Selecteer een pagina

Karin en Peter brengen ons met de camper naar Schiphol. Het moment van afscheid nemen is even lastig. Volgens mij gaat dat nooit wennen. Het blijft vreemd om dag te zeggen en te weten voorlopig nog even weg te zijn. Europa heeft nu nog prachtig weer en Karin en Peter zullen nu eerst richting Monschau rijden. Het is ontzettend druk op Schiphol en het duurt even voordat wij onze tas hebben ingecheckt en door de douane zijn. Terwijl wij richting onze gate lopen zien wij buiten verschillend borden me teksten van ING. Trip of a life time staat er ergens, dat klopt wel. Ester en ik kletsen over onze week in Nederland. En we kletsen over een auto, want bij aankomst willen wij zo snel mogelijk een auto kopen.

Het is ongeveer 21 uur vliegen naar Sydney. Na ongeveer 6 uur vliegen hebben wij een overstap van 2 uur in Dubai, wat wel fijn is zodat we de benen kunnen strekken. Ik heb het stuk naar Dubai geslapen. Ook Ester heeft een paar uur geslapen. Het opstijgen hebben we beide niet meer meegekregen. In het vliegtuig vinden Ester en ik het leuk om samen een film te kiezen en deze synchroon te bekijken. Dat heeft wel iets knus, vind ik.
Bij aankomst in Sydney nemen wij de trein naar het centrum. Hier blijkt ons hotel overboekt. Het is ondertussen bijna middernacht en koud op straat. Een kleine zenuwinzinking en wat zoeken later hebben wij dan toch iets gevonden. Een onaardige meneer die dit vak al ruim 50 jaar doet checkt ons in. Als wij even later de kamer binnen lopen kijken wij lijdzaam toe hoe een kleine kakkerlak in het badkamer putje verdwijnt. Het is net iets te veel geld voor een net iets te mottige kamer. Als wij even later in bed liggen is het de jetlag die ons wakker houdt. Dit duurt uiteindelijk tot een uurtje of 5. Deze uren vullen we productief in en we speuren het internet af naar geschikte auto’s. We reageren op verschillende advertenties en plaatsen ook een berichtje op Facebook. Hopelijk krijgen wij, als wij wakker worden over een paar uur, reacties.
Rond 7 uur gaat de wekker. “Hardvochtig dit”, mompel ik onder de dekens vandaan. Het is koud in de kamer en buiten is het grijs en nat. Na een kopje koffie op de hoek van straat waar we ook weer WiFi hebben scannen wij de vele reacties op Facebook wat betreft auto’s. Ons oog valt op een oudere maar goed onderhouden Nissan Pathfinder. We hebben contact met de verkoper en geven aan rond 14.30 uur in Gosford te kunnen arriveren. Hierna is het tijd om een Australisch telefoonnummer en bankrekening te openen. Dit gaat bovenverwachting makkelijk en om 13 uur zitten we in de trein. Gosford ligt op ongeveer 1.5 uur ten noorden van Sydney.
De verkoper is een Duitse jongen die al wat jaartjes in Australië woont. Ester en ik bekijken de auto, maken een proefrit en controleren wat papieren. Vele formulieren verder en een paar uur later is alles rond (het overschrijven is hier wat ingewikkelder dan in Nederland) en rijden wij met onze nieuwe aanwinst richting Newcastle.

Deze week maken Ester en ik een kleine roadtrip. Dit doen wij samen met onze Nissan Pathfinder die wij Steve dopen. Steve is groot en stoer. Het mooiste van Steve is wel de daktent die er bijzit en nog geen jaar oud is. We moeten misschien wel een keertje oefenen met de daktent opzetten voordat we echt op pad gaan. Avonturen en herinneringen maken.
De afgelopen dagen was het eerst tijd om te wennen aan Steve. Wennen aan het rijden aan de linkerkant om wat gedetailleerder te zijn. Zowel Ester als ik rijden af en toe over de witte lijnen heen die je vanaf de passagierskant zo goed ziet. Gelukkig voel je het ook als er overheen gereden wordt. Ik heb zelf ook nog moeite met het feit dat de ruitenwissers en knipperlichten aan de andere kant zitten dan wat ik gewend ben. Zo gaan de ruitenwissers nog een paar keer aan als ik een rotonde oprijd en knipperen de lichten bij regen. En hoewel ik het eerst nog heel erg spannend vind om met 110 kilometer per uur links te rijden en dus niet harder ga dan 100, is het na een paar dagen helemaal normaal. De witte knokkels aan het stuur zijn verdwenen en lui in de stoel zitten komt ervoor terug.

Ester en ik zijn vanuit Gosford via Newcastle naar Dubbo gereden. Deze weg wordt ook wel Golden Highway genoemd en dat is terecht. Het landschap is een eindeloosheid aan goud gekleurde velden. Australië heeft veel eindeloze landschappen en ik vind dit fascinerend. Het is namelijk zowel prachtig als eenzaam. Het is een oneindigheid die plotseling ophoud, waarbij vervolgens een slaperig dorpje, van soms maar één straat, verschijnt en deze weer opgeslokt wordt in de oneindigheid van het landschap.

