Selecteer een pagina

Vandaag ben ik precies een week op Lombok, en ik kan het bijna niet geloven hoe snel de tijd is gegaan. Het is een week van veel slapen, surfen, eten, yoga en massages. En ondertussen ook van werken en het werk loslaten, daarover straks meer.

Ik verblijf deze week in het plaatsje Kuta. Oorspronkelijk was Kuta een vissersdorpje en het toeristisch potentieel werd pas in 1936 voor het eerst gezien. Dat jaar richtte een jong koppel uit Californië hier het eerste succesvolle hotel op. Door de Tweede Wereldoorlog verdween het toerisme weer uit Kuta en het plaatsje leek tot de jaren zestig in de vergetelheid te zijn geraakt. Tien jaar later was dat al lang niet meer zo: Kuta werd ontdekt als surfparadijs.

Binnen een paar jaar werd het lege gebied rondom de stranden volgebouwd met hotels, guesthouses restaurants en winkels. Toeristen die wat meer geld te besteden hadden volgden. Naast de goedkope accommodaties, waar je voor een dollar per nacht terecht kon, schoten luxe bungalowhotels uit de grond. In de jaren tachtig was het duidelijk dat het rustige Kuta van vijftig jaar terug ver te zoeken was.

Vooral Australiërs domineerden de toeristenscene, maar de populariteit van Kuta zou na 12 oktober 2002 een dieptepunt bereiken. Op die avond werden door een bomaanslag in een discotheek in Kuta 202 mensen gedood, bijna de helft daarvan was Australisch en de andere grote groep bestond uit lokale Balinezen.

De toeristische sector van Kuta werd door de aanslag zwaar getroffen en verloren hun inkomsten door het wegblijven van toeristen. Dit zorgde voor veel armoede onder de plaatselijke bevolking. Gelukkig is het toerisme is tegenwoordig teruggekeerd. Kuta bestaat uit een hoofdstraat met wat zijstraten. Er is een mix van hippe restaurantjes, warungs en koffie tentjes.

Nog even over werk. Ik ben nu 1 ½ jaar onderweg als zzp’er. De reden waarom ik zelfstandig ben begonnen, was de vrijheid die het biedt – de vrijheid om mijn eigen werkte kiezen, mijn dagen zelf in te delen en vakantie vieren als ik hier zin in heb. En ik merk dat deze vrijheid niet altijd zo makkelijk is voor mij als het lijkt.

Als zelfstandige kom ik mezelf regelmatig tegen. Ik ontdek dingen die ik leuk vind, maar ook dingen die ik spannend of minder leuk vind. Ik weet heel goed dat juist die uitdagingen kansen bieden voor groei – om nieuwe talenten te ontwikkelen. Wat ik lastig vind, is ingehuurd worden voor opdrachten waarvoor ik nog geen tot weinig ervaring in heb. Dit triggert mijn overtuiging dat ik altijd meteen alles goed moet kunnen en dat ik geen fouten mag maken. Dit zorgt voor een enorme innerlijke druk om te presteren.
Daarnaast merk ik ook dat ik de neiging heb om beschikbaar te blijven ook op de dagen dat ik er niet ben. Dit komt voort uit een verantwoordelijkheidsgevoel en de neiging om alles te regelen voor anderen wat niet mijn werk is en wat ik dus heb te laten. Wat ik te leren heb ik is meer vertrouwen op mijn eigen intelligentie en dingen los te laten. De grap is dat ik ondertussen goed werk aflever en mijn klanten tevreden zijn. Het is vooral mijn innerlijke criticus die alles op scherp zet.

De regentijd is begonnen op Lombok, en dat merk ik goed. De dagen zijn warm, maar de buien kunnen heftig zijn. Ze duren meestal niet lang, maar veranderen alles wat onverhard is in een modderbad. Als ik niet nat ben van de oceaan of mijn eigen zweet, ben ik wel doorweekt van de regen.

