Selecteer een pagina
De outback is een bijzonder begrip voor diegene die hier niet bekend mee zijn. In Australie wordt met het begrip outback (“binnenland” of “rimboe”; “afgelegen gebied”) de regio’s aangeduid die ver van de bewoonde wereld verwijderd liggen. De outback beslaat bijna driekwart van Australië en strekt zich hoofdzakelijk uit over het Noordelijke Territorium, West-Australië en delen van de deelstaten Queensland, New-South-Wales en Zuid-Australië. Onder het begrip outback vallen verschillende landschappen en klimaatzones. Grote delen van de outback in West-Australië zijn ontoegankelijk: soms valt hier in jaren geen regen, terwijl in de zomer de temperatuur tot boven de 50 °C oploopt. De outback van Queensland bestaat daarentegen deels uit tropisch regenwoud.
Ook Lightning Ridge ligt in de outback. Er zijn hier slechts enkele geasfalteerde wegen. Boerderijen in de omgeving liggen veelal aan zandpaden. Het is dan ook geen uitzondering wanneer een boerderij 80 kilometer van de geasfalteerde weg verwijderd ligt. Alle basisbenodigdheden kan je hier in het dorp krijgen. Voor uitgebreide boodschappen of specialisaties zoals een orthodontist en verloskundige moet je naar de eerst volgende stad – Dubbo – wat 4 uur rijden hier vandaan ligt. Bij ernstige ziektes en ongevallen wordt in de outback een beroep gedaan op de Royal Flying Doctors Service (RFDS). Het voordeel van de outback is de ruimte en vrijheid die je hier hebt. Je bent in contact met de mensen die hier wonen en ook met de natuur om je heen. 

De week in Lightning Ridge gaat rustig voorbij. Ester en ik wandelen door het dorp, bezoeken Mr. Cheap, drinken een kopje koffie bij Morrilas en doen boodschappen bij de IGA. 
Ook liggen er 2 tennisbanen hier in het dorp en we slaan wat balletjes heen en weer. Samen met Charlotte bezoeken wij ook het eerste ziekenhuis van Lightning Ridge. Opgericht in 1913 en doet nu dienst als een museum. Rondom het museum vind je allerlei voorwerpen uit de tijd dat de mensen zijn begonnen met het mijnen naar opaal wat rond 1901 geweest moet zijn. De mensen waren erg creatief en hebben alle middelen gebruikt die voorhanden was om te bouwen wat ze nodig hadden. Het spoelen van grote stukken ruwe opaal gaat tegenwoordig in een soort van draaiende cementmolen die je ook ziet bij het binnenrijden van Lightning Ridge. Vroeger maakten ze deze draaiende versie in het klein met het onderstel van een grasmaaier, een accu uit een auto en een oude ton. 

Ester is ook met Fred en Magnus een dagje mee de opaal mijn in geweest.
De Opaal is de nationale edelsteen van Australië. Lightning Ridge kreeg grote bekendheid, omdat er Opaal werd gevonden met een zwarte grondkleur (Black Opal) wat zeldzaam is en het meeste waard. Lightning Ridge heeft meer dan 50 nationaliteiten en je kan wel zeggen dat mensen van over de hele wereld hier naar toe zijn gekomen voor een bijzonder en avontuurlijk leven in de outback. Ze wagen allemaal een gok naar rijkdom. Het mijnen naar Opaal is, zoals ze het zo mooi in het Engels kunnen zeggen, niet voor de “faint hearted”. Je hebt er moed en doorzettingsvermogen voor nodig. Het is erg bijzonder om een inkijkje te mogen krijgen. Zo is er gegraven met zowel de machine als handmatig. Zijn de rotsen die opgegraven zijn weggebracht naar de machine die al draaiend alles wast. En hebben ze stenen, die al eerder gewassen waren, handmatige bekeken om te kijken of er werkelijk Opaal tussen zit. Hierbij is ook uitgelegd welke stenen de juiste zijn en welke er helaas mooi uitzien maar weinig waard zijn.
Donderdag is onze laatste avond aangebroken. Samen met Charlotte en Ester ben ik uit eten geweest. Picollo is een nieuw Italiaans restaurant in het dorp dus die gaan wij uitproberen. De eigenaar heeft jarenlang als chef-kok gewerkt bij Bruno’s. Hij wilde na al deze jaren graag iets voor zichzelf hebben en heeft zodoende dit restaurant geopend. Op een paar kleine wijzigingen na is de kaart dan ook exact hetzelfde en het eten dus ook lekker. In Australië zie je bij sommige restaurants BYO staan. Dit staat voor Bring Your Own en betekent dat je je eigen alcoholische drank mee mag nemen. Sommige restaurants hebben namelijk geen licentie om alcohol te schenken. Een alcohollicentie wordt ook erg moeilijk afgegeven en de regels zijn enorm strikt. Omdat Picollo een BYO is, zijn wij eerst langs de bottle-o (soort Gall & Gall) gegaan. Hier hebben we 2 flesjes bubbels gehaald die al snel naar onze hoofden stegen. De avond hebben wij afgesloten met wat biertjes in de Bowlingclub. Het Nederlandse meisje Iris die ik vorige week hebben leren kennen, schuift ook aan. Ze vertelt over dat haar tweede visum in september zal verlopen en dat ze heel graag in Australië wilt blijven. Ze gaat het proces starten voor een sponsorship waarbij haar werkgever, de Bowlingclub, haar zal helpen. Het is ontzettend spannend en ik hoop dat dit haar gaat lukken. Het lijkt mij namelijk erg leuk en gezellig als Iris er in september nog is als wij terugkomen. We lachen heel wat af en woord technisch kan dit het allerbeste met Nederlanders onder elkaar. Wat een fijne avond. 
Vrijdag is het helaas alweer tijd om afscheid te nemen. Een beetje verdrietig, en vooral brak, stappen Ester en ik in de bus van ‪08.50 uur‬. Als wij na ruim 4,5 uur reizen aankomen in Dubbo, blijken er geen treinen te rijden vanwege een defect. Wij worden in een bus richting Blackheat gestopt. Als wij daar uit stappen voor een verplichte pauze merken we dat het erg koud is geworden. Vanuit Blackheat gaat de bus verder naar Katoomba. Vanuit Katoomba kunnen wij eindelijk een trein nemen naar Springwood waar wij na meer dan 12 uur reizen ‪om 21.00 uur‬ aankomen. Springwood heeft ongeveer 8.475 inwoners en het ligt gelegen in de Blue Mountains. Dit gebied werd voor de kolonisatie eerste bewoond door de Oryang-Ora aboriginal clan. 
In 2013 werd een gedeelte van Springwood en omliggende dorpen Winmalee en Yellow Rock hard getroffen door bosbranden. Hierbij zijn 193 woningen compleet afgebrand en 109 woningen zwaar beschadigd. Voor Anneke en haar man Ruud, die hier wonen, was dit een spannende en ook onzekere periode.  Anneke heb ik leren kennen via Maaike. De ouders van Maaike zijn met Anneke en Ruud bevriend. Ondanks dat er wel schade is geleden hebben ze hun huis kunnen behouden. Anneke en Ruud zijn in 1983 met hun 2 kinderen vanuit Amsterdam naar Australië geëmigreerd. Hoewel ze eerst hebben gekeken voor Canada en Nieuw Zeeland is het Australië geworden op grond van de voorwaarden en het is de juiste beslissing geweest. Na op verschillende plaatsen in de buurt van Springwood gewoond te hebben zijn ze sinds 1997 trotse bezitters van een prachtige woning midden in de Blue Mountains.