Onderweg hebben Ester en ik in motels geslapen waarbij Steve voor onze deur stond. Sinds ik de film Thelma & Louise heb gezien heb ik altijd al in een motel willen slapen met mijn eigen auto voor de deur. Voor mijn gevoel is dat avontuurlijk. Voor mij staan motels voor tussenstations, voor onderweg zijn en voor nieuwe dingen zien. Newcastle zelf was helaas wat regenachtig, maar ik kom hier van de zomer graag terug. Het strand is namelijk prachtig goud van kleur en er kan ook ontzettend mooi gewandeld worden.

Onze roadtrip samen eindigt in het voor ons bekende Dubbo. Dubbo is voor ons beide de laatste grote stad voordat de outback werkelijk begint.
Dubbo ligt op ongeveer 400 kilometer van Sydney. Het is een stad met 40.000 inwoners en verschillende grote supermarkten, bouwwinkels en meer. Het is een stad waar ook de drie belangrijkste snelwegen (Golden, Mitchell en Newell) samenkomen en je naar verschillende delen van Australië kan brengen.
De omgeving van Dubbo werd ruim 40.000 jaar geleden bewoond door de Wiradjuri Nation. Dit is een stam van Aboriginals, de oorspronkelijke inwoners van Australië.
In 1818 werd de omgeving van Dubbo ontdekt door Europeaan John Oxley. Hij was ontdekkingsreiziger en heeft het op de kaart gezet.
In 1828 kwamen de eerste permanente Britse kolonisten naar Dubbo. Dit waren de broers Robert en Lawrence Dulhunty. Zoals vele andere kolonisten eigenden de broers zichzelf stukken grond en gebouwen toe. Hieronder bevond zich ook een gebouw wat nu bekend staat als het station van Dubbo.
Ondanks het feit dat de kolonisten veel leed bij de Aboriginals aanrichten kregen de gebroeders Dulhunty door de jaren heen affiniteit met de inheemse bevolking. Dat wil niet zeggen dat ze het land terug gaven, maar wel op hun manier voor de Aborigines zorgden door werk aan te bieden. Ook gebruikten zij de Aboriginal namen voor zowel het land als de gebouwen in de omgeving.
Waar Dubbo vandaan komt is niet helemaal duidelijk en er zijn verschillende theorieën over. Het woord Dubbo is waarschijnlijk een verhaspeling van het Wiradjuri woord thubbo or tubbo. Wat weer “hoofd beschermer” betekent. Sommige zeggen dat Dubbo “rode aarde” beteken wat een directe verwijzing is naar het landschap.
Sommige zeggen dat Dubbo de naam is van een oude Wiradjuri man die hier gewoond heeft op het moment dat de broers het land toe-eigenden.
Het zijn allemaal theorieën, want door een gebrek aan kennis van de Wiradjuri taal is er onduidelijkheid over de herkomst of het ontstaan van woorden.

In Dubbo doen Ester en ik boodschappen en zij wij aan het brainstormen hoe wij de achterbak van Steve in willen gaan richten. Dat is momenteel nog een zooitje en voordat we gaan kamperen moet het wel compleet en op orde zijn. We kopen ook wat servies, een theepot en een jerrycan voor water.

Op zondagmiddag nemen Ester en ik ook afscheid van elkaar. Ester vertrekt vanuit Dubbo naar Mullengudgery wat op ongeveer 1 uur en 40 minuten rijden ligt. Hier gaat Ester werken op een station (dit is het Australische woord voor ranch) met merinosschapen. Ik vertrek morgen met de bus naar Lightning Ridge om tijd met Charlotte door te brengen. Het afscheid nemen van elkaar was niet makkelijk en ook erg vreemd. Sinds 9 januari zijn Ester en ik namelijk 24 uur per dag en 7 dagen per week samen geweest. Natuurlijk zorgt dat soms voor wrijving, maar wij maken alles bespreekbaar. Dat is soms confronterend, maar wel een goede (voor ons) manier om samen een weg te vinden. En hoewel het heel gezond is om los van elkaar eigen dingen te ondernemen is het voor nu ook raar. Ester heeft geen zin om te gaan. Ze ziet er tegenop om naar een vreemde plek te gaan waarvan je nog niet weet wat je te wachten staat. Ik begrijp dat het ontzettend spannend is om er in je eentje heen te gaan. Ik weet ook dat dit iets is waar Ester zelf moet doen en straks trots op terug kan kijken. Een gevoel van overwinning. Dan is het zover en zwaai ik Ester uit terwijl ze in Steve de straat uit rijdt.

Eindstand kaarten:
Essie: 103
Nath: 103