Selecteer een pagina
Maandag rij ik om 7 uur het erf af. Het mooie van het afscheid nemen met Ester, is dat ik haar al mis voordat ik weg ben. Het is iemand goed missen. Missen om wie ze is en wat ze brengt. Rond 8.30 uur kom ik aan in Dubbo. Ik parkeer Steve bij het treinstation. Hier stap ik in de bus van 9.00 uur naar Lithgow. Rond 13.45 uur kom ik hier aan. Lithgow ligt aan de voet van de bergen en vanuit hier kan je nog alle kanten op. Ik neem de trein van 13.18 uur naar Springwood, waar ik rond 14.45 uur aankom.

Ik ben gewend geraakt aan de afstanden in dit land en geniet van de tijd die ik vandaag krijg door niet zelf te hoeven rijden. Het landschap veranderd van rood naar groen. Zodra het landschap groener wordt zie ik dat het volop lente is. Als kind was de zomer mijn favoriete seizoen, al denk ik dat het vooral te maken had met de zomervakantie. Sinds een jaar of vijftien ben ik vooral dol op de lente. Ik hou ervan dat alles gaat leven. Naar mijn idee is de kleur groen in de lente het allermooiste. Als de bus door Wellington rijdt zie ik de bomen met bloesems en ik krijg spontaan zin om te gaan kamperen. Dat lijkt mij een mooi uitje voor aankomend weekend, samen met Ester.

Ik heb onderweg ook de rust en ruimte om over veel dingen na te denken. Wat mij momenteel bezig houdt, is het terug keren naar Nederland en alles wat daarbij komt kijken. Werken, woonruimte, vrienden, familie en mijn leven inkleuren zoals ik het wil. Ik denk ook na over het weer vertrekken uit Nederland. Er valt namelijk nog zoveel te zien van de wereld. Ik vind het heerlijk om plekken waarvan ik eerder alleen nog maar foto’s heb gezien werkelijk te bezoeken. Dromen na jagen en uit laten komen. En voor mij is er niks fijners dan dit samen met Ester te doen.

Zo zijn er veel gedachten die door mijn hoofd schieten. Het zijn ook allemaal gedachten die er momenteel toe doen, dit omdat zoals het er nu naar uit ziet Ester en ik begin in december of uiterlijk begin januari terug zullen keren naar Nederland. Deze terugkeer is omdat, Peter (de vader van Ester) dan zijn stamceltransplantatie zal krijgen. Peter krijgt momenteel chemotherapie en voelt zich fit, ziet er goed uit en het is zo fijn om te zien dat hij samen met Karin aan het genieten is. Er zijn al 3 mogelijke stamcel donoren gevonden en er word nog getest om zo de beste hiervan te selecteren. De vooruitzichten zijn goed en dat is fantastisch om te horen.

Tijdens de gesprekken die Ester en ik momenteel voeren besef ik mij dat ik er voor het eerst niet tegenop zie om naar Nederland af te reizen. De situatie is niet veranderd, maar wel de manier hoe ik er op reageer en ik zie dit als een groei moment. Ook deze lang van te voren wereld reis is eindig en ook al is dit vanwege een andere reden dan gedacht, doet dat niks aan over hoe fantastisch deze reis is geweest (en nog gaat zijn) voor ons samen. Het gaat ondertussen al lang niet meer over mijn droom van 1.5 jaar rond de wereld reizen om vervolgens weer mijn oude leven in Nederland op te pakken. Wanneer deze reis eindigt zal er ook weer een nieuwe reis beginnen. Het hoeft allemaal niet te stoppen het gaat hoogstens anders dan bedacht.
Natuurlijk zijn er ook zorgen over Nederland. Ester vraagt zich af hoe haar vriendschappen er voor staan en ook hoe deze zullen ontwikkelen. Ik vraag mij af of wij beide het rustige tempo en de ontspannenheid in het leven zelf mee kunnen nemen. Het lijkt mij een uitdaging om dit vast te kunnen houden in een maatschappij die vrij gehaast is.
Daarnaast zijn er de grote zorgen en die gaan uiteraard over de stamceltransplantatie van Peter. Want deze is erg risicovol.

