen. Ze kijkt mij enigszins beduusd aan en vraagt waarom. Ik geef aan dat op deze manier ik paarden stom ga vinden want ze komen mijn neus uit en ik heb nog zoveel meer interesses dan paarden.
We kletsen verder over India wat heel erg leuk is. Kay vertelt heel erg boeiend over dat het zo geaccepteerd is dat mannen hier hand in hand lopen, met elkaar knuffelen, bij elkaar logeren en in hetzelfde bed slapen en zijn. Wat in de westerse wereld vooral tussen vrouwen is, is hier meer tussen mannen. Broederlijke liefde en ik vind het heel erg mooi om te zien.
Ze vertelt ook over de travestieten gemeenschap in India. Sommige zijn transgender, sommige travestiet en sommige hebben kenmerken van beide geslachten. Ze worden op huwelijken uitgenodigd omdat dit geluk zou brengen. Sommige werken ook in de prostitutie. Ze leven vaak in gemeenschappen bij elkaar en er is geen haat of discriminatie naar ze. Ze worden geaccepteerd als onderdeel van de cultuur.



Woensdag 4 januari
Ik heb als een blok geslapen. Heerlijk!
Hoewel ik niet super veel zin heb om te rijden is de zin er als ik erop zit. Ik begin met Kazaar. Ik laat hem vandaag veel stretchen om hem vervolgens weer op te laten richten (zijn hoofd en hals komt hier weer omhoog in de dressuur positie). Dit is voor hem erg lastig en zwaar want zijn balans verschuift elke keer. Carna rij ik vandaag voornamelijk in galop in een S vorm door de arena. In het midden wanneer ik van de ene bocht naar de andere bocht ga ik terug naar draf om vervolgens weer in galop te gaan. Dit bereid Carna voor om te wisselen in galop (in de ene galop naar de andere galop te gaan zonder draf). Als hoogtepunt heb ik 4 x van rechts naar links gewisseld en 4 x van links naar rechts. Alle wissels gingen netjes zonder dat ze ninja trappen in de lucht geeft. Ik ben erg blij.
Daarna is het de tijd voor Dinesh. Samen lopen we met zijn paard Karan naar de roundpenn. In de roundpenn is direct zichtbaar dat zijn paard keihard wil rennen en plat door de bochten gaat (dit was gisteren onder het zadel zichtbaar). Ruim een half uur later laat dit paard zijn nek vallen (ontspannen naar beneden gebogen) en ziet het er allemaal anders uit. Dinesh zegt dat hij hier zo positief verrast over is. Ik vertel Dinesh dat Kay hier veel beter in is dan dat ik ben en dat het jammer is dat hij en Kay niet samen kunnen werken want dat zou echt heel erg fijn zijn. Dinesh knikt een beetje ongemakkelijk en zegt dan: Kay is short temperd and that makes working together and having respect difficult.’ Ik kan daar helaas niks tegenin brengen. Het is moeilijk als je hier met een westers brein de wereld wilt veranderen want dat is frustrerend en gaat niet werken. Je maakt dan alles van de ander verkeerd terwijl het ook vaak alleen maar anders is.
Ik doe weer een workout. Omdat ik vreselijke spierpijn heb besluit ik een korte workout te doen. Skippen van een workout is altijd mijn eerste gedachte en die wil ik graag doorbreken. Er is onderzoek gedaan naar gewoontes en er wordt gezegd dat na 21 dagen de men een gewoonte/routine heeft aangeleerd. Ik ga het meemaken.
Ik heb een heerlijke middag. Aan het einde van de dag is het weer tijd om met de paarden in de roundpenn te spelen. De grooms longeren vandaag terwijl ik toekijk en tips geef en daarna speel ik zelf nog even met de paarden.
Kay-gate gaat ondertussen onverminderd door. Omdat ze vandaag heel erg negatief is en de grooms brainless vindt, de mensen die rondom het zwembad aan de slag zijn brainless vindt, het personeel brainless vindt en op iedereen loopt te vitten ga ik haar (heel onvolwassen) uit de weg.
Daja, huisbaas van Kundan Valley, kookt deze dagen ook omdat de familie de kok, die hier werkzaam is, mee heeft genomen naar Mumbai. In het begin lukte het mij niet met Daja te communiceren en nu gaat het stukken beter. Dat wil zeggen dat we er met handen en voeten uitkomen. Hij vertelt heel enthousiast wat ik eet en dat het allemaal uit eigen tuin komt en dat is zo leuk.



