Vanuit hier lopen wij naar Pasar Klewer. Dit is de grootste textielmarkt van Surakarta en heel Indonesië. Surakarta is, anders dan Yogyakarta,voor haar inkomsten niet alleen aangewezen op het toerisme. Vanouds speelt de batik industrie er een belangrijke rol. In Surakarta gaat het dan niet om ambachtelijk gemaakte sarongs, maar om honderdduizenden in fabrieken gemaakte overhemden, sarongs of tafelkleden. Wij struinen door de smalle gangen van Pasar Klewer en zien vele soorten Batik.
Aan de overkant van de straat is de grote moskee, Mesjid Agung. Dit is een van de vele prachtige voorbeelden van de succesvolle vermenging van Javaanse cultuur en de Islam. Ester en ik lopen hier wat rond en gaan er aan de andere kant van het plein uit. Helaas kunnen wij deze moskee niet bezichtigen aan de binnenkant.
We komen vervolgens uit in kampong Kauman. Deze wijk heeft de karakteristieke Indonesische smalle straten en huizen. In deze wijk zijn vele winkels te vinden waar je Batik kunt kopen. Wij wandelen verder naar de ruïnes van het voormalige Nederlandse fort Vastenburg. Helaas is het fort vandaag gesloten en kunnen wij niet naar binnen.
Een eindje verder in de straat staat het gebouw van de Bank Indonesia. Deze stamt uit 1910 en is ontworpen door de Nederlandse architecten Hulswit, Fermont en Cuypers.
In de avond willen wij graag naar de dierentuin. Volgens verschillende websites is er bij de dierentuin namelijk een prachtig park wat ‘s nachts wordt verlicht door meer dan 300 lantaarns die de vorm van verschillende dieren hebben. Wanneer wij daar aankomen is het hartstikke donker. Na wat zoeken vinden wij een medewerker die op het punt staat om af te sluiten. Hij vertelt dat het lichtpark al ruim 5 maanden geleden is gesloten. Een verandering van management vertelt hij. Het spijt hem dat wij voor niets zijn gekomen. Ook dit is reizen, soms zijn de attracties er en soms niet meer. We gaan naar huis en genieten van een rustige avond.












Candi is de Indonesische term om naar een oude Javaanse Hindoe tempel te verwijzen. Tussen de 5e en 15e eeuw was een meerderheid van de Javaanse bevolking van Hindoeïstisch (en Boeddhistisch) geloofsovertuiging. Zodoende zijn er vele hindoetempels (Candi) gebouwd en domineerden ze in die tijd het landschap op het eiland Java.
Na een avontuurlijke 2 uur reizen (in overvolle bussen met veel bekijks) waarbij we op de vreemdste plaatsen moeten overstappen, komen we hier aan.
Deze tempel is gebouwd op de westkant van de Lawu berg op de grens tussen Centraal en Oost Java. De omgeving is bosrijk en de tempel prachtig. Echt ongestoord rondlopen was voor ons hier lastiger. Nog voordat de gehuurde sarong was omgeknoopt had zich al een rij gevormd van lokale toeristen die met ons op de foto willen.
De mensen zijn allemaal ontzettend benieuwd waar wij vandaan komen en wat wij hier doen. Blanda noemen zij ons Hollanders. Maar wel op een liefdevolle manier want ondanks het gezamenlijke verleden wat wij delen zijn wij van harte welkom in hun prachtige land.
Na een wandeling van ruim 2 uur gaan wij weer richting Surakarta. Hier drinken wij nog een fantastische Javaanse koffie bij een van de vele goede koffiezaakjes voordat we naar huis gaan.












