








Het dorp Aguas Calientes, gelegen bij de rivier aan de voet van Machu Picchu, is alleen bereikbaar met de trein. Het dorp is geïsoleerd van het landelijk wegennet. Toerbussen vanuit Cuzco rijden daardoor niet verder dan Ollantaytambo, waar moet worden overgestapt op de trein. Voor de lokale bevolking is er een vroege en late trein die niet toegankelijk is voor toeristen.
Ook rijden er goederentreinen voor de bevoorrading van het gehele dorp.
Er zijn veel restaurants en hotels en het doet je denken aan wintersportdorpje. Er is ook een warmwaterbron, waar de naam van dit dorp op is gebaseerd. Vanavond slapen we eindelijk weer in een bed. Ester, Sonja, Franka en ik delen een kamer en na aankomst genieten we vooral van een douche, want die hebben wij de afgelopen dagen niet gehad. Wij sluiten deze laatste avond af met een etentje in een restaurant, maar iedereen is moe en stil. Rond 20 uur ligt iedereen daarom ook uitgeteld in bed.









Woensdag gaat mijn wekker al om 03.15 uur. Om 03.50 uur lopen wij met z’n vieren de deur uit en om 04.15 uur staan wij als eerste voor de poorten van de brug. We drinken nog wat en ik prop nog snel een Snickers naar binnen voor wat energie. Om 05 uur komt de controleur naar buiten. Hij opent de poort en checkt je toegangsbewijs. Als allereerste loop ik de brug over en hierna begint het pas: een klim van 1,7 kilometer die 350/400 meter stijgt en ongeveer een uur duurt, door een tropisch regenwoud met alleen maar treden die uit steen gehouwen zijn. Samen met Franka, DJ en Ester lopen we in een vast ritme naar boven. Ik voel mijn hart bonzen en ik hijg, maar ik wil koste wat kost als eerste boven zijn om zo foto’s te kunnen schieten zonder dat het er vol staat met toeristen. Terwijl wij naar boven klimmen, wordt het langzaam licht en de wolken hangen tussen de bergen het is absoluut magisch! De vogels worden wakker en de nacht verdwijnt uit het regenwoud. Om 05.42 uur komen wij met een bonzend hart aan bij de toegangspoort van de Machu Pichu als allereerste. Om 06 uur lopen wij het park binnen en genieten van dit wereldwonder.
Wat bijzonder om rond te lopen op de plaats die er al was voordat ik hier op aarde kwam en die er nog zal zijn lang nadat ik ben verdwenen. Ronald geeft ons een rondleiding die Ester en ik maar gedeeltelijk meemaken omdat wij tussen 7 uur en 8 uur de berg Machu Pichu zullen gaan beklimmen. Toen wij deze trip boekten, leek het ons een geweldig plan om deze berg op te gaan om zo de klassieke foto te maken van de stad Machu Picchu met op de achtergrond de heilige berg Huayna Picchu. Er mogen er ook per dag maximaal 400 mensen op de berg in verschillende tijdslots en we moesten dus snel beslissen. Na 5 dagen hiken waarbij we 88 kilometer verder zijn is dit opeen een stuk minder aantrekkelijk, maar we gaan toch de berg op. Deze berg is zoveel steiler en lastiger dan het pad dat wij vanmorgen naar boven hebben genomen. Alles gaat steil omhoog en de treden zijn of heel smal, heel hoog maar niets gaat regelmatig. Pas na meer dan een uur klimmen waarbij we 631 meter zijn gestegen, bereiken we geheel bezweet de top. Het uitzicht is werkelijk fantastisch. Je ziet de ruïnes van de Inca’s, de heilige Huayna Picchu, de Urubamba rivier en de Putucusi bergen. De wolken komen en gaan en de zon breekt ook eindelijk door wat ons heel erg goed doet. Na een uurtje op de berg beginnen we aan onze afdaling. Ik kan wel eerlijk zeggen dat deze klim onze laatste restjes energie heeft gekost. Op de afgelopen nacht na, hebben we erg slecht geslapen en vanmorgen hebben we alles gegeven om op tijd boven te zijn. We lopen rustig naar beneden. Beneden bezoeken we het dorp zelf en we zien hier en daar wat lama’s grazen. De geschiedenis van Machu Picchu is boeiend. Aangenomen wordt dat de bouw van de stad Machu Picchu werd begonnen rond 1440, onder leiding van Pachacuti. Tot aan de Spaanse verovering van het gebied in 1532 was de stad bewoond.
Over de functie van de stad zijn wetenschappers het niet eens. Doordat de stad zo ontoegankelijk is, wordt aangenomen dat de stad geen doorsnee-functie had. Vaak wordt aangenomen dat Machu Picchu een buitenverblijf was voor koningen en andere hooggeplaatsten. De stad heeft veel verblijven voor edelen, en een paar woningen voor hun dienaren. Er konden rond de 800-1000 personen in de stad verblijven. Gedurende de regentijd, als er geen koningen aanwezig waren, zouden er veel minder mensen in Machu Picchu geweest zijn. Toen de Spanjaarden het rijk van de Inca’s versloegen, stopte de regelmatige trek van en naar Machu Picchu door edelen en raakte de stad verlaten.
In 1866 vond de Duitse goudzoeker en houthandelaar Augusto Berns de bergstad. Met toestemming van de Peruaanse regering plunderde Berns de stad en verkocht de historische schatten aan Europese musea. In 1911 verrichtte de historicus Hiram Bingham een studie naar de Incapaden in de omgeving van de stad. Tijdens deze studiereis ontdekte hij Machu Picchu opnieuw. Brede bekendheid kreeg de stad in 1913 toen de National Geographic een compleet nummer wijdde aan Machu Picchu. In 1983 werd de stad opgenomen in de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Rond 13.00 uur is het voor ons echt genoeg geweest, wij zijn moe. We beginnen aan de afdaling zoals wij vanmorgen naar boven zijn geklommen alleen nu in een rustiger tempo. Als we aankomen in Aguas Calientes ploffen we neer bij een Italiaan voor een pizza en een biertje. Na 1,5 biertje zijn we alle twee ook een beetje drink en geheel ontspannen. We lopen nog even door het dorpje heen voordat we in onze trein stappen naar Ollantaytambo. Daar staat een bus voor ons klaar die ons verder terug brengt naar Cusco. Als we ‘s avonds om 23.15 uur in ons hostel aankomen, zijn we alweer 20 uur wakker en na een snelle douche is het tijd om in een heerlijk warm en zacht bed te kruipen.