Op zaterdag heeft Anneke ons de omgeving laten zien. Hierbij hebben wij rondgereden en onder andere Martins Lookout bezocht voor een mooi uitzicht. Anneke heeft in de afgelopen 35 jaar dat ze hier woont veel van Australië gezien en weet ontzettend boeiend te vertellen. Deze verhalen prikkelen mij enorm om meer van dit gigantische land te willen zien. Het is inspirerend. In de middag heb ik samen met Ester een wandeling gemaakt van 2 uur door het bos en de bergen. We kletsen over verandering van omgeving en dat zowel de outback als de bergen beide voor een unieke ervaring zorgen. Wij beseffen ook dat Sydney niet Australië is en je voor de ervaring van wat Australië is en wat het te bieden heeft, het binnenland in moet trekken. Hierdoor hebben wij het er ook over wat we nou eigenlijk allemaal willen gaan zien. Voor nu is dat eigenlijk nog heel erg breed en op basis van ons gevoel kunnen wij nog geen keuze maken en gelukkig hoeft dit ook nog niet. Ondertussen genieten we van de wandeling en de enorme bomen. Met 17 hectare eigen grond zijn wij braaf op eigen terrein gebleven. Als we terug zijn genieten we van een echte Hollandse maaltijd: erwtensoep. Als toetje hebben we vers gemaakte griesmeelpudding met bessensaus en dat vind ik heerlijk. Ik geloof dat ik de halve schaal op heb gegeten. Voordat we gaan slapen, kletsen wij gezellig nog wat na. Ook Erwin, de zoon van Anneke en Ruud, is aanwezig. Het is ontzettend knap hoe goed en bijna accentloos Nederlands hij spreekt. 

Zondag vertrekken Ester en ik in de middag richting Sydney. Wij nemen afscheid van Ruud, Erwin en Anneke.
Hoewel ik Anneke hiervoor slechts 1 keer eerder heb ontmoet, zijn wij ontzettend hartelijk ontvangen. Ik kijk er ontzettend naar uit om haar in september weer te zien en bij te kletsen.

Na 1,5 uur in de trein komen Ester en ik aan op Sydney Centraal. We lopen eerst naar ons hotel om de tassen op de kamer te zetten. Vanuit ons hotel zijn wij met 5 minuten in Darling Harbour. Vanuit hier wandelen we door naar Kingstreet Warf. Momenteel is het festival Sydney Vivid aan de gang. Verspreid over verschillende wijken door de gehele stad zijn er ongeveer 80 indrukwekkende installaties geplaatst die samen gaan met een gave lichtshow. Het festival wat ongeveer 3 weken duurt is vele malen groter dan het Amsterdamse Light Festival en wij kijken onze ogen uit. Het is momenteel ontzettend druk in de stad vanwege het lange weekend. Elke tweede maandag van juni wordt Queen’s Birthday (Verjaardag van de Soeverein) gevierd.
De verjaardag van de koningin van Engeland wordt door vele landen die deel uitmaken van het Brits Gemenebest gevierd. De datum van de viering verschilt van land tot land en staat los van de werkelijke geboortedag van de vorst of vorstin (momenteel Queen Elisabeth II, geboren op 21 april 1926). 
In West-Australië wordt dit meestal óf op de laatste maandag van september óf op de eerste maandag van oktober gevierd. In Queensland altijd op de eerste maandag van oktober. Er gelden geen vaste regels, maar wordt elk jaar uitgeroepen door de gouverneur.

Wij sluiten deze week af met een lekkere Mojito en samen genieten we van het mooi uitzicht over Kingstreet Warf.

Eindstand kaarten:
Essie:73
Nath:74