Mangkunegoro II, een familielid van de sultan van Solo, begon in 1787 met de bouw van het paleis. Het bouwwerk zoals ik het nu zie is het resultaat van bouwwerkzaamheden die in 1866 afgerond werden. Het bestaat uit twee hoofdgebouwen, de pendopo (ontvangstzaal en dansruimte) en de Dalem Ageng (ceremonieele hal), geflankeerd door de woonvertrekken van de familie. De nazaten bewonen het paleis nog altijd, en het is mogelijk een kijkje te nemen in hun woonvertrekken.
De sultans van Solo zijn altijd sterk pro Nederland geweest. In tegenstelling tot de anti Nederlandse houding van de sultan van de nabijgelegen sultansstad Yogyakarta tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, hield de sultan van Solo een receptie voor de Nederlandse troepen, nadat deze Solo op de Republikeinse TNI veroverd hadden. Dit werd hem later niet in dank afgenomen. Hij moest afstand van zijn macht en privileges doen. Solo en het omliggende gebied verloor de speciale status.
In de Dalem Ageng kan je de gouden sieraden, krissen, bronzen beelden en het antiek van de sultanfamilie bezichtigen. De oostelijke vertrekken heten de Bale Peni en zijn voor de prinsen. De westelijke vertrekken, de Bale Warni, zijn voor de prinsessen. Het hele paleis is van teakhout gebouwd. De pendopo (audiëntieruimte) steunt op vier massieve pilaren, de Saka Guru, die bijna 11 meter hoog zijn.
Het vloeroppervlak van de pendopo is 62,5 bij 51,6 meter. Het dak is gemaakt van honderden siraps (teakhouten tegels). De totale oppervlakte van het paleis, exclusief het tegenwoordige hotel, is ongeveer 13 hectare. Het geheel wordt omgeven door een hoge ringmuur, met een hoofdpoort en twee zijpoorten aan de west- en oostkant.
Maria is een oudere vrouw die mij en Ester een rondleiding geeft. Als ze ons hoort kletsen, herkent ze ons direct als Nederlanders. Ze vertelt dat zij van haar oma Nederlands heeft geleerd. Het woordje moeilijk wordt tot op de dag van vandaag nog gebruikt in vele Javaanse huishoudens, vertelt ze. Tijdens de rondleiding geeft ze ontzettend veel informatie. Ook vertelt ze over de vele geschenken van het Nederlands Koningshuis en laat die ook zien. Over de bezoeken van Juliana en Bernhard. Ze vertelt dat de sultan Moslim is en dat zijn vrouw Katholiek is. Ondanks dat er extremisme is in het land, is het grotendeels van het volk wat vreedzaam naast elkaar leeft.
Voordat ze de toer afsluit, vraagt ze of wij weten wie de beroemdste nazaat is van Solo. Dit blijkt Joko Widodo te zijn. Vanaf oktober 2014 is hij de president van Indonesië. Hij was jaren burgemeester van Solo (vanaf 2005), waar hij ongekend populair was. Hierna werd hij in 2012 gouveneur van Jakarta. Joko Widodo staat bekend om zijn ‘schone’ imago.
In de middag nemen Ester en ik de bus naar Semarang. Dit is een lange busreis op een stoeltje gemaakt voor hele kleine mensen. Maar de omgeving maakt alles goed. De natuur is prachtig en alle mensen in de bus zijn ontzettend aardig. Ze kletsen Indonesisch tegen ons en ik klets gezellig terug in het Nederlands. In Semerang aangekomen ontstaat er wat commotie want opeens moeten wij de bus uit. Uiteraard gaat dit helemaal mis en zo staan Ester en ik opeens met onze tassen buiten langs de kant van de snelweg. Blijkbaar gaat de bus de stad niet in maar eromheen verder naar een voor ons een onbekende bestemming. Een beetje beteuterd zijn we wel, maar er zit niets anders op dan de snelweg terug af te lopen richting de stad. Het is erg heet en de zon brandt. Uiteindelijk zijn we weer bij een weg aangekomen die richting de stad gaat. Hier lukt het ons om een taxi te regelen en komen we aan bij ons hotel. We gaan nog even de deur uit voor wat eten en zwemmen in het zwembad op het dak. Wat een welkome afkoeling is na een reisdag.
Donderdag slapen we uit. Daarna gaan wij op zoek naar ontbijt en Javaanse koffie. In de middag nemen wij de Indonesische versie van Uber naar het busstation. Dit busstation is al snel 25 minuten rijden vanuit het centrum, want het ligt aan de rand van Semerang. De chauffeur laat ons eruit in een onverharde straat vol bussen. Dit is het busstation vertelt hij. Terwijl het zweet van ons hoofd gutst en de uitlaatgassen onze longen vullen lopen we tussen de bussen door. Jepara, Jepara vragen wij. De locals wijzen naar verschillende bussen. Uiteindelijk worden we een bus ingeduwd. Er is nergens plek en Ester belandt voorin op een provisorische plek achter de pook. Ik ga in het gangpad zitten. De man die het geld int in de bus is helaas niet zo aardig en ook niet zo eerlijk. Wij moeten namelijk veel meer betalen dan de lokale inwoners.
Na discussie door een local die het voor ons op neemt, kregen wij ons geld helaas niet terug. Het is een naar gevoel om afgezet te worden maar wij willen ook niet dat 1 slechte ervaring verder een oordeel vormt over dit prachtige land. De rit naar Jepara duurt ongeveer 3.5 uur over hobbelige wegen. Na 2 uur komt er een stoel vrij en kan ik hier zitten in plaats van op de grond. Ik vermaak mij door naar buiten te kijken en vergaap mij aan de mooie natuur. Jepara staat bekend om hout en alles wat hiermee gemaakt kan worden. Zo zie ik prachtige meubels maar ook fantastisch houtsnijwerk. Zo zijn er winkels die van alles verkopen maar ook bij de houtsnijwerker zelf die een klein stalletje aan de kant van de weg heeft. Vanaf het busstation lopen we naar ons hostel. Het straatbeeld van Jepara is erg kleurrijk, groen en het voelt uitnodigend en gezellig aan. We genieten van een bordje nasi en gado-gado voordat het tijd is om af te sluiten.