Donderdag 5 januari
Ik zit vandaag om 7uur al op Carna. Ik rij haar ongeveer 20 minuten. Even losmaken en veel van galop naar stap om vervolgens weer in galop te gaan. Na het rijden trek ik snel een fris shirt aan en dan brengt Shivanan (hoofd van de staljongens) mij naar de Goodwill farm. De Goodwill farm is de stal van Dinesh die hij samen met een compagnon heeft. Ruim 6 jaar geleden hebben ze dit land gekocht en toen begon het werk. Het ligt heel bijzonder gelegen achter een enorme rotsformatie. Hierdoor heb je geen last van de snelweg en het verkeer wat aan de andere kant voorbij roetsjt. Ik vind dat Dinesh en zijn team het echt heel erg mooi voor elkaar hebben. Op het terrein zijn ook 6 grooms werkzaam die er ook wonen. De stal is mix van eigen paarden en manegepaarden. Alles is hier anders dan wat ik gewend ben. Niet alleen hoe de paarden op stal staan maar ook hoe de paarden eruitzien. Wat wel is, is dat ze echt hun best doen en het met veel liefde doen. De meeste paarden zijn hier volbloeden (dus ex-racepaarden) of inheemse paarden. Het zijn niet de paarden die wij kennen in Nederland.
Als ik aankom zijn Dinesh, zijn zakenpartner waarvan ik de naam niet kan onthouden en Omkar (de zoon van Dinesh die officieel jockey van beroep is) al aan het rijden. Dinesh zit op een hele grote en vooral enorm sensibele merrie, die best wel over haar toeren is. Ze heeft een vals knik (dit wil zeggen dat het lijkt alsof ze ontspant maar dat is dus niet zo) in haar nek en wilt niet ontspannen. Eigenlijk hetzelfde verhaal als met Karan. Ik kijk. Als Dinesh stopt en zegt dat hij moeite heeft om haar te rijden omdat ze niet nageeft, plat door de bocht gaat en wilt rennen vraag ik hem waar hem dit aan doet denken. Hij lacht besmuikt en zegt Karan. Ik moet ook lachen en vraag of ik op zijn paard mag omdat ik dan kan voelen, het voordoen en ook tegelijkertijd uitleggen wat ik doen en waarom ik iets doe. Als ik op de merrie zit neem ik de tijd om de mannen uit te leggen wat er allemaal gebeurt. Ik maak al mijn bewegingen groot zodat ze met het oog kunnen zien wat ik bedoel (het is met paardrijden uiteindelijk de bedoeling dat je amper ziet wat de ruiter doet en het paard van alles doet). Ook leg ik uit dat ik kies waar ik aan werk en waaraan niet, dus in welke volgorde doe je iets bij het trainen van een paard en dat dit per paard ook weer verschilt. Als ik klaar ben loopt het paard ontspannen en los door haar lijf. Nu mag Dinesh er weer op om het verschil te voelen en om te oefenen. Ik vind het is leuk dat hij verschil voelt en ik heb plezier in het helpen. Ik leg ook uit dat je als ruiter altijd naar het karakter van je paard moet kijken. Deze merrie is heel gevoelig en je moet bij het rijden haar op haar gemak stellen door de tijd te nemen en haar uit te nodigen om te ontspannen. Je kan dit het beste vergelijken met hoe je een vrouw (nu hebben we het over de tijd van Jane Austen) ten dans vraagt. Dit doe je met alle egard dat je in je hebt. Als je het niet op de juiste manier doet dan geeft ze haar hart niet aan je, zal ze niet ontspannen en komt van dansen niks terecht.
Daarna is het de beurt aan de zakenpartner van Dinesh. Ook hier kruip ik weer eerst op het paard om te voelen, uit te leggen en voordoen. Dit paard is een grote ruin die het allemaal niet zo snapt en wel een enorme goedzak is. Hij is per definitie veel vergevinggezinder dan de merrie. Je kan hier wat onbehouwener op zijn, makkelijker fouten op maken en hij vergeeft jel. Ook hier heb ik veel plezier aan het begeleiden van de ruiter als hij even later weer op het paard kruipt.