Vanuit Springwood wandel ik in een ruim uurtje naar Anneke en Ruud. Zij wonen in het dorp Yellow Rock. Aan het einde van een doodlopende straat verschijnt de oprijlaan, de twee palmbomen en het dak van hun huis. Daarachter is er een zee van groen. Dit is voor mij het allermooiste uitzicht in de Blue Mountains.
Na een hartelijke begroeting is het tijd om te eten. Anneke heeft heerlijk gekookt en we kletsen gezellig bij. Het is fijn ze weer te zien.

Dinsdag ben ik al voor 7 uur wakker. Ik zet een kopje koffie en loop er mee naar buiten. Ik geniet van het uitzicht. De zon schijnt en de kaketoes schreeuwen de ochtend tegemoet. Na het ontbijt brengt Anneke mij naar Springwood daar waar de Sassafras Gully en Magdala Gully route begint. De eerste 30 minuten vind ik het nogal spannend door alle ritselende geluiden in de bosjes, maar daarna begin ik te ontspannen. Onderweg geniet ik van het klauteren over boomstammen en de weg die behoorlijk stijgt en weer daalt. De watervallen zijn helaas opgedroogd, maar er staat nog wel wat water in het meertje. Ik zie een Lyrebird die ontzettend goed geluiden uit de omgeving na kan bootsen en ook kom ik veel witte Kaketoes met een gele kuif tegen. Na ruim 10 kilometer kom ik uit op een picknick plaats. Hier geniet ongeveer twee uurtjes van de zon, voordat ik weer terug naar Yellow Rock wandel.
Na het eten bekijken wij met z’n drieën vakantie foto’s van Anneke en Ruud door Noord en West Australië. Anneke en Ruud wonen hier sinds 1983 en hebben veel meer van Australië gezien dan gemiddeld. Zo zijn ze al een keer helemaal rond gereden, in het noorden en het westen geweest en verschillende woestijnen doorgetrokken. De foto’s zijn prachtig en het wordt aangevuld met mooie verhalen.

Woensdag besluit ik dichterbij huis te beginnen. Naast het huis van Anneke en Ruud loopt een Fire trail. Deze zandweg loopt door de vallei die achter hun huis ligt. Voor een groot gedeelte is dit ook allemaal eigen terrein. Na een fantastische wandeling van ruim 2 uur door de vallei besluit ik een pad naar links te nemen. Dit pad loopt steil omhoog en is dichtbegroeid. Het is heerlijk om te klauteren en te zweten. Als ik eindelijk boven ben dan kan ik over de toppen van de vele eucalyptus bomen kijken. Ik besluit op een bankje pauze te houden. Daar zit ik dan, zielsgelukkig. Ik geniet hier van mijn welverdiende lunch en luister naar de vogels. De kaketoes vliegen aan alle kanten voorbij. Na een poosje besluit ik om weer door te lopen. Ik ben uitgekomen in het dorp Warrimoo. Het is een klein dorpje met kleurrijke tuinen. De mensen die ik tegenkom groeten mij uitbundig en vragen waar ik vandaan kom. Ik hou wel van deze ontspannen en open sfeer. In Warrimoo moet ik 50 minuten wachten op de trein. De zon schijnt en er zijn geen vliegen. Wanneer ik weer aankom op het station van Springwood wandel ik naar Yellow Rock. Dit is ook een mooie wandeling waarbij ik tijd heb om de huizen te bekijken. Wanneer ik terug ben van de wandeling, klets ik gezellig met Ruud. Ik vertel waar ik gewandeld heb en welke app ik gebruik. Hij vertelt over de omgeving en we bespreken Nederland. We drinken samen een zelfgebrouwen biertje en het smaakt mij heerlijk. Anneke komt wat later binnen. Op woensdag heeft Anneke namelijk altijd de dag voor haar zelf. Dan spreekt ze af met vriendinnen en gaat ze naar de markt. Ik vind het mooi en ook goed van haar dat ze dit doet. Ik denk dat het erg belangrijk is om tijd voor jezelf te maken. Dat is namelijk ook voor jezelf zorgen. Na het eten kijken we tv. Het is leuk om weer Nederlandse programma’s zoals Spoorloos, De Wereld Draait Door en Zembla te zien.