Zaterdag gaat de wekker om 04 uur en het is weer tijd om de wandelschoenen aan te trekken. Als we even later in de bus stappen, komen we Franka weer tegen en blijven wij deze dag gezellig met z’n drieën optrekken. We rijden ruim 3 uur rijden over kronkelende en onverharde wegen richting het zuidoosten en gaan dieper de Andes in. Hier bezoeken we vandaag de bergen in de kleuren van de regenboog: de Rainbow Mountain. Peruanen noemen de berg Vinicuna. De naam komt uit het Quechua, de belangrijkste voertaal van het Inca- rijk en nog altijd veel gesproken, en betekent ‘de zeven kleuren berg’. Als we aankomen bij de voet van de berg stappen we uit. Hier in een klein dorpje in het Vilcanota gebergte begint onze hike.
Tijdens de trek naar boven komen we tientallen lama’s en alpaca’s tegen, gekleurde woeste landschappen en maken we ook kennis met de locals die hier in de bergen werken en wonen.
De weg erheen is niet makkelijk, want we moeten naar 5.035 meter klimmen. Het zetten van elke stap is zwaar. Zo krijgt Ester onderweg een stekende hoofdpijn, heeft Franka last van algemene misère en krijg ik later tijdens de afdaling een gevoel van dronkenschap, wat eng is als je langs de afgrond loopt. Maar het is de moeite waard. Na 1,5 uur hiken bereiken we de top van de Rainbow Mountain en worden we beloond met een uitzicht van 360 graden over het prachtige gekleurde landschap.
De Rainbow Mountain komt aan zijn regenboogkleuren door verschillende mineralen zoals koper, ijzer en malachiet die hier in de grond zitten. Vinicunca is een beschermd natuurgebied, waardoor de grondstoffen niet ontgonnen kunnen worden en de regenboogkleuren kunnen blijven bestaan.
Na ongeveer 30 minuten beginnen we aan de terugtocht, maar wel via de Red Valley. De tocht naar de Red Valley gaat via een smal pad die aan de zijkant van de Rainbow Mountain loopt. Deze tocht duurt ongeveer 40 minuten en nadat hij even afloopt, is het toch weer klimmen geblazen. Als we aankomen bij het uitzicht over de Red Valley kijken we onze ogen uit. Het uitzicht lijkt wel buitenaards met een dieprode kleur gemixt met groen, vele bergen en in de verte de besneeuwde bergtoppen. We genieten van het uitzicht en komen ondertussen op ademen. De Red Valley vind ik persoonlijk indrukwekkender dan de Rainbow Mountain door het weidse uitzicht en de kleuren. De afdaling terug naar de bus gaat best steil naar beneden. Hier krijg ik ook wat last van de hoogte in de vorm dat ik me dronken voel en ik wat zwabber op mijn benen. De gids geeft mij een paar druppels agua de flora op mijn hand. Ik wrijf het in mijn hand en snuif het dan op. Dit is een mix van alcohol en kruiden en het helpt tegen klachten die je kan krijgen door de hoogte. Ik ben op slag nuchter en kan rustig verder lopen.
Na afloop is er een stop in een dorpje zodat we kunnen lunchen. We zijn alle 3 te slap en misselijk van de autorit en eten mondjesmaat. Na nog ongeveer 2 uur rijden komen we moe maar voldaan aan in Cusco.









Eindstand kaarten:
Essie:55
Nath:47
Wat super leuk om te lezen Nathalie.
Na mijn studie, al weer zo’n 25 jaar geleden, heb ik ook een lange reis door Zuid-Amerika gemaakt.
Cusco, Machu Picchu en wat je beschrijft, is een feest der herkenning!
Ik ga weer helemaal terug in de tijd.
Hoi Judith,
Wat een super leuk berichtje!En wat super gaaf dat je hier al geweest bent het is zo’n geweldig land! X
Wat weer prachtige foto”s.Dikke kus
Dank je wel! X
Wow! Mooi verhaal weer Nath!
Thnx Roedge! X