De eerste dag surfen we in Segger. We rijden door een prachtig groen landschap, met heuvels vol palmbomen, loofbomen en mangrove. Het is geen fel groen, maar meer een zacht sepia-filter over alles heen. Eerst rijden we over een gewone weg (die hier verrassend goed onderhouden is, mede door de jaarlijkse Formule 1-motorwedstrijd), maar al snel gaat de weg over in een offroad-pad. Heuvel op, heuvel af, tot we bij het strand komen. Het is een klein, afgelegen stukje met een paar hutjes van bamboe, bakstenen en golfplaten. Kippen lopen over de tafels, er liggen bierflesjes verspreid en overal rennen kinderen rond. Het voelt als een levendige chaos. Ik ben hier met Anouk en Celine, twee vrouwen uit Luxemburg en Duitsland, die ik in mijn reis heb leren kennen. We lachen om de enorme verschillen in ons leven, maar we delen ook veel. Anouk woont op Bali, Celine in Duitsland, en ik oefen mijn Indonesisch met de lokale mensen. Het lukt me zelfs om een drankje te bestellen!

Segger is prachtig, met wit zand en blauwe wateren. De stroming is sterk, en mijn armen zijn al na een half uur moe van het peddelen. Het verbaast me hoeveel ik al van het surfen oppak, het lijkt wel makkelijker dan ik dacht.

De rest van de week surfen we bij Tanjung Aan, mijn favoriete strand tot nu toe. Het is een hoefijzervormige baai met een hagelwit strand en turquoise water. Verder is het ingesloten door prachtige groene heuvels. De strandtentjes in de baai worden gerund door lokale ondernemers, en ik raak aan de praat met een vrouw die armbandjes verkoopt. Ze is goed bevriend met de eigenaresse van de strandtent waar mijn surfcoach zijn werkplek heeft. We wisselen verhalen uit over onze levens. Terwijl we praten, helpt ze me met mijn Indonesisch en laat me allerlei heerlijke lokale gerechten proeven.

De ene dag surf ik met een groep, de andere dag heb ik privécoaching met Niko, die me met de scooter komt ophalen. Surfen vind ik magisch. De oceaan vind ik ook magisch. Het is moeilijk te omschrijven wat het precies magisch maakt en ik ga het toch proberen. Als ik naar de oceaan kijk voel ik een enorme respect voor haar kracht en voor alles wat in haar leeft en hoe belangrijk ze wel niet is voor de wereld. Surfen voelt voor mij alsof ik toestemming krijg van haar om erin te spelen. Het is alsof ik mee mag doen in iets wat veel groter is dan mijzelf.

Surfen maakt ook nederig. Als ik in een set terecht kom en herhaaldelijk moet onderduiken voor het witte schuim of de golven die op je willen brken, en hiert is de kracht van de oceaan voelbaar en dat maakt nederig. En dan zijn er die magische momenten: het gevoel dat alles perfect samenkomt, als ik op het juiste moment opsta, draai en snelheid maak. Die momenten zijn magisch. Er is niets anders dan dat moment. Er is niets anders dan één zijn met de natuur en je lichaam die weet wat het moet doen.

Naast het surfen slaap ik veel. Soms in mijn bed, soms lekker bij het zwembad. Als het regent, lig ik graag met een boek op de bank voor mijn kamer, beschut van de regen. Dat is zo heerlijk knus. Ik bezoek ook een paar keer de lokale massagesalon en doe wat yoga. De gesprekken met de mensen die ik ontmoet zijn fijn en de eerste drie dagen liep ik nog in mijn Nederlandse tempo. Nu merk ik dat ik ook hierin vertraag.

Ik eet me vol aan nasi goreng, tempeh en curry’s. Ik drink eindeloos ananassap en kokoswater. Indonesië is voor mij een van de fijnste plekken op aarde, en ik ben zo blij dat ik hier weer ben!