Karimunjawa is een archipel en bestaat uit 28 eilandjes. Hiervan zijn er maar drie of vier bewoond. Niemand kon duidelijkheid geven over het exacte aantal. Waarschijnlijk is er verwarring omdat op één eiland maar één persoon woont: een kluizenaar. De meeste mensen wonen echter op het gelijknamige eiland Karimunjawa en dan ook nog eens in het gelijknamige dorpje Karimunjawa. Het hotel waar Ester en ik verblijven ligt net iets buiten het dorp. Bovenop een heuvel zijn er 16 appartementen gebouwd en ook is er een zwembad. Doordat het hotel hoger ligt kan je de zee makkelijk zien liggen. En hier aan het zwembad is het dan ook waar ik de rest van de middag doorbreng. Lekker relaxen na een reisdag. Aan het einde van de dag worden wij beloont met een prachtige zonsondergang.
Zaterdagochtend breng ik lui door aan het zwembad. De eigenaresse van dit hotel heet Joyce en ze is Nederlandse. Ze is hier een jaar of 4 geleden terecht gekomen en vanwege de liefde nooit meer weggegaan. Samen met haar man is ze in het dorp een klein hostel begonnen met 6 kamers. Dit hostel loopt goed en ze willen graag uitbreiden. Ondertussen hadden ze al een stukje land gekocht net buiten het dorp. Door middel van een crowdfunding bij familie en vrienden hebben ze hier iets heel moois kunnen bouwen inclusief zwembad want dat is een groot pluspunt hier om te hebben. Het personeel krijgt elke ochtend huiswerk per e-mail om zo Engels te leren. De twee jongens die hier begonnen zijn bij de receptie hebben een maand intensieve training in het Engels gekregen voordat het hotel afgelopen april open ging. Op 1 april ging het hotel open en op 4 april is Joyce bevallen van haar eerste kindje Lukas. Hoewel er een klein beetje stress is geweest, loopt alles eigenlijk heel erg goed.
Vanmiddag hebben wij een scooter gehuurd en het Zuid Westen van het eiland verkend. Omdat zowel Google Maps als Maps Me het hier allemaal niet kan vinden doen we het met een uitgeprint kaartje. Zo vinden wij idyllische strandjes die verstopt zijn vanaf de weg. Hier drinken we op het strand een kokosnoot en genieten van het warme water in de zee. Het eiland heeft behoorlijk veel hoogteverschillen en hierdoor ook prachte uitzichtpunten. Het is een groen eiland met vooral veel loofbomen, jungle en hier en daar een palmboom. Als de weg op een gegeven moment stopt is het tijd om om te draaien. We vinden een klein strandje waar we genieten van een prachtige zonsondergang.












Het blijft mij ontzettend boeien dat je tijdens het reizen elke keer volslagen vreemde mensen tegenkomt waarbij als het klikt de communicatie zo open en eerlijk is. Het is af en toe nog ontzettend verrassend maar ik vind het erg mooi om op deze manier contact te maken met mensen.
Na de lunch is het tijd om weer verder te varen en na een uurtje duiken we weer het water in. We voelen de deining van de zee in het water. Tijdens deze stop zien wij veel clownsvissen. Ze noemen dit stukje dan ook Nemo’s garden. Na ongeveer een uurtje snorkelen vertrekken we naar onze laatste stop. En dit is wel de meest spectaculaire stop. Onderwater zijn er eindeloos veel vissen die je aan alle kanten voorbij zwemmen. De gids geeft mij een handje zand van de bodem. Ik strooi dit zand door mijn handen en het lijkt wel of alle vissen uit de oceaan om mij heen zwemmen. Het is magisch hier beneden. Rond een uur of 17.30 zijn we weer terug in de haven. We kleden ons thuis even om en gaan dan met de rest van de groep gezellig eten in het dorp. Wat is het weer een fijne week geweest!












Essie:78
Nath:79
Wat een mooie foto’s?
Dank je wel! X
Dank je wel! Het is prachtig! X
Indrukwekkend mooi 🙂
Dank je wel! X
Dank je wel X
Wat fijn om steeds op de hoogte te zijn van jullie mooie reis.
Wat fijn dat jullie ons volgen ❤️