Gdynia is een havenstad in het noorden van Polen boven Gdansk en Sopot. Samen vormen ze de agglomeratie oftewel “Driestad”. De stad telt ongeveer 247.500 inwoners en ligt aan de Golf van Puck voordat dit overgaat in de Oostzee.
De eerste vermelding van het dorp Gdynia dateert uit de 13e eeuw. De plaats behoorde voor 1466 toe aan Duitsland en pas daarna aan Polen. Bij de Eerste Poolse Deling in 1772 werd het toegekend aan Pruisen. In 1919 werd het Verdrag van Versailles getekend en hier werd Gdingen na 150 jaar weer toegekend aan Polen. Pas in deze periode werd de plaats van belang. Tot dan was het een kleine vissershaven, maar vanaf 1920 werd met Frans investeringsgeld een grote zeehaven gebouwd: het heropgerichte Polen had door middel van de Poolse Corridor weliswaar toegang tot zee verworven, maar miste een haven voor marine en koopvaardij.
Het eerste zeeschip liep in 1923 Gdynia binnen en tussen 1920 en 1933 groeide het inwonertal van 1.000 naar 32.000 en daarna, mede door annexatie va buurgemeenten naar 100.000.
De nieuwe stad werd voorzien van hoger (zeevaart)onderwijs en wetenschappelijke instituten ten behoeve van de koopvaardij en marine.
Na het uitbreken van de oorlog tussen Duitsland en Polen in september 1939 werd Gdynia ontmanteld en gereserveerd voor de Duitse Kriegsmarine. Tijdens de Tweede Wereldoorlog doopten de Duitse bezetters Gdynia om tot Gotenhafen omdat de Germaanse Goten in de eerste eeuw vanuit Scandinavië hier aan land gekomen zouden zijn. De Poolse bevolking werd grotendeels uitgewezen of geïnterneerd.
Bij de nadering van de Sovjetlegers stroomden tienduizenden vluchtelingen begin 1945 naar de haven waar de laatste mogelijkheid was om te ontsnappen zoals met passagiersschepen als de Gustloff en de Steuben. Vele kleinere schepen kwamen in Denemarken aan, maar de laatstgenoemden werden getorpedeerd. Hierbij verdronken alleen alleen al in het geval van de Gustloff ruim 7.000 opvarenden.
In tegenstelling tot veel andere Poolse steden heeft Gdynia geen Stare Miasto (oude stad). Hier komen de mensen samen op de enorme stenen pier die ze ook wel de boulevard noemen. Hier vind je verschillende restaurants, een enorme fontijn, een Universiteit, het zeeaquarium, verschillende monumenten, het is de vertrekplaats voor de veerboot naar Hel en de ligplaats van de twee meest bekende schepen de Dar Pomorza en de ORP Błyskawica.
Onderweg heb ik prachtige uitzichten over de Oost-Zee. De wandeling is ruim 8km en door het vele klimmen en ook weer dalen is het alsnog een hele onderneming. Dat ik geen kaart kan lezen, de paden slecht zijn en mijn navigatie geen hoogte aangeeft maakt het ook spannend op zijn tijd. Zo sta ik op het puntje van een heuvel een tijdje te dralen via welke kant ik naar beneden zal gaan. Er zit een roodborstje in de boom die mij aankijkt. Hij heeft makkelijk praten denk ik, hij vliegt naar zijn bestemming. Ik een paar minuten later ook. Alles gaat goed alleen mijn witte broek is zeker niet meer wit.
In deze bossen zie je nog veel militair afweergeschut en bunkers die stammen uit WOII. Daarnaast zijn hele stukken van het bos ook afgesloten voor publiek. Het is nog steeds grond van de militairen die oefenen.
Eén van de mooiste plekken is de Orłowo klif. Deze klif is zo’n 50 meter hoog. Vanaf de klif zie ik aan de ene kant het schiereiland Hel liggen en aan de andere kant de houten pier van Gdynia Orłowo. Deze pier is gebouwd in 1934 en 180 meter lang. De pier en het nabijgelegen strand is vooral een populaire plek voor de lokale bewoners.
Er bestaat een foto van mijn moeder waarbij ze op deze zelfde pier staat met ook het Grand Hotel op de achtergrond. Hoewel ik de foto van mama al vele jaren niet meer gezien heb is hij mij wel altijd enorm bij gebleven. Een kleine vrouw met kort donkerbruin haar kijkt recht de camera in. Haar mond krult aan het einde bijna niet waarneembaar omhoog. Ik weet niet meer wat haar ogen zeggen. Ze draagt een donkerblauwe jurk en ze is hoogzwanger. Hoogzwanger van mij. Als kind vond ik het een fascinerend idee dat ik erbij was in de buik. Nu ik op deze plek sta en hier ook een foto maak vind ik het begrip tijd vooral fascinerend. Alles is namelijk nog hetzelfde en tegelijkertijd is alles zo ontzettend anders. Het maakt dat ik mij als mens kwetsbaar voel in de wereld. Het voelt tijdelijk.
Vanuit Sopot lijkt het mij leuk om via de bossen naar Orłowo te wandelen. Een half uur later word ik door een zwerm muskieten resoluut het bos uitgejaagd. Dan maar op een elektrische step naar huis en dat blijkt een enorm succes.
Ook breng ik een bezoekje aan Gdansk. Ik wandel door de lange straat vol gekleurde pakhuizen. Ik loop langs de beroemde fontein van Neptunes. Deze fontein uit 1633 verbeeldt de verbinding van Gdansk met de Oostzee.