Ik merk dat het mij heel erg goed doet om met wat andere paarden te werken. En het verbaast mij dat ik zoveel plezier heb met de ruiters. Het is voor mij ook motiverend dat ze erg graag willen.
Na het rijden laten Dinesh en zijn zakenpartner mij de stallen zien en de rest van het terrein. Hij vertelt mij dat 4 maanden per jaar het hier non stop keihard regent. Ze zijn aan het sparen om een overkapping over de bak te maken zodat ze ook in de regentijd door kunnen werken. Nu staat alles ongeveer 4 maanden stil en dat betekent ook geen inkomsten.
Elke avond gaan er groepjes paarden in de paddock naar buiten om buiten te overnachten. Er is hier gebrek aan land voor paarden (in heel India) zoals wij dit in Europa kennen en ze doen hun best om de paarden allemaal bij beurten zoveel mogelijk buiten te hebben. Ik vind het heel erg leuk om hier te zijn. Ik vind de mannen leuk, open, ondernemend en verfrissend. Ze doen het met de juiste bedoelingen en veel liefde.
Thuis knuffel ik met Carna en Kazaar. Ze krijgen vandaag nieuwe schoenen en hierdoor worden ze gewandeld in plaats van dat we aan het werk gaan in de roundpenn. Ik sport 20 minuten en lepel 2 kokosnoten uit.
Dag, ik ben de tel kwijt, zoveel inzake Kay gate. Daja komt naar boven gelopen en zegt boos: ‘No dinner, only fruit’. Ik kijk hem een beetje verbaasd aan. In gesprek kom ik erachter (let op dit is zeer gebrekkig Engels met heel veel Hindi waar ik niks van snap en met heel veel handen en voeten) dat er iets plaats heeft gevonden tussen hem en Kay. Ik zeg tegen Daja dat ik zo even naar de keuken kom. Straks moet ik mijn eigen eten nog maken bedenk ik mij grinnikend (en ook verschrikt). Ik loop naar Kay toe, vertel wat er gebeurd is en vraagt of zij de gaten voor mij kan invullen. Ze geeft aan dat alles een teringzooi is, dat de kak van de honden niet opgeruimd worden, dat niks schoon is en dat ze de hele dag foto’s van alles maakt en naar Dilprit stuurt. Nou begint er bij mij wel iets te dagen waarom er nog geen diner is. Terug in de keuken vraag ik Daja om soep. Soep blijkt erg lastig want hij heeft geen wortelen. Ik neem Daja mee naar de groentetuin en ik kies wat uit, druk het hem in de hand en zeg soep. Flinke glimlach erbij en dan please. Mijn soep komt eraan.
Vlak voordat ik naar bed ga volgt er nog iets wat ik het kikker incident wil noemen. In mijn airco zit een enorme (okay misschien is dit iets overdreven) glibberige, slijmerige, roze kikker. Ik vraag Daja en Birenda om de kikker weg te halen en dat gaat uiteraard niet zonder slag of stoot. De kikker springt uiteindelijk vanuit de airco in mijn kamer en ik spring op precies hetzelfde moment van de grond op mijn bed. Dan volgt er, even, complete chaos als de kikker rondspringt, ik gil, Kay filmt en Daja en Birenda achter de kikker aan gaan met de slangen-vanger. Ongeveer 4 minuten later is de kikker gevangen en de rust wedergekeerd. Natuur is leuk en soms wel als het wat verder weg is.
Mijn dagen vind ik over het algemeen vrij rustig. Als ik dan even van het terrein af ben denk ik ook: ‘Oh ja ik ben in India.’ En als ik zo mijn verhalen teruglees gebeurt er hier meer dan genoeg.



Vrijdag 6 januari
Ik begin met Kazaar vandaag in de roundpenn en daarna kruip ik er nog even 15 minuten op. Hij is voorwaarts en voelt goed aan. Ik probeer nu, langzaamaan, zijn hoofd en hals wat op te richten (voor de niet paarden mensen: in-de-dressuurhouding) wat lastig is en hij doet ook erg zijn best.
Daarna is Carna aan de beurt. Ik rij haar 20 minuten lekker laag en los met heel veel overgangen en daarna spelen we nog even in de roundpenn.