Zembla heeft een ontzettend interessant item namelijk de kalverhouderij.
In Den Haag heeft minister Schouten van Landbouw haar visie op de veehouderij gegeven. Die moet “waardevol voedsel produceren met zo min mogelijk effecten op natuur, milieu en klimaat.” Het moet een kringloop zijn.
Vierduizend melkveeboeren roepen vervolgens op tot een stop op de import van kalveren. Zij vinden de jaarlijkse import van 800.000 kalveren in strijd met de kringloopambities van minister Schouten.
Deskundigen maken zich zorgen over de effecten van diertransporten en de kans dat er ziektes mee naar Nederland komen (MKZ crisis in 2001 is ook door import van kalveren begonnen). Bovendien is de blankvleeskalverhouderij de enige veehouderij waar het aantal resistente ESBL-bacteriën toeneemt, zo blijkt uit een jaarlijkse monitoring van de Wageningen Universiteit.
En dan is er ook dierenwelzijn. Kalveren die voor de vleesproductie zijn bedoeld, komen nooit buiten. Zij kunnen niet naar buiten, want dan gaan ze gras eten en dat is niet de bedoeling. Deze kalveren krijgen alleen melk, zodat hun vlees wit blijft (door gras wordt het vlees donkerder van kleur), omdat de consument dit mooi vindt. Deze kalveren krijgen door het dieet van melk bloedarmoede. En om ze te helpen minder ziek te voelen krijgen ze antibiotica. Dit allemaal tot ze rijp zijn voor de slacht.

Wij consumenten weten van zoveel dingen niet hoe het er aan toe gaat. Dit gebeurd niet alleen doordat wij er niet bij stilstaan, maar ook omdat de overheid lang niet zo transparant is als wij denken. Het is niet erg om niet overal van op de hoogte te zijn. Je kunt namelijk niet alles weten. Niks doen met informatie die je hebt is wel erg. Je schouders ergens voor ophalen en het negeren. Maar ook hier heeft ieder mens zijn eigen proces.
Voor wie deze uitzending wilt bekijken, hierbij de link (kopiëren want aanklikken werkt niet helaas) en laat mij weten wat je er van vond!
Zembla: https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/het-gouden-kalf

Ik zie ook de uitzending met Arjan Lubach en hoe hij op zijn eigen humoristische wijze de stikstof crisis in duidelijk Nederlands onder woorden brengt. Ook hier komt Minister Schouten niet goed uit de verf en ook Henk Bleker heeft grove fouten gemaakt. Boeren moeten zich al jaren aan veel regels houden en dat is ontzettend lastig. Maar het word helemaal lastig nu de regels niet blijken te deugen.
Arjan Lubach: https://youtu.be/7sNBUBlnJo8

