Maandag beginnen we de dag vroeg met een haan die rond 5.30 uur iedereen wakker kraait. Na een ontbijt (aardappelsoep, witte rijst, ei en een cracker) lopen we rond 7uur het erf af. Het weer ziet er veelbelovend uit maar je weet natuurlijk nooit hoe snel het om kan slaan. Het doel voor vandaag is de top van Paramillo Quindo te bereiken. Na ruim 2 kilometer steil bergopwaarts gelopen te hebben, kunnen wij deze berg ook echt zien. In de lucht zweeft een arend enige tijd voordat hij een duikvlucht naar beneden neemt.
Terug in Salento boek ik mijn dorm kamer om tot een privékamer en geniet ik van een superlange en hete douche, witte zachte handdoeken, ijskoude biertjes, schone kleding, een vleugje Chanel en een heerlijk zacht en groot bed. Het leven moet je immers vieren!
Op de woensdag doe ik rustig aan en na een uitgebreid ontbijt is het tijd om door te reizen naar Cali. Na een uurtje of 6 kom ik aan in het hostel en heel veel meer dan mijzelf te verplaatsen van het zwembad naar de hangmat doe ik niet.
Donderdag begint rustig en aan het ontbijt kom ik de Nederlander Rogier tegen. Na een kletspraatje, wisselen we nummers uit omdat we waarschijnlijk tegelijk in Popayan zijn en wie weet kunnen we daar en drankje doen. Rond 09.30 loop ik vanuit het hostel naar de Iglesia Ermita kerk in het centrum van Cali. Daar begint mijn salsa tour door de stad. Paul neemt je mee waar de salsa vandaan komt en hoe belangrijk dit is voor de inwoners van Cali. Het heeft aan vele mensen een uitweg geboden voor criminaliteit en het weerklinkt de zielvreugde van de mensen in deze verdere weinig kleurrijke stad. Cali leeft ook pas ‘s nachts. In een museum wordt er verteld over de band Niche die in de jaren ‘70 de salsa naar Cali hebben gebracht. Het volkslied van Amsterdam is Aan de Amsterdamse grachten. Als ik dat hoor en mijn ogen sluit, dan verdwaal ik even door de stad, vult mijn hart zich vol liefde en ruik ik huis. De inwoners van Cali hebben de Cali Pachanguera. De oprichter van de band Niche heet Jairo Varela en in de jaren ‘80 was hij in New York in een studio aan het oefenen. Elke dag stond er dezelfde man naar binnen te turen. In de wind en de regen. Op een dag liep Jairo naar buiten en zei: “Hey man hoe is het met je? Ik zie je elke dag naar binnen kijken. Kan ik iets voor je doen?” De man antwoordt terug dat hij dol is op de groep Niche en fan van ze is. Jairo vraagt waar kom hij vandaan komt. “Ik kom uit Colombia”, zegt die man, “uit Cali om precies te zijn.” Jairo vraagt wat hij helemaal in New York doet. De man antwoordt dat hij vertrokken is vanuit Cali voor een beter leven, maar dat hij illegaal in New York is nu en dat hij zijn thuis ontzettend mist. Jairo vraagt wat de man allemaal mist en de man begint te vertellen. Over de stad waar hij van vrouwen heeft gehouden, over de nachten de geweldige nachten in Cali, over de voetbalwedstrijden in het stadion el Pasqual, over de stad waar hij de geur nog van kan ruiken, dat Cali gewoon Cali is en de rest zijn slechts bergen in Colombia. Ook klinkt het wat melancholiek, dit nummer is er een van vreugde.
Wat een heerlijk verhaal Nath! Lekker bezig!