In de jaren dertig verwijderden de nazi’s de historische Poolse Adelaars van het hek van de fontein als onderdeel van het verwijderen van sporen van de Poolse geschiedenis en het erfgoed van de stad. De fontein werd beschadigd tijdens WOII en verhuisde naar het door Duitsland bezette Parchowo. Na WOII werd de fontein tussen 1950 en 1954 gerenoveerd en op 22 juli 1957 weer in gebruik genomen. De historische Poolse adelaars op het hek werden hersteld. In 1988, als onderdeel van renovatiewerkzaamheden, werden de geslachtsdelen van Neptunes bedekt met een vijgenblad. Het zijn niet alleen de mensen die niks meer van zichzelf mogen laten zien.
De geschiedenis van Gdansk gaat ver terug. Volgens archeologische opgravingen was de monding van de Weichsel oftewel de Wisła een overslag- en handelscentrum tussen Scandinavië en zowel oostelijk als Midden-Europa.
De Weichsel-monding lag op de grens van Baltische volkeren. Baltische volken woonden al sinds 2000 v.C. ten oosten van de Weichsel. De Germaanse volken woonden hier sinds 300 v.C. ten westen van de Weichsel.
De middeleeuwen volgt en daarna een bloeitijd van gouden eeuwen. Pas in de 18e eeuw begon Danzig aan macht in te boeten, hetgeen deels te wijten was aan de opkomst van de nieuwe grote Oostzeehaven Sint-Petersburg, welke de handel naar en uit Rusland naar zich toetrok.
Twee Poolse delkingen volgen en zo ook WOI/
Na WOII is de stad voor 80% verwoest en word deze volgens de Conferentie van Potsdam toegewezen aan Polen. Sindsdien draagt zij uitsluitend haar Poolse naam Gdansk. Voor zover achtergebleven werd de Duitstalige bevolking van 1945-1947 op vaak gewelddadige wijze geïnterneerd en naar het westen gedeporteerd. Op net zo onmenselijke wijze als het met de Poolse bewoners is gegaan. In totaal is een kwart van de oorspronkelijke Danzigers tussen december 1944 en begin 1948 om het leven gekomen. Enkele duizenden (Polen) bleven achter en de herbevolking van de stad vond nu plaats door uit het gebied van Vilnius verdreven Polen.
Ondanks de rampzalige toestand van Polen werd al meteen na de oorlog begonnen aan de herstellings- en restauratiewerken van de historische stadskern, die in feite neerkwamen op een volledige reconstructie. Daarbij werden de rooilijnen vaak verder naar achter gelegd om bredere straten mogelijk te maken. De oude gevels werden in kopie herbouwd, terwijl de interieurs een moderne vormgeving kregen. Huisnamen en andere gevelopschriften evenals openbare monumenten werden niet hersteld omdat zij Duitstalige opschriften droegen. Enkele uitzonderingen in het Latijn en het Nederduits zijn wel bewaard gebleven. Gdańsk werd opnieuw een belangrijke havenplaats; de scheepsbouw beleefde er onder het communistische regime jaren van bloei. Poolse nieuwkomers uit centraal-Polen en vooral vluchtelingen uit de voormalige oostelijke, door de Sovjet-Unie geannexeerde, gebieden van de vooroorlogse Poolse republiek namen in Gdańsk hun intrek.
In de jaren 80 verwierf de stad faam, toen onder leiding van Lech Wałęsa op de plaatselijke Leninwerf de vakbond Solidarność (Solidariteit) werd opgericht. Deze beweging wordt gezien als een van de belangrijkste elementen in de val van het communisme in Oost-Europa.
Dankzij de inspanningen van de restaurateurs wordt het Gdansk van vandaag samen met het eveneens in kopie gerestaureerde Warschau en het nog vrijwel geheel authentieke Krakau tot de mooiste steden van Polen gerekend. En daar kan ik mij absoluut bij aansluiten.
Na een halve dag wandelen in de stad heb ik weer zin om richting Gdynia te vertrekken. In de trein terug naar Gdynia app ik met papa. Ik vind mijn contact met papa sowieso erg fijn. Ik vind ook, dat wanneer ik op reis ben, dit vaak nog intensiever is. Ik stuur een foto en papa mag dan raden waar deze gemaakt is. Voor ik het weet krijg ik een halve Wikipedia pagina doorgestuurd. Al die weetjes, ik heb het in ieder geval niet van een vreemde en ik ben er dol op. Papa stelt altijd veel vragen en zo in contact zijn voelt ook alsof papa meereist. Op deze reis waarbij ik ook onderzoekend ben naar mijn ouders maakt dit extra speciaal. Toen ik de foto doorstuurde van het schip Dar Pomorza zei papa: dat schip lag hier ook al in september/oktober 1982. Toen heb ik precies hier ook samen met je moeder gelopen. Aan het einde van de pier zagen wij het schiereiland Hel liggen.
Mijn ouders voordat het mijn ouders waren: twee verliefde mensen die geen idee hadden wat het leven ze zou geven.
Terug in Gdynia doe ik nog boodschappen. Ik haal elke dag 1 blikje bier met fruit smaak en dit drink ik op aan het strand. Bij de groenteboer koop ik ook een doosje rode bessen. Wanneer ik afreken vraagt de vrouw aan mij: Wat heb je een mooi accent. Waar kom je vandaan?
Ik kan niet anders zeggen dan dat ik kwispel van trots en een centimeter of 3 gegroeid ben. Glunderend vertel ik dat ik uit Nederland kom en hier nu alweer 6 weken ben. Terwijl ik de winkel uitloop moet ik even grinniken dat 6 weken geleden de zwerver in Warschau mij niet verstond en dat ik nu juist een compliment krijg. Wat een heerlijk einde van mijn dag!
Sopt lijkt me erg mooi! Heerlijk verhaal weer Nath!
Wat leuk dat je zo mee-reist lieve Roudge!
Ja het is prachtig! Ik geniet er enorm van.