Donderdag neem ik weer afscheid van Anneke en Ruud. Boven aan de oprijlaan neem ik nog een foto van hun huis. Ze wonen prachtig en ik ben dankbaar dat ik welkom ben. Ik heb vele kilometers gewandeld, fijne gesprekken gevoerd met zowel Anneke als Ruud en ook weer eens Hollands gegeten. Vanuit Springwood neem ik de trein naar Katoomba. Hier loop ik naar Echo Point waar ik op de drie gezusters uitkijk. Onderweg kom ik mooie muurschilderingen tegen. In het park neem ik plaats op een bankje en lees ik een boek. Soms kijk ik op om van het uitzicht te genieten. Aan het einde van de middag ga ik opzoek naar de guesthouse waar ik verblijf. De foto’s op Booking.com zijn duidelijk een tijd terug gemaakt en mijn kamer doet niet onder voor de bezemkast van Harry Potter. Als ik het van de positieve kant bekijk dan moet ik zeggen dat ik blij ben met het raam en de kamer ligt relatief dichtbij de toiletten. Ik moet een beetje lachen, want ook dit is reizen.
Vrijdag ben ik al vroeg wakker. Na een kleine inspectie van de badkamers besluit ik dat een oksel-wasje wel genoeg is. Onderweg naar het station van Katoomba vind ik een klein caféetje waar ik geniet van een mok verse koffie. Het is zonnig buiten en het waait flink. Ik denk aan Ester en Mullengudgery. Daar is er een zandstorm voorspelt. Omdat Chris een paar dagen weg is moet Ester ook de schapen in de achterste paddocks voeren. Het duurt ruim een half uur om er heen te rijden en die rit moet ze wel drie keer maken. Ik hoop dat ze het voeren af kan krijgen, voordat de storm werkelijk losbarst. Mijn trein vertrekt om 9.00 uur. De treinreis naar Dubbo is prachtig. Het spoor kronkelt zich een weg door de bergen waarbij de wereld duidelijk in bloei staat. Om 13.45 uur kom ik aan in Dubbo.
Steve staat gelukkig nog op het station en ik kan aan de reis naar Mullengudgery beginnen. Helaas kwam ik niet ver. Bij het tanken in Dubbo zag ik dat Steve op ontzettend hoog tempo groene vloeistof aan het verliezen was. Dat blijkt koelvloeistof te zijn. De meneer van de BP helpt mij aan een garage 700 meter verderop. Automonteur Tyler bekijkt Steve en zegt het juiste slangetje niet te hebben. Hij stuurt mij naar een bedrijf verderop om dit slangetje hier te halen. Het bedrijf verderop stuurt mij weer naar een ander bedrijf. Hier word ik geholpen door Stuart. Hij kan mij wel het juiste slangetje geven. Steve zijn meters staan op heet dus ik rij langzaam, ontzettend langzaam. Terug bij Tyler, ben ik ontzettend dankbaar en blij dat hij op de drukke vrijdagmiddag tijd wil maken voor mij en Steve. Als Steve het weer doet kan ik niet wachten om naar huis te rijden en om Ester weer te zien. Het is een lange dag.

Zaterdag vertrekken Ester en ik in de middag naar Wellington. Wellington is een klein dorp en vooral bekend vanwege zijn grotten. Na veel vandalisme zijn de grotten in 1884 een beschermd geworden. James Sibbald was de eerste opziener van de grotten en heeft hier ook uiteindelijk het begin van alle Electra aangelegd. Sinds 1870 zijn de grotten open voor publiek.
Wanneer Ester en ik op de camping aankomen parkeren wij Steve in de schaduw van één van de vele bomen. Op het terrein staan twee andere campers en één andere auto met daktent. Er is ruimte en rust. De tent opzetten is nogal een uitdaging, want het waait ontzettend hard en hierdoor doet de tent zich voor als vlieger. Vele haringen in de grond later zitten Ester en ik dan eindelijk in de tent. Rond 19 uur gaat de wind dan eindelijk liggen en genieten wij van een een heerlijke avond.

Zondag worden Ester en ik al vroeg wakker door de natuur. De vogels, koeien maar ook hanen zijn al vroeg op. Ester en ik besluiten vandaag de toerist uit te hangen en boeken een tour. Samen met vier anderen bezoeken wij de Cathedral Cave. De Cathedral Cave heeft een van de grootse stalagmieten ter wereld. Deze is ongeveer 15 meter hoog. Ook werden er hier in de vorige eeuw kerkdiensten gehouden en kinderen gedoopt. Momenteel is deze locatie populair als trouwlocatie.
Na het bezoek aan de grotten is het tijd om Steve in te pakken en richting Mullengudgery te vertrekken. Ik heb een heerlijke week in de Blue Mountains gehad en een fantastisch weekend met Ester!

Eindstand kaarten:
Essie: 103
Nath: 106