Daarna help ik Dinesh met Karan. Tijdens het helpen in de roundpenn staat Kay toe te kijken en neemt ze de gehele les over. Ik merk dat Dinesh hierdoor onzeker (en afwachtend) wordt en dit is weer zichtbaar bij het paard. Ik kijk Kay aan en ik zeg dat ze ongevraagd de les over heeft genomen en dat ik het fijn zou vinden als ze vraagt of ze inbreng mag leveren. Het liefste ook aan Dinesh omdat hij de keuze heeft om het aan te nemen of niet. Ik zeg ook dat ze wat mij betreft Dinesh mag helpen mits Dinesh daarvoor open staat. Dinesh geeft aan dat dit goed is. Terwijl Kay helpt bouwt ze iets op waardoor ze uiteindelijk snauwt tegen Dinesh dat hij het niet goed doet. Op dat moment lijkt het mij goed om in te grijpen. Ik vraag aan Kay of ze op haar tone-of-voice kan letten omdat deze nu onnodig onaardig is. Er is even een stilte. Kay knikt en gaat dan rustig verder. Ik voel me net een mediator. Kay is echt heel erg goed en het is leerzaam.
Dan volgt het ontbijt, een workout en zijn er wat dingen te regelen. Ik neem contact op met Maria (de assistente) met het verzoek om een chauffeur voor mij te regelen voor op de 8e na het ontbijt. Ik wil dan graag vanuit Kundan Valley naar Bombay afreizen. Ik heb een cal met Dilprit, Jai en Bobbin om de planning voor de komende dagen vast te leggen met betrekking tot het trainen van Carna. Daarna loop ik door de lijst van spullen die met Carna mee moeten naar Bombay en welke spullen hier op Kundan Valley bij Kazaar blijven.
Om 15.00uur zou Dinesh op stal zijn om te helpen met Carna te op de vrachtwagen te laden. 10-Indiaase-minuten later, goed voor 30 westerse minuten, is hij er dan eindelijk. Omdat hier in India alles al anders gaat is dit absoluut geen uitzondering. Er staat een paardenvrachtwagen (horse ambulance) klaar. Deze vrachtwagen ziet eruit alsof hij niet door een APK zou komen. Hierin worden de eerste pullen geladen. De mannen denken dat ze de ijzeren kist met spullen kunnen optillen en na een heleboel zwaaien met spierballen druipen ze af om de kist via de zijkant naar boven te rollen.
Dinesh vraagt aan mij waarom de spullen eerst moeten. Ik merk dat ik enigszins verbaasd ben en hierdoor de vraag niet goed begrijp. Hij zegt dat het hem makkelijker lijkt om het paard eerst te laden en dan alle spullen naar binnen te gooien. In gesprek geef ik aan dat het fijn is als alle spullen stevig op hun plek staan en dat je het paard dan in kan laden en kan vertrekken. Hij vraagt ook waarom Carna een halster om heeft. Ik vraag hierop terug wat ze anders aan zou moeten en hij zegt hoofdstel. Elk paard in India wordt vervoerd met een hoofdstel in. Aan de niet paarden mensen, het is ondenkbaar dat je een paard met een hoofdstel vastzet in de trailer of vrachtwagen. Het idee dat een paard kan schrikken (en dan heb ik het nog over een gunstig geval) en dan zijn hoofd naar achter trekt en dat het bit (een stuk ijzer) door de mond van het paard wordt getrokken en alles kapot maakt. Dinesh vertelt dat met een hoofdstel je meer controle hebt als het misgaat met een paard. Mijn standpunt is dat als het mis gaat er zo min mogelijk zooi moet zijn waaraan het paard zich kan verwonden. En daarnaast is een hoofdstel niet comfortabel voor een paard. Het is wederom leerzaam.
Kundan Valley ligt aan het einde van een smalle onverharde weg die super steil, slingerend omhoog en omlaaggaat. Carna en Bhaiwar gaan samen wandelend naar het punt waar de onverharde weg bijna overgaat in een verharde weg en de weg ook nog maar 1 mega steile heuvel heeft (en waar de weg wel breed is). Op dit punt zoekt de vrachtwagen een enigszins recht stuk om te parkeren. Dit doet hij door overdwars op het pad te staan. Aan de linkerkant is er een enorme afgrond en een prachtig uitzicht over de gehele vallei. De klep gaat naar beneden. In de tweede poging loopt Carna erop. Dan is het een kwestie van klep dicht en gaan. Nog even is er gehannes met een raampje en dan is Carna echt op weg naar Bombay.






Zaterdag 7 januari
Ik ben hier in India de dagen redelijk kwijt. De ene dag loopt in de andere dag over zonder dat ik er erg in heb en het voelt rustig. Als ik vandaag met Kazaar een rondje om het huis wandel komt er een jongetje op mij afgerend. Hij gilt tegen het meisje achter zich dat hij op dit paard wil rijden. Nu. Het weekend is begonnen denk ik nog. Daarna volgt er een eenzijdige schreeuwpartij waarom hij niet op Kazaar mag, dat hij goed kan rijden, dat hij nu op een paard wil. Ik vraag of hij misschien wil stoppen met schreeuwen. In de stilte die volgt kijken Jitu en ik elkaar aan. We twijfelen of we keihard moeten lachen of hard weg zullen rennen. Ik vraag Jitu om Dinesh te bellen. Zodra Dinesh aan de telefoon komt grist het jochie de telefoon uit de hand van Jitu en zegt tegen Dinesh dat hij nu moet komen. Dinesh staat op de speaker en geeft aan dat hij er om 10uur kan zijn. De jongen is hier niet blij mee hij wil nu rijden. Wat heftig denk ik, terwijl ik met Kazaar snel verder stap. Dinesh pakt dit keurig op wanneer hij er is en heeft al het geduld van de wereld. Of dat lijkt in ieder geval zo.
Deze jongen is samen met zijn zus en nanny voor het weekend hier naartoe gebracht. Birenda zie ik even later met fietsen in de weer en ook het bootje wordt uit de opslag gehaald voor een tochtje in het meer. Gedurende de dag stroomt het huis vol mensen en is de rust verdwenen. Ik doe nog een poging om, asociaal, overal van weg te blijven wat lukt tot Dilprit en Aryatara er zijn. Toen ik in Bombay verbleef heb ik Andre leren kennen, een vriend van Dilprit van Russische komaf. Nu ontmoet ik zijn vrouw en hun dochtertje. Zijn vrouw is blijkbaar een bekende Bollywood actrice en dat zegt mij natuurlijk niks. Met haar heb ik het meeste ze is open en ontspannen in de omgang. We wandelen over het terrein en kletsen over van alles. Haar dochtertje, Rada, klautert ondertussen half over mij heen. Ze is 2 en ze leert Hindi, Engels en Russisch.
Ik geef Aryatara een paardrijles op haar pony Ginger. Arya is de hele tijd aan het kletsen en na 10 minuten is ze eigenlijk alweer klaar met rijden. Ik vraag haar om toch nog even een paar rondjes te oefenen met lichtrijden.
Zondag 8 januari
Ik ben vanmorgen wat vroeger op stal dan anders. Jitu is nog bezig met Kazaar. Ik neem de tijd om met Shivanan de mogelijkheid te bespreken om een tijdelijke paddock te maken op het volleybalveld. Ze hebben hier hekken, die verplaatsbaar zijn, en ik vraag hem deze te gebruiken. De huidige paddock van Kazaar is kaal en heeft rust nodig.
Na het ontbijt vertrek ik naar Mumbai. Het moment dat ik Mumbai binnenrijd weet ik precies de reden weer om hieruit te vertrekken. In de auto op weg naar Mumbai kijk ik om mij heen. Ik besef dat, hoewel het een gekkenhuis om mij heen is, ik er anders naar kijk. Ik voel mij meer ontspannen met de wereld om mij heen. Ik voel mij meer op mijn gemak en je zou het ook “geland” kunnen noemen. Als ik Jai in Mumbai treft vindt hij dat ik er anders uitzie. Hij vindt mij “Indianisd”. Ik moet hierom lachen juist omdat dit hand in hand gaat met hoe ik mij voel.
Tussen het thuiskomen en de lunch geniet ik van een paar uur reuring in de stad. Ik drink een kopje Chai bij een cafeetje, lees een boekje en kijk naar mensen die naar mij kijken. Mala geeft mij een dikke kus bij thuiskomst en dat voelt als een warm welkom.
Aan het einde van de dag rij ik Carna los op ARC en daarna is het de beurt aan Jai. Hoewel er vandaag en morgen springen op de agenda staat blijkt dit uiteindelijk alleen vandaag te zijn. Jai heeft het vandaag lastig. De sprongen waar hij aan zijn paard rijdt gaan goed en de sprongen waarbij hij in zijn hoofd zit gaan niet fijn. Hij is dan zo gefocust om over de hindernis te komen dat hij Carna niet recht houdt. Hier heeft hij miscommunicaties met Carna en is hij nog niet in staat om dit op te lossen tijdens het rijden. Ik kan Jai helaas niet helpen met het spring gedeelte omdat ik hier te weinig verstand van heb. De video’s die zijn gemaakt delen we met Anneliese die wel de juiste feedback kan geven.
Vanuit Kundan Valley ben ik eerst naar het huis in Bandra gebracht. Rond 16.15 kreeg ik een belletje van Dilprit of ik naar hun nieuwe huis in Worli wilde komen. Hij gaf aan dat het klaar is en ik vanaf nu hier kan blijven. Aangekomen blijkt dat “klaar” een heel erg ruim begrip is. Als ik aankom moet ik een heleboel wegslikken en vooral het gevoel van NEE DIT KAN NIET WAAR ZIJN. Dit appartement moet aan alle kanten nog afgemaakt worden. In het huis zijn werklui druk bezig. De kamer die voor mij is bedoeld is lijkt nog het meeste op een bouwput. Overal ligt een dikke laag stof. Er ligt puin in de kamer. Er vliegen een heleboel vliegjes en beestjes door de kamer. Het badkamer raam klemt en sluit hierdoor niet. Dilprit lacht een beetje beschaamd en zegt iets in de trant van: ‘Je hebt een keuze.’ Ik mompel zwakjes iets in de trant van: ‘Het zal wel goedkomen.’ Het huis is verder nog helemaal niet af. Ze zijn druk bezig een keuken in te bouwen (dat gaat anders dan in Nederland) en overal hangen draden uit de muren.
Als ik daarna naar Carna ga en ruim 2 ½ uur later weer terug ben is de kamer (waar ik moet verblijven) nog net zo’n bouwput. Ik besluit opzoek te gaan naar het restaurant in het gebouw want ik heb honger. Dit is nogal een onderneming want niemand spreekt Engels. Uiteindelijk is er een bewoonster die kan vertalen en zegt dat het restaurant nog helemaal niet open is. Er blijkt wel een café te zijn in het gebouw waar ik wat kan eten en drinken. Omdat ik ondertussen kwaadaardig van de honger ben besluit ik hier een wrap te eten. De kaart is namelijk uitsluitend Europees en ik mis het eten van Mala enorm. Ondertussen zijn Shankar en een andere medewerker druk bezig om mijn kamer aan kant te maken. ‘No worries Madam’, roept Shankar opgewekt terwijl het al ruim 21 uur geweest. Het stof vliegt in de rondte. Ik heb een lange dag gehad en ben heel erg moe, vies, stoffig. Ik wil heel erg graag douchen en naar bed. Blijkbaar gaat het Dilprit ook te langzaam en heeft hij een hotelkamer voor de nacht geboekt.
En zo eindigt mijn week in India, in een hotelkamer. Het is hier heerlijk schoon en rustig. Ik heb een hele lange dag gehad en ik ben heel erg moe. Morgen kijk ik weer verder hoe het met mijn huisvesting zit.






Wat een belevenissen, spannend. Nog geen heimwee naar het rustige Dieren?
Hallo Lieve Tante, Nou het is nogal wat hier. Toevallig deze week op maandag wel even maar dat was gelukkig ook weer snel voorbij hoor.
Weer een boeiend verhaal Nathalie.
Dankjewel lieve papa!
Wat veel mensen ontmoet je toch. En je maakt wat mee zeg. Dit is je laatste maand in India?
Hallo Lieve Tante, Ja heel veel mensen en idd ik maak ook veel mee. Ik heb soms het gevoel dat ik hier al veel langer ben. Ja dit is de laatste maand dat ik hier ben. Ik ga na januari nog wel even wat reizen dat lijkt mij heel erg fijn.
Weer een boeiend verhaal. Moet er wel even de tijd voornemen en laten bezinken. Maar prachtig !
Hallo lieve Tante, Dankjewel voor je berichtje echt heel erg leuk! Ik moet ook elke dag hier wat laten bezinken (haha). Het is elke dag niet weten wat komt. Veel